Nieuws:

Welkom op het nieuwe locatie van het forum
Op dit moment wordt de .nl website doorgestuurd naar de .be website.

Hoofdmenu

Lianne

Gestart door Jnusch, 7 februari 2010, 00:56:46

Vorige topic - Volgende topic

Jnusch

"Vreemde culturen"
door Lianne

Lianne

#1
Een warme, droge wind stak op over de lege vlakte. Het stoffige zand ging in een wolk naar het oosten. Drie kinderen renden er achteraan en erin. Toen waren ze verdwenen. Het waren haar twee jongste broertjes geweest en haar enige kind. De jongste, haar kind, amper vier, de oudste nog geen negen. Ze waren weg. De woestijn had ze opgeslokt, zoals ze ook haar kudden eens had opgeslokt en haar vader.
Haar vader was de eerste geweest om weg te gaan. Hij was in een stofwolk, net zo een als die van daar net, gelopen en was weggevaagd. Gewoon weg, een schreeuw van ontzetting was het laatste wat ze van hem had gehoord. Drie jonge mannen waren achter hun leider aangegaan, om hem te redden van het geen waar ze zelf door werden gepakt. Ze wist niet wat het was dat hen had weggenomen. Maar na hem, waren velen gevolgd. Altijd waren ze in een stofwolk verdwenen zonder een spoor achter te laten. Het vee, de andere nomaden, de tenten en al hun spullen. Niks was overgebleven van alles wat in zo'n stofwolk kwam, niks. Het ergste was nog wel dat die stofwolken alles aan leken te trekken. Als er een opstak kon ze de wind horen fluisteren, roepen om erin te lopen. Zij had zich er steeds voor afgesloten, maar de anderen...
Nu was ze alleen over. Ze had niks meer, geen tenten, geen voedsel, geen water... Geen gezelschap. Ze was alleen op de wereld. Ze zuchtte diep en voelde de tranen komen opwellen. Ze was helemaal alleen. Waarom toch? En vooral: waar waren ze heen?
Ze zakte door haar knieƫn en legde zich neer in het zand, ze sloot haar ogen en gaf zich over aan haar verdriet en de vermoeiing.

's Morgens werd ze wakker met hoofdpijn. Het water te kort begon op haar te werken. De tranen van gisterenavond hadden haar nog meer uitgedroogd. Ze ging hier sterven. Hier, alleen in de woestijn. Geen mens om haar te begraven, om vriendelijke woorden aan haar graf te spreken. Niemand zou haar hier vinden, dood of levend. Hier, in de woestijn, was geen water. Ze zou sterven aan uitdroging. Ze voelde geen lust meer om te leven, geen drang meer om op te staan. Ze was verloren, waarom zou ze dan nog verder lopen, zich nog inspannen. Ze kon net zo goed hier sterven. Ze voelde de pijn in haar ledematen, haar spieren die riepen om water. Ze sloot haar ogen weer, probeerde zich af te sluiten van de pijn. Ze wilde stoppen met leven, maar dat ging niet. Ze kon niet stoppen met ademen. Hoe ze het ook probeerde, steeds als ze er bijna was, kwam die ongelofelijke drang naar lucht. Dan opende ze haar mond, liet ze haar neusgaten los. De angst die dan door haar lijf vloeide was niet te weerstaan. Ze kon zichzelf niet vermoorden. Ze zuchtte diep, zocht met haar ogen een steen om tegen haar slaap te slaan, maar toen ze die vond, vond ze de kracht niet meer op zichzelf ermee te vermoorden. Ze kon het gewoon niet.
Vermoeid, depressief, wachtte ze op een stofwolk om haar ook mee te nemen.

Twee dagen zonder water, twee dagen met haar ogen dicht op het overdag brandende en 's nachts ijskoude zand liggen. Haar zelfmoordpogingen was ze gestopt. Ze wachtte tot de dood kwam. Of dat in de vorm van uitdroging of van een stofwolk was, maakte haar niet uit. Ze wilde gewoon dood.



582