Nieuws:

Welkom op het nieuwe locatie van het forum
Op dit moment wordt de .nl website doorgestuurd naar de .be website.

Hoofdmenu

Brokie & Jowelle - Rosie, 'Niet zo zwart-wit'

Gestart door Jnusch, 18 april 2009, 15:08:46

Vorige topic - Volgende topic

Jowelle

"In het hutje kon Rosie even tijd voor zichzelf vinden en haar gezicht weer in orde maken. Ze kon zich zo immers niet vertonen in het dorp met de nieuwe vrouw van de meester. Ze moest sterk zijn nu, dat had ze hem beloofd. Ze veegde haar wangen schoon met haar jurk, ze moest hem toch wisselen met de jurk die ze aan zou doen om het dorp in te gaan. Met een geforceerde glimlach liep ze van haar hutje naar de veranda waar Brad op een stoel zat zijn neus leeg te graven. De slaaf die er al die dagen had gezeten was op een dag verdwenen en Rosie verbood het zichzelf om zich af te vragen waar hij was gebleven. Ze stapte de veranda op, maakte de deur open en viel met een enorme klap zo de deur door terwijl haar hoofd de grond het eerste raakte. Meteen hoorde ze de schaterlach van Brad achter zich. "Haha, wat ben jij een dom wicht! Je kunt niet eens normaal door een deur heen lopen. En nu ben je nog lelijk ook. Aaah je mooie zwarte hoofdje kapot." Ze krabbelde overeind en snapte dondersgoed dat Brad haar had laten struikelen. Hij genoot duidelijk van het feit dat ze pijn had. Zo moeder, zo zoon en ze moest moeite doen haar kaken op elkaar te klemmen om geen venijnige opmerking terug te maken. Maar ooit... Met een gat ter hoogte van haar knie en op haar voorhoofd meldde ze zich bij de andere slaven die mee zouden gaan naar het dorp. "Als we terug zijn dan geef je die jurk maar even aan mij, zo kun je je namelijk niet vertonen in het dorp. Ik kan die jurk nog prima maken." Macy was weer eens haar reddende engel. Rosie keek haar dankbaar aan en knikte. Ze deed het juk om haar schouders wat nu nog zwaarder aanvoelde dan anders, alsof ze een extra last met zich meedroeg. In het tempo dat de voorste slaven aanhielden waren ze zeer snel op de markt. Ze hoopte dat de koopwoede van die nieuwe meesteres nu eens gestild was. De laatste dagen had ze de halve markt leeg gekocht met prullaria. Rosie zag met ingehouden woede dat Miss Gallanger het geld er door heen braste waar zij voor gewerkt had. Al snel bleek dat de koopwoede nog steeds niet over was. Al bleek ze nu zinnige dingen te kopen. Waren het eerst nog dingen als textiel en zilverwaar geweest, nu werden de emmers aan haar juk nu gevuld met houdbare voedingsmiddelen zoals gepekeld vlees en gedroogde vruchten. Geen van deze dingen zou Rosie ooit mogen proeven maar het deed haar goed dat de vrouw een greintje verstand bleek te bezitten. Het was de laatste dagen steeds rustiger geworden op de markt, vele mensen waren gevlucht voor de naderende oorlog en hielden zich thuis op. Een van de weinige andere mensen die de markt afsnuffelden was een oudere vrouw met haar gezelschap die Miss Gallanger aanhield voor een praatje. Het ging over de oorlog, al kon Rosie niet het hele gesprek goed verstaan. "... ze zijn al best dichtbij hoor. Mijn man zei gisteren nog: we kunnen waarschijnlijk niet heel lang meer stand houden. De tegenstander is sterk hoor. Ze hebben erg veel kanonnen... " Rosie stopte met luisteren. Ze wou helemaal niet weten hoe erg het allemaal was daarbuiten. Ze was nu wel blij dat er eindelijk eens wat gedaan werd aan die slavernij, maar oorlog was weer het andere uiterste, daar gaan mensen bij dood. Met haar hoofd naar beneden en geen aandacht schenkend aan de omgeving liep ze achter de rest aan terug naar de plantage. Ze gooide het juk van haar schouders en rende naar haar hutje toe. Ze pakt een spijker die op de grond lag en maakt er een kort klein streepje mee in de muur. Florian had haar geleerd dat er 365 dagen in een jaar zaten, dus als ze iedere dag een streepje zou zetten op de muur, dan zou ze precies kunnen zien wanneer Florian terug moest zijn.

Dagen lang plukte Rosie gedesillusioneerd haar bonen. De enige onderbreking vormde de bruiloft van Miss Gallanger en Sir Budd. Voor Rosie betekende het niets minder dan de belofte dat ze waarschijnlijk voor goed met de twee gemenerds zat opgescheept. Er ging geen moment voorbij dat ze niet aan haar eigen liefde dacht die ver weg was. Tijdens het werk kon ze haar gedachten niet van Florian afhouden. Ze was zo bang dat hem wat zou overkomen of dat ze hem nooit meer zou terugzien. Iedere avond voor het slapen gaan zette ze een streepje op de muur. De streepjes begonnen langzaam op te tellen en de hoop op een goede terugkeer van Florian begon te groeien.

In de pauze had ze vaak in de heg gezeten, maar Daisy deed net alsof ze haar niet zag. Misschien was ze nog steeds boos dat ze op haar kop had gekregen van haar broer. Rosie zelf dacht dat het was omdat ze de laatste tijd al haar aandacht aan Florian had gegeven in plaats van aan Daisy en dat ze jaloers was. In het begin had ze nog geprobeerd om haar aandacht te trekken maar later was ze gewoon gaan zitten kijken. Ze verlangde zo terug naar de tijd dat Florian er nog was, dat ze af en toe spontaan in tranen uitbarstte. Daisy leek ook verder dan ooit terwijl ze vlak bij was, Rosie mist haar als vriendin. Vandaag keek ze niet eens meer door de heg heen, Rosie dacht dat Daisy haar toch niet zag staan. Blij was ze dan ook toen ze in de pauze op haar schouder werd getikt. Ze keek om en keek recht in het gezicht van Daisy. "Ik heb een brief van Florian, hij schrijft ook een stukje aan jou." verklaarde ze haar toenadering. Rosie keek Daisy twijfelend aan. "Ik heb hem nog niet gelezen maar ik moest jou er per se bij hebben stond erop." Rosie wist niet hoe snel ze op moest staan om door de heg heen te kruipen. Ze volgde Daisy naar binnen waar haar ouders aangenaam verrast waren door het bezoek. "We dachten dat jullie ruzie hadden? Maar Daisy wil niet zeggen waarom." vroeg hun vader. Rosie staarde naar de grond en hun moeder Lisa porde haar man snel. "Het is al goed Rosie. Vertel je ons wel wat Florian je schrijft?" voegde ze toe omdat duidelijk werd dat Rosie er zelf ook niks van snapte. Daisy liep stug door naar haar kamer en Rosie volgde haar. "Ik heb dus geen idee wat hij erin schrijft. Maarja, jij moest erbij.." ze keek alsof ze het moeilijk had. Rosie ging naast haar zitten en Daisy pakte de brief en begon voor te lezen:

Liefste zus,
Ik hoop dat je mijn verzoek hebt opgevolgd en dat Rosie naast je zit. Ik wil je vragen niet langer boos op haar te zijn. Het is niet haar schuld dat je een maand lang al je speelgoed werd afgepakt. Het was flauw van je dat je de geheimen van Rosie zo rond schreeuwde maar ik weet zeker dat ze het je allang heeft vergeven. Wil je alsjeblieft dat ook bij haar doen? Het spijt me als je het gevoel hebt dat ik Rosie van je heb afgepakt als vriendin. Ik kon niet langer aanzien hoe ze zichzelf kwelde met de vraag of ik haar ook leuk vond. Vanaf het begin wou ik het haar al toeschreeuwen, maar ze bleef speciaal voor jou komen. Ik was ook jaloers op jou, maar laten we niet vergeten wat Rosie zelf wil. Volgens mij houd ze van ons allebei. Dus nogmaals, wees niet meer boos op haar, ze heeft je nu nodig.

Daisy barstte in snikken uit. "Oh Rosie, sorry. Ik was zo egoïstisch. Ik kon alleen maar aan mezelf denken al die tijd en jij probeerde elke dag om me op te zoeken." Rosie omhelsde haar. "Ik miste je gewoon Daisy. Soms heb ik het gevoel alsof jullie allebei ver weg en onbereikbaar zijn." Rosie moest ook moeite doen om niet te huilen. "Vriendinnen?" vroeg Daisy en Rosie knikte en maande haar al heel snel om vooral door te lezen.

Hoe is het verder thuis? Hebben jullie al gevechten gehad? Papa zal wel in zijn nopjes zijn dat er eindelijk actie ondernomen word. Ik zie ook zo voor me hoe mama hem dan toespreekt. Elke dag denk ik aan jullie en bid ik voor jullie veiligheid. Hier in het Noorden is het geweldig. Ik leer hier zoveel bij! Er zijn hier mensen die werkelijk om anderen geven in tegenstelling tot de koude zuiderlingen thuis. Het is hier wel een stuk kouder en ik heb allemaal nieuwe kleren moeten kopen. Ik heb veel geleerd over wiskunde en geografie. De wereld bestaat nog uit zoveel wonderen en ik wil ze later allemaal zelf bekijken. Wist je dat er in verschillende andere landen allang de slavernij is afgeschaft? Ik wil jullie nog zoveel meer vertellen maar ik zou jullie alleen maar vervelen met mijn kletspraat over wetenschap. Rosie, hoe is het met jou? Ik mis je elke dag en ik tel de dagen af tot ik weer naar huis mag. Ik hoop dat je niet al te veel last hebt van die bullebak waar je het over had? Ik kan met geen woorden beschrijven wat ik voel als ik aan jou denk, het enige woord dat elke keer bij me opkomt is alles. Rosie je bent mijn alles en ik hoop dat je me snel terug zult schrijven. Groet pa en ma voor me wil je Daisy en beloof me dat Rosie zult helpen met een brief terug schrijven? Tot over een paar maanden!
Alle liefs, Florian

Rosie zuchtte. Hij had het helemaal mis, hij kon niet genoeg vertellen over zijn leven daar! Daisy stond op en vroeg aan Rosie "Wanneer zullen we de brief terug schrijven?" Rosie keek naar buiten en zag dat het al weer tijd was om terug te gaan. Ze besloten om morgen meteen aan de slag te gaan en samen liepen ze naar beneden. Daisy om hun ouders uitgebreid verslag te doen van de brief en Rosie om weer terug te gaan naar haar oude eentonige slavenbestaan."


27 051 + 1 711 = 28 762, (16 791 + 1 711= 18 501 )

Brokie

Hanz kwam naar buiten gelopen en tikte oma op haar schouder. "Kinderen, even een moment." En ze wende zich tot de soldaat. "Ja?" "Mijn medesoldaten en ik hebben honger. Kunt u misschien wat te eten klaar maken?" vroeg Hanz. "Ik zou graag eerst even dit verhaal af willen maken, dan maak ik daarna wel wat te eten." Oma wou zich net alweer wenden tot de kinderen toen Fritz ook naar buiten kwam. Hij gaf Hanz een klap met zijn geweer tegen zijn achterhoofd. "Je bent ook echt een watje. Commanderen in plaats van communiceren. Ander dringt het niet door in dat domme oude hoofd van dat mens. Dat is hoe het werkt. Kijk en leer. Frau Clement, essen machen. Nu!" met een strak gezicht bleef hij oma aankijken totdat ze in de keuken was. Oma keek om en Hanz haalde zijn schouders op alsof hij het ook niet kon helpen. Wat een brutale mannen! Misschien dachten ze dat zij hen niet verstond, maar ze had de belediging echt wel gehoord. In de kamer zag ze haar man ook verontwaardigd naar de overgebleven soldaat kijken. In de keuken maakte oma van het weinige brood dat ze hadden een paar broodjes voor de soldaten en gaf deze aan hen. Uit de lade haalde oma wat fruit de ze een dag eerder geplukt had en stopte het in haar zak. Dit was voor haar kleinkinderen bedoeld. Ze deelde ze uit en ging weer zitten in de stoel. Waar waren we gebleven...

Rosie werd die ochtend vroeger wakker dan anders. Haar ogen gleden meteen naar de streepjes op de muur. Al 350 streepjes had ze mogen zetten, het zou niet lang meer duren voor ze weer in Florians ogen kon verdrinken. Het was een moeilijk jaar geweest voor Rosie. De winter was lang en koud geweest en die sluimerende onzekerheid over de oorlog was moordend. Het eten was schaars geworden en de pap met de dag magerder. In het voorjaar groeide alle gewassen gelukkig gezond en konden ze weer iets aansterken. Rosie was langer en magerder geworden en had op verschillende plaatsen rondingen zien verschijnen. Af en toe zag ze de blikken van de jongens om zich heen op zich gericht, maar ze schonk er nooit aandacht aan. Het hele jaar door had ze veel brieven gehad van Florian en met de hulp van Daisy had ze steeds hele lange brieven terug geschreven. Toch vond ze het moeilijk om hem te moeten missen. Daisy was een goede vriendin geweest en had Rosie zelfs een foto van Florian gegeven, het had de pijn iets verzacht. Elke dag keek ze er naar voor ze ging slapen, zodat ze nooit een nacht een droom over hem oversloeg. Vandaag was het extra spannend, Florian had beloofd vandaag weer te schrijven. Ze was benieuwd naar wat hij nu weer geschreven had, in de pauze van vandaag zou ze het te weten komen. De eerste zonnestralen kwamen alweer door de ramen heen maar Francey lag gewoon nog te slapen. Ze schudde hem wakker "Hey, slaapkop. We moeten zo weer beginnen. Als je geen zin hebt in klappen met de zweep dan zou ik als ik jou was maar zorgen dat je snel op de plantage bent." Francey rolde zich naar Rosie toe en kreunde wat. "Ja, ik kom eraan. Ik voel me gewoon niet al te lekker. Beetje buikpijn." Rosie begon te lachen en hem te kietelen."Oeh, verlieft? Wie is het? Kom op, zeg het!" Francey spartelde tegen. "Nee, ik ben echt gewoon niet lekker. Niks verlieft. En anders nog, dan zeg ik het nog niet. Je zou me er alleen maar mee plagen." Met een overdreven houding van verontwaardiging stond Rosie nu tegenover Francey: "Ik zou je er nooit mee plagen. Maar we moeten nu toch echt de plantage op. Kom je? Je weet wat die meesteres zegt hè? Alleen als je moet overgeven of diarree hebt, dan mag je in je bed blijven liggen. Anders werk je gewoon. Dus kom op!" Francey klom op de rand van zijn bed. "Ja, ik ben er zo. Ga maar vast." Rosie liep de deur uit naar de staken die vandaag geplukt moesten worden. Ze begon extra snel te plukken, dan zou vast de tijd heel snel gaan, dan kon ze des te eerder weten wat Florian schrijft. Hoe snel ze ook plukte, de uren tot aan de pauze leken een eeuwigheid te duren. Alleen het zingen hielp haar de uren doorkomen. Juist toen ze helemaal aan het opgaan was in een van de nummers die ze zongen klonk de gong. Ze gooide de bonen die ze nog in haar hand had op de grond en rende naar de heg toe. Zo snel als ze kon sprintte ze naar de veranda en al hijgend kwam ze bij Daisy aan. "Heb... je de... brief... van Florian?" wist ze met moeite uit te brengen. "Ja, hij was precies op tijd zoals Florian in zijn vorige brief had gezegd. Kom, ik heb hem op mijn kamer liggen." Gelukkig werkte de post nog wel netjes van noord naar zuid op tijd. Ze nam Rosie aan de hand en rende met haar de trap op, haar kamer in. Daisy griste de brief van haar bureau en sprong op haar bed. Languit liggend nodigde ze Rosie uit om naast haar te komen liggen. Terwijl Rosie zichzelf naast haar legde vroeg Daisy: "Wil jij het voorlezen? Je kunt het al een klein beetje en waar je niet uitkomt zal ik je bij helpen. En daarbij, Florian schrijft de brief ook aan jou hè." Rosie begon te glunderen en nam de brief over van haar vriendin. Ze begon voor te lezen:

Hallo Rosie en Daisy,
Het is hier hartstikke leuk. We leren veel en er zijn leuke vrienden hier. Gisteren een nieuw spelletje geleerd. Dat spelletje ga ik jullie ook leren als ik terug kom. Helaas zal dat wat langer op zich laten wachten dan de planning was. Zoals jullie weten is de oorlog nog niet over. Het Noorden is aan het winnen, maar het is nog te gevaarlijk om te gaan reizen. Voor mijn veiligheid blijf ik nog even hier, Papa heeft dat geregeld. Ik kom zodra het veilig is om te reizen. Het zal niet lang meer duren, maar ik moest papa zweren niet alleen terug te gaan. Houd vol en wees sterk. Hoe is het daar? Is die Brad nog steeds niet lief tegen je, Rosie? Als ik terug ben dan verzinnen we een plan om hem eens goed terug te pakken. Daisy, hoe is het met Kitty? Laat snel wat van jullie horen. Ik vind het heel erg jammer dat ik niet eerder naar huis toe kan.
Liefs, Florian.

Boos en verdrietig tegelijk gooide Rosie de brief op de grond. "Stomme oorlog! Ons kunnen ze niet eens komen bevrijden, maar Florian kunnen ze wel bij me vandaan houden. Het is niet eerlijk!" schreeuwde Rosie tussen de tranen door. Daisy sloeg een arm om haar heen en begon haar te troosten. "Het komt allemaal goed. Hij is nu gewoon wat later. Maar als hij hier is dan heeft ie een mooi spelletje voor ons dat hij ons wil leren..." Daisy wist dat het geen goede troost was, maar meer kon ze nu niet echt bedenken. Rosie minderde met huilen, ze wist dat dit het verstandigste was wat Florian nu kon doen. "Ik ga even naar mijn hutje als je het niet erg vind. Even een momentje voor mezelf, jij hebt er niks aan om met iemand om te gaan die de hele dag verdrietig is." Ze stond op en liep de deur uit, de reacties van Daisy om toch vooral hier te blijven negerend. Ze kroop door de heg en zag iedereen rustig bij elkaar zitten hun pap te eten. Toen ze vlakbij haar hutje was, kwam er een man voorbij rennen vanaf de achterdeur van de plantage-opslag naar het grote huis. Er viel een briefje uit zijn zak. De man was al door gerend, dus teruggeven kon niet. Rosie pakte het briefje op en probeerde het te lezen. 'Vertel Mr. Budd dat de oorlog genaderd is tot 3 dorpen verderop. Het Noorden heeft sterke wapens en vooral veel. Probeer je slaven te verkopen voor ze hen van je afnemen. Nu kan je er nog geld voor krijgen. Getekend, je neef' Rosie kreeg weer een voorzichtige glimlach op haar gezicht. Ze waren nu bijna bij haar om haar te bevrijden en dan zou de oorlog over zijn. Ze moest er in ieder geval voor zorgen dat die briefje nooit aankwam. Ze moest er niet aan denken om ineens verkocht te worden of van Francey gescheiden te worden. Een doffe knal van een kanon bevestigde het bericht dat het nu echt vlak bij was en tevreden ging ze zich omkleden om zo het dorp weer in te gaan. Haar haren zaten weer in de plooi, de wangen waren weer traanvrij en haar schone jurk had ze aan. Ze stapte haar hutje uit en keek eens naar boven, naar de mooie blauwe lucht. Rosie was bereid alles aan te nemen voor een positief teken van boven en opende haar mond om een dankwoord te geven, maar in plaats van woorden die eruit kwamen, kwakte er een flinke hand modder in haar gezicht. Ze spuugde het uit, het deed haar bijna kokhalzen. Toen ze weer tijd had voor haar omgeving zag ze op nog geen twee meter van haar een ietwat mollige jongen met rossig haar over de grond rollen van het lachen; Brad. Hij hapte naar adem, zijn lach stikte hem bijna en zijn anders zo rode kop had de kleur van een aubergine nagedaan. Rosie keek nog eens goed om zich heen en merkte dat ze buiten het zicht was van iedereen. Dit was de druppel, nu moest ze er wat van gaan zeggen. "Jij, jij gemene pestkop. Hoe durf je! Hier, deze heb je nog tegoed!" en ze trapte hem vol in zijn buik. Snel rende ze naar de veranda om zich te melden, maar meer ook omdat ze bang was dat Brad achter haar aan zou komen om haar direct terug te pakken. Gelukkig vertrokken ze snel, minder tijd in de buurt van Brad. Rosie was wel heel erg trots op zichzelf, ze had eindelijk eens van zich af gebeten. Ze was alleen bang voor represailles, hij zou het er vast niet bij laten zitten. Nou Rosie wilde heel wat stof happen voor de gedachte aan zijn gezicht toen hij op de grond lag. Hij was ook een groot reden waarom ze weg wou hier, het liefst samen met Florian zoals hij beloofd had. Al dromend liep ze op de automatische piloot achter de stoet aan richting het dorp.



28762+1783=30545  (18501+1535=20036)

Brokie

De tijd gleed langzaam voorbij. De tijd zo zonder Florian leek wel een eeuwigheid te duren. Nog steeds kon hij niet deze kant op komen. Het bleef bij de brieven die hij nog steeds met enige regelmaat stuurde. Rosie wierp een blik op de muur. Al 698 streepjes en nog steeds geen Florian. Langzaam begon ze de hoop te verliezen. Wat als hij misschien daar een ander meisje was tegen gekomen en het haar niet durfde te vertellen om haar gevoelens te sparen? Ze sloeg zich met beide handen in haar eigen gezicht en sprak hardop: "Rosie, zo mag je niet denken. Je moet sterk zijn. Hij komt echt wel terug." Ze wist dat Florian gelijk had. Het was nog steeds niet veilig om te reizen. In het dorp waren verschillende blokkades en hindernissen opgeworpen om de Noorderlingen op afstand te kunnen houden. De markt was nu verplaatst naar het zuidelijk deel van het dorp, vlak achter de kerk. Daar zou het wel veilig zijn. De meesteres ging nu niet meer zelf mee naar de markt, dat was te gevaarlijk. Ze gaf nu een paar slaven de taak om haar dingen op te halen die ze op een lijstje had uitgetekend, slaven konden immers niet lezen. Zo af en toe had Rosie de neiging om te zeggen dat zij wél kon lezen wanneer Mrs. Budd weer eens verzuchte hoe dom zwarten eigenlijk waren. Wanneer Rosie het dorp in ging dan liepen ze in een slang achter elkaar, ze haasten van muur naar muur om maar geen lopende schietschijf te zijn voor de artillerie. Het dorp hield heldhaftig stand, maar iedereen kon zien dat het ook niet van lange duur was. Het was meer dan beangstigend om alleen al een pond suiker te gaan halen en de blanke bevolking hield zich gedeisd. De slavenhandel bloeide in deze tijden helemaal weer op. Althans, het aantal aangeboden slaven groeide, de verkoop was drastisch gedaald. Iedereen wou van zijn slaven af nu het nog geld op zou brengen. Wat was Rosie blij dat Sir Budd nog geen slaven had verkocht. Ze moest er niet aan denken om van haar broertje gescheiden te zijn. Een serie schoten hoorde ze buiten. Ze kwamen nu met de dag een paar meter dichterbij en namen steeds belangrijkere gebouwen in. Straks zouden ze allemaal bezet zijn, al zou het voor Rosie een bevrijding zijn. De schoten hadden de uitkijktoren aan het rand van het dorp geraakt, ze kon door haar raampje zien hoe hij uit instabiliteit omviel. Veel mensen schreeuwden, sommigen van paniek, anderen van pijn. Rosie wendde haar hoofd af, ze wou er niet bij nadenken dat dit ook bij Francey, haarzelf of erger nog, bij Florian kon gebeuren. Er waren een paar meiden ziek die het huishouden normaal regelden bij het grote koloniale huis van Sir Budd. Omdat er toch geen prioriteit lag op het plukken van de bonen, mocht Rosie helpen in de keuken. Sir Budd realiseerde zich ook wel dat de bonen nu toch niet te verkopen waren, het was een echt luxeproduct. De oude Macy en Heather waren al in de keuken bezig. "Ha, Rosie. Hier heb je een stofdoek. Begin maar met de schouw af te nemen. We komen je zo wel helpen." Ze nam de stofdoek aan en liep de woonkamer in. Brad zat daar in een van de luie stoelen een strip te tekenen. Ze zou er geen aandacht aan besteden. Brad had zich vreemd gedragen na hun laatste aanvaring waarbij Rosie hem even de waarheid had verteld. Hij had geen tegenactie uitgehaald, maar haar steeds met een grijns zitten aankijken. Zo'n grijns die mensen hebben als ze een snood plannetje aan het bedenken zijn. "Rosie, kom hier!" hoorde ze de bullebak zeggen terwijl ze de hoekjes van de schouw afnam. Negeren kon Rosie als een van de beste en ging stug door met haar werk. "Rosie. Hier komen. Je hebt me heus wel verstaan!" klonk het nogmaals. Nu kon Rosie er niet meer onderuit, als ze nu nog zou weigeren te reageren dan zou ze problemen krijgen. Ze deed een stap richting Brad, maar zorgde wel dat ze genoeg afstand bewaarde om buiten het bereik van zijn graaierige handen te blijven. "Sir Budd wil dat ik je meeneem naar het dorp. Hij wil uhm... Hij wil dat je een brief afgeeft bij de burgemeester en hij wil dat ik mee ga. Zo'n domme zwarte als jij kan dat natuurlijk niet alleen." Brad loog dat het gedrukt stond, maar Rosie twijfelde of hij de waarheid sprak. Een order van Sir Budd kon je niet weigeren, dus ze nam het maar voor waar aan en volgde Brad. Wederom van muur tot muur liepen ze, om niet een lopend doelwit te worden. Met zijn rooie bos hoor viel Brad net zo op als Kitty wanneer ze in het gras aan het spelen was. Ze probeerden om geen aandacht te trekken maar het postuur van Brad hielp ook niet meer. Ze moest Brad af en toe wel in toom houden, hij nam het schuilen niet zo nauw en had al een keer een kogel net gemist door zijn onvoorzichtigheid. Eventjes had ze gewenst dat hij geraakt zou zijn maar ze wist wel beter. De bazin zou furieus worden wanneer haar oogappel gewond raakte en Rosie zou moeten vrezen voor haar leven. Achter een muurtje vlakbij het stadhuis bleef Brad zitten. Hij zag dat Rosie zich klaar maakte voor de overtocht naar de volgende muur. Hij nam haar pols en trok haar naar beneden. "We blijven hier even zitten, ik ben moe." Rosie keek hem eens verbaasd aan. Ze hadden echt op een slakkentempo gelopen en ze hadden zelfs nog even op een bankje gezeten halverwege. Hoe kon hij nou moe zijn? Rosie besloot geen vragen te stellen en ging naast hem zitten. De bellen van de kerk sloegen, weer een uur voorbij. Juist op dat moment kwam er een man met een lange jas naast haar zitten. Hij keek eens goed naar haar en wende zicht tot Brad. "Dit is haar dan? Dit moet 3 grote flappen kosten?" hij keek er bedenkelijk bij. Hij betaste haar gezicht en bekeek haar bovenlichaam. "Hier willen de mannen wel overheen, maar die investering krijg ik er moeilijk uit. Ik bied je 2 flappen." Rosie hoopte dat ze het even niet meer snapte, werd ze nu doorverkocht? Wat was dit voor misselijke grap? Sir Budd verkocht geen slaven, dit was het werk van Brad zelf. Ze stond op en maakte zich klaar om weg te rennen. De man hield haar tegen en nam haar pols in een ijzersterke grip. "Wat gaat het worden? Neem je het bedrag of niet?" Brad nam het geld aan en liep terug naar huis. Rosie werd achterop een paard geholpen waarbij ze met z'n tweeën in galop naar haar nieuwe huis toe werden gebracht. Ze had geen idee waar ze heen ging maar de gevechten leken achter haar te verdwijnen. De woorden van de man zonken langzaam in. Er over heen gaan. Rosie vreesde voor het ergste en zakte als een hoopje in elkaar. Ze verloor alle besef van tijd en richting en kwam pas weer bij kennis wanneer ze van het paard afgetrokken werd de trein in. Het enige wat ze nog wist op te vangen was de naam van het station welke ze goed in haar hoofd prentte; 'Winfield'. De treinreis leek eindeloos te duren en Rosie had geen zitplaats. Ze bekeek haar nieuwe eigenaar eens goed. Hij had lang haar en zag er uit als een boer. Rosie wist echter wel beter; hij was waarschijnlijk een handelaar en had een duistere bestemming voor haar... De uren kropen voorbij en Rosie was helemaal uitgedroogd toen de trein in het donker stopte bij hun bestemming. Daar werd ze weer mee op het paard genomen en reed de man haar naar haar nieuwe verblijf. Daar aangekomen stond er een man op hun te wachten. "Zeker, je had niets te weinig beloofd, dit is een prachtexemplaar!" Rosie voelde de blik van de man op haar branden en was blij toen hij haar wegstuurde. Rosie wist het allemaal niet meer. Wat moest ze doen? Ze zou nooit meer brieven van Florian krijgen, nooit meer Daisy zien en Francey moest ze ook missen. Ze voelde in haar zak. Er zat nog een enkele envelop in. Ze zou een brief schrijven, zo goed als ze kon. Dan kon Florian haar komen redden.

Toen ze aankwamen op de nieuwe plantage werd Rosie eerst naar haar kamer gebracht. "Morgen begin je met werken. Het is nu toch te warm om nog productief te kunnen zijn." Hij gooide de deur dicht en liep weg. Rosie zat daar helemaal alleen op het zolderkamertje. De kamer was groter dan dat ze eerst had gehad. Er stond nu zelfs een tafeltje en een stoel in, naast een bed, een glas en een kan met water. Ze ging gelijk aan haar tafeltje zitten en begon met het schrijven van de brief aan Florian. Ze zou niet weten wat ze zou moeten beginnen zonder hem, hij moest weten waar ze nu was. Maar, waar was ze nu eigenlijk. Dat wist ze niet eens. De man had zich nog niet eens voorgesteld. Heel ver buiten van de spoorlijn konden ze niet zijn, zover hadden ze niet gereden met het paard. Ze zou de omgeving zo goed als ze kon beschrijven, dan zou Florian haar wel kunnen vinden. Hij was immers hartstikke slim. Ze schreef:

Lieve Florian,
Die dome Brad heevt me verkogt aan een man. Ik ben dus niet meer waar ik eerst was. Ik weet niet waar ik wel ben. Het lijkt erop dat ik nu bijna bij de bos ben. Er is hier niets geschoten. Ben met de trijn van af statjon 'Winfield', paar urr met de trijn en dan kort met paard. Daar zit ook plantage daar ben ik. Het is hier niet fijn. Ik mis Daisy en Francey. Maar vooral jou. Kom je me hier weghalen? Alstjeblieft? Ik hoop je snel hier te zien.
Liefs Rosie.

De meester klopte op de deur. "Hier heb je je eten." Hij zette een kom met wat overkookte groente op de tafel neer. Ze at haar eten op en was compleet afgepeigerd. Als snel viel ze in slaap.

Dagen gingen er voorbij en nog geen enkel teken van Florian of Francey. Ze mistte de beide jongens heel erg. Doordat niemand van hen wist waar ze was werden er geen brieven terug geschreven. Ze hoopte maar dat de brief aangekomen was die Rosie gestuurd had. Iedere avond viel ze piekerend in slaap over hoe het met Florian zou zijn. Ze zag dan zijn ogen weer voor zich en die brede schouders. Hij zou haar dan oppakken en stevig tegen zich aandrukken. Nooit meer zou ze hem loslaten als hij weer voor haar zou staan. Ieder teken van leven was goed, maar er kwam niks. Wel kwam er ander nieuws, het maakte dat het hartje van Rosie een sprongetje maakte. De oorlog was over. Haar nieuwe meester wou niet luisteren naar de nieuwe wetten en bleef haar als slaaf gebruiken. In planteges om haar heen waren de slaven wel vrij om te gaan, maar niemand wist waarheen. Familie's probeerden elkaar te vinden maar zonder voedsel, geld of kennis van de omgeving klopten velen al snel weer aan bij de bekende voordeur. Het betekende wel dat Florian nu weer kon gaan reizen. Als de brief aangekomen was dan zou hij snel hier op de stoep staan. De dagen werden weer draaglijker, met hoop kon zij de wereld weer aan. De volgende ochtend werd ze wakker en maakte zich klaar om de plantage weer op te gaan. Ze had het nog steeds niet naar zin hier. Veel mensen kende ze niet en het was heel stil hier. Niemand was aardig, iedereen snauwde elkaar maar af. Niemand leek om haar te geven hier zoals Macy of Heather deden.

Rosie plukte die dag dichtbij het huis, op die manier kon de opzichter haar beter vanaf zijn luie stoel zien. Het viel haar dan ook op dat er in huis een ruzie aan de gang was tussen twee mannen. Ze keek eens goed door de ramen en haar hart maakte een sprongetje. Het leek wel Florian te zijn. Ze stopte met werken om er zeker van te kunnen zijn dat hij het was en dat ze niet blij werd gemaakt met een dode mus. Ze tuurde naar de veranda en probeerde de trekken te herkennen van de jongen die ze elke avond in haar dromen zag. "Hé Rosie, ga eens aan het werk. Of wil je klappen met de zweep?" klonk het boos vanaf de luie stoel. Ze ging weer aan het werk, maar in haar ooghoeken probeerde ze mee te kijken binnen. Een van de mannen draaide zich met een ruk om en begon het veld op te rennen. Het was Florian! Rosie wist niet wat ze zag, hij had woord gehouden en haar brief had hem bereikt. Hij had haar gevonden! Het was een wonder, maar nu interesseerde het haar niet hoe. Hij draaide ferm zich om naar de man die hem gevolgd was. "Het maakt me niet uit dat dat je geld gaat kosten als je nu al je slaven vrij zou laten. Rosie laat je nu in ieder geval gaan. Zij hoort vrij te zijn en ze hoort bij mij. Van mijn part moet ik haar loskopen van mijn eigen geld. Je hoort te gehoorzamen aan de wetten die er nu gelden!" bulderde Florian tegen de meester. Hij was een heel stuk gegroeid en zag er uit als een sterke kerel. De man haalde zijn schouders op en droop af, hij zag ook wel dat het menens was voor de jongen. Florian rende op Rosie af die in zijn armen sprong. "Oh, wat ben ik blij je weer te zien. Dat ik zo lang zonder je heb kunnen leven..." bracht Florian uit. Beiden begonnen te huilen van geluk. Hij zette haar weer neer op de grond. "Kom, laten we gaan. Weg uit dit land van zieke ideeën over slaven. Laten we ergens heen gaan waar we samen gelukkig mogen zijn!" Rosie knikte alleen maar en kroop dicht tegen hem aan.



30545+2371=32916 (20036+2371=22407)

Jowelle

Oma ging staan. "Oh, jongens. De schemering valt al in. Ik denk dat het tijd is voor een lekkere warme maaltijd en dan naar bedje toe. Het is al laat zo te zien. Morgen ga ik weer verder met het verhaal." Oma nam de kleine in de armen om het huis in te kunnen dragen. "Lisa, vouw jij samen met Alex het kleed even op en neem je hem dan mee naar binnen? Bedankt hè." Ze zag de zure gezichten bij de kinderen. Ze konden geen genoeg krijgen van Rosie. Oma had geen zin om het gejengel van de kinderen aan te horen om verder met het verhaal te gaan, dus ze was al vrij snel het huis ingelopen. Binnen stond de grammofoonplaat nog te draaien en de kamer zag blauw van de rook. "Zeg opa, doe eens een raampje open. Denk een beetje om de kleinkinderen. Zij hoeven niet in een vieze rokerige ruimte te zitten." Kwaad liep ze door naar de kelder om te kijken wat ze nog had om een maaltijd van te maken. Het was niet veel. De voedselbonnen waren een leuk idee voor gelijke verdeling in barre tijden, maar het vulde de magen niet echt. Er lagen nog acht stukken vlees en een halve kilo bonen. Dat zou het dan maar worden. Ze liep terug de keuken in en zag dat de rook enigszins weggetrokken was. De kinderen zaten inmiddels dicht tegen opa aan. Drie mensen in een uniform die een andere taal spraken schrokken de kinderen nogal af. Hanz probeerde de kinderen een beetje op zijn gemak te laten voelen, terwijl de andere twee soldaten als een zak aardappelen op de bank bleven zitten met elkaar te praten. Hanz haalde drie van zijn medailles van zijn borst en gaf deze aan de kinderen. "Habe ich gekregen für meine Hilfe beim EHBO". De kinderen keken hem raar aan. Door de gebaren die hij erbij maakte snapten ze het niet helemaal. Lisa keek opa aan en fluisterde: "Wat zegt die man? Hij lijkt aardig, maar ik snap niks van hem." Opa begon te lachen. "Hij laat je iets zien wat hij heeft gekregen voor zijn hulp bij de EHBO. Hij is dus een soort van held. Het zal wel een soort van medaille of oorkonde zijn die hij je laat zien." De kleinkinderen namen ieders een medaille aan en keken er goed naar. Jean stopte hem in zijn mond en Alex begon helemaal te glunderen. "Opa, is dit echt goud?" sprak hij met verbazing uit en hield de medaille in het schaarse licht omhoog. "Dat moet je aan die aardige soldaat vragen mijn jongen. Dat weet ik ook niet." Alex kroop nog eens dicht tegen opa aan. Hij mocht dan wel een stoere jongen zijn, maar stiekem was hij toch wel bang voor de soldaten. "Maar... maar ik weet helemaal hoe je dat tegen hem zegt. Hij spreekt een rare vreemde taal." Opa drukte zijn kleinzoon nog eens goed tegen zich aan en fluisterde in het oor van Alex: "Zeg dit maar tegen hem: Dies ist aus echtem Gold?" Alex keek de soldaat aan die nog altijd op zijn knieën voor de kinderen zat en sprak opa na. De soldaat keek hem stomverbaasd aan. "Wow, einer so kleinen Mann und damit auch eine andere Sprache sprechen, hören, schön! Und das ist wirklich Gold." Oma liep de woonkamer in en riep dat het eten klaar was. Alex en Jean-Pièrre liepen aan de hand van opa naar de eettafel, Lisa was er al heen gerend. Ze hadden echt honger, de hele dag hadden ze niks lekkers meer gekregen om van te snoepen. De borden werden leeg gelikt totdat er geen druppel meer op lag. "Zo, kinders. Gaan jullie vast omhoog. Trekken jullie je pyjama's maar vast aan, dan komen opa en ik zo om jullie toe te stoppen. Lisa, help jij Jean-Pièrre even als het hem niet lukt?" Mokkend liepen ze naar boven. Echt moe waren ze niet, maar ze moesten we krachten sparen. Snel sliepen ze niet. Ze hielden zich wakker door elkaar te vertellen over hoe zei dachten dat Florian Rosie had gevonden. De wildste verhalen over cowboys, indianen en wetenschappers kwamen voorbij. Pas toen het licht in heel het huis uitging omdat ook de soldaten en opa en oma gingen slapen moesten de kinderen wel stil zijn. Als opa en oma zouden merken dat ze nog niet zouden slapen en stout waren geweest door elkaar verhalen te vertellen, dan zouden ze morgen geen extra bij het ontbijt krijgen. Ze hadden al zo'n honger, dus dat wouden ze niet riskeren.

De volgende morgen hielpen de kinderen zichzelf het bed uit. Lisa was als een grote zus die echt waakte over haar broertjes. Oma vond het wel fijn. Als de kinderen wat zelfstandiger waren had zij er minder omkijken naar. Nadat ze in hun normale kleren waren liepen ze naar beneden. Daar zagen ze oma huilend in de bank zitten. Lisa draaide zich om naar haar broertjes: "Jongens, pak het kleed van gister en ga samen maar een kasteel bouwen van de blokken buiten. Ik kom er zo ook." Lisa wist ook wel dat Alex de blokken haatte, maar Jean-Pièrre vond het gewoon te leuk om er mee te spelen. En Lisa moest nu gewoon even alleen met oma zijn, ze kon wel een troostende schouder gebruiken, zo leek het. Ze ging naast oma zitten en sloeg een arm om haar heen. Oma keek verbaasd op. "Och, kind. Ik had je helemaal niet zien binnenkomen. Het is niets ernstigs hoor. Ik ben gewoon gelukkig dat jullie er zijn, het zijn tranen van geluk. Ja, daarom huil ik!" Oma klonk alweer iets opgewekter, al was het meer omdat ze een reden had gevonden waarom ze verdrietig kon zijn zodat ze niet de vreselijke waarheid aan Lisa hoefde te vertellen. "Oma, dat is lief van u maar ik weet ook wel dat dat niet zo is. Ik ben slimmer dan je denkt hoor. Vertel nu maar eens waarom u echt aan het huilen bent. Ik kan best de waarheid aan hoor." Oma twijfelde. Ze wist dat Lisa een sterke meid was, maar was het wel verstandig om het tegen haar te zeggen? Aan de andere kant, als ze haar hart zou luchten dan zou het wel weer een pak van haar hart zijn en kon ze weer wat fijner de dag doorkomen. Ze zou het voorzichtig met de juiste woorden vertellen aan Lisa. Zo zou zij zich beter voelen en was Lisa ook tevreden. "Nou, wat er aan de hand is, is dat ik vanochtend naar de buren toe ben gegaan. Ik had suiker nodig en zij hadden altijd zoveel. Dus ik klopte op de deur. Niemand deed open. Ik keek door het raam of ze echt niet thuis was of gewoon nog boven waren..." Oma haalde haar zakdoek nog eens langs haar ogen en met een andere leegde ze haar neus. "Daar zag ik een paar soldaten in het huis. Net zulke als wij nu in huis hebben, maar dan nog veel gemener dan die Fritz. Ze pakten de buurvrouw en buurman bij hun armen en namen hen mee. Ik ben zo bang dat ik ze nooit weer zie." Oma begon weer in snikken uit te barsten. "Ze worden vast gewoon verhoord en daarna zijn ze weer vrij hoor oma." probeerde Lisa haar oma weer iets op te beuren. "Ja, dat zal t zijn." oma stond op en vervolgde: "de kelder begint weer leeg te raken, ik ga even de bonnen inwisselen. Ga jij maar met je broer en zus verder leuk spelen." Zonder op reactie te wachten beende oma de kamer uit, ze wou niet weer in huilen uitbarsten als Lisa nogmaals iets liefs en onschuldig zou zeggen.

De straten zagen er grauw uit in deze tijden, de romantiek leek met de komst van de Duitsers wel uit de lucht te zijn verdwenen. De laatste dagen was oma vermoeid geraakt, ze voelde alsof ze de lange wandeling naar de winkel vandaag niet helemaal zou kunnen voltooien. Voor de zekerheid nam ze de tram maar. De halte was normaal een van de drukste opstapplekken, maar tot de verbazing van oma stonden er slechts drie mensen te wachten. Ze keek eens rond en kon geen verklaring vinden waarom het aantal zo klein was dat stond te wachten. Ze besloot een wachtende man aan te spreken van middelbare leeftijd. "Meneer, als ik u vragen mag, weet u misschien waarom er zo weinig mensen hier staan te wachten?" sprak ze zo vriendelijk als mogelijk nadat ze oogcontact met de man had kunnen krijgen. "Heeft u het nog niet gehoord?" de man hield even in om reactie af te wachten. Na het schuddende hoofd van oma vervolgde hij: " De Duitsers hebben besloten dat de Joden nu bijna niks meer mogen. De tram mogen ze niet meer in en hun eten moeten ze in andere winkels halen dan ons. Dat is als ze nog onder ons zijn. Het gerucht gaat dat ze de Joden afvoeren en dat ze hard moeten werken." Oma schrok. Ze trok helemaal wit weg. De man zag het en hielp haar op het bankje. "Dank u" bracht oma met moeite uit. Oma moest denken aan al die vriendelijke, arme Joden, aan haar buren vooral. Het waren zulke aardig mensen. Hoe kun je nu mensen gaan beoordelen op hun geloof? De tram kwam voor rijden. "Zal ik u de tram in helpen, of blijft u liever eventjes zitten op het stoeltje om nog even bij te komen?" vroeg de man behulpzaam. "Het gaat wel weer. Ik stap de tram wel in. Dank u dat u zo behulpzaam bent. Mensen van uw soort zijn zeldzaam dezer dagen." De man lachte en hielp haar de tram in om vervolgens naast haar plaats te nemen. De tramrit duurde gelukkig kort en al snel stond oma in de rij om haar bonnen in te wisselen. Ze kreeg medelijden met de jongeman die achter de balie zat. Ze wist echter maar al te goed dat hij ook een Duitse soldaat was en ze dacht aan de verkleinende voorraden thuis. De jongen was eventjes alleen toen oma aan de beurt was. Ze keek hem lief aan en maakte hem een complimentje over zijn mooie blauwe ogen en zijn brede schouders. In wezen was het een lelijk en schriel jongetjes, maar oma wist dat de juiste opmerkingen maken bij jonge jongens soms nog nut kon hebben. "Oh, wat leuk dat u dat zegt. Ik heb de laatste dagen wat extra getraind." Oma dikte het nog wat aan door er een vette knipoog bij te gooien. De jongen bloosde en keek schichtig om zich heen en pakte van alles eentje extra toen hij zag dat er totaal geen toezicht was. Het plan hard gewerkt want hij fluisterde erbij "Niks zeggen hè. Dit mag niet, dat snapt u wel." Oma gaf hem nog een knipoog en met een glimlach liep ze weg, op naar de tram. Achterin de tram was er nog plaats, het was nu drukker dan op de heenweg. Oma dommelde weg, de stoelen in de tram zaten ook zo lekker. Ze werd plots weer tot in de realiteit getrokken door een stomend geluid. Alsof het theewater aan het koken was, maar dan luider. Ze keek verschrokken door de ruit en zag tot haar verbazing dat er een trein reed. Die hadden een lange tijd niet gereden en dat was ook de reden dat de kinderen nog niet opgehaald waren door hun ouders. Nu begon de glimlach tot de oren van oma te groeien, ze realiseerde zich nu dat haar kinderen nu wel de kans hadden om over te komen. Zij had ze zeker gemist, om over de kleinkinderen maar te zwijgen. Nog nooit zo blij hadden de kinderen hun oma het huis binnen zien komen. "Oma, waarom bent u zo blij?" vroeg Alex. "Oh, er was een aardige jongeman op straat waar ik leuk mee heb staan te praten," loog oma. Ze wou de kinderen niet blij maken met een dooie mus. Als ze nu zou zeggen dat hun ouders weer zouden kunnen komen, dan zouden ze nergens anders meer aan kunnen denken. Tevreden stopte oma de gekregen levensmiddelen in de kelder en liep naar opa toe. "Ik hou van je." Zei ze nadat ze een kus op zijn mond had gegeven. "Ik ook van jou Rosie." fluisterde opa. Hij trok haar naar zich toe en lekker knuffelend lagen ze daar op de bank, ze trokken zich niks aan van de beide soldaten die tegenover hen zaten op de stoelen. Jean keek eventjes op van zijn blokkenspel maar hij zag dat oma niets ging vertellen en besloot het gezegde te negeren.

Enkele dagen gingen voorbij na die ene middag dat Oma weer een trein zag rijden. Diezelfde middag was ze meteen naar het postkantoor vertrokken. Na heel veel moeite en een flink stuk ham onder de tafel door te hebben gegeven kreeg oma de balie-juffrouw zover dat ze een telegram wilde versturen. Bittere tijden vroegen soms om een andere aanpak en oma kende alle trucjes. Ze had haar zoon en schoondochter gevraagd om naar Parijs te komen om hun kinderen op te halen. Omdat in het dorp waar Louis en Jeanine woonden weinig communicatiemiddelen waren zat er niks anders op dat af te wachten. Opa had de kinderen de afgelopen tijd bezig gehouden met een oud poppenhuis wat ze van zolder hadden gehaald. Vooral Lisa kon hele middagen opgaan in het spel. Alex vermaakte zichzelf vooral buiten met padvinden en het opsporen van insecten. Vaak genoeg had hij zijn zus laten schrikken door plots een grote spin in haar haar te stoppen. Jean had de kunst van het blokken bouwen inmiddels redelijk onder de knie en was bezig toren te bouwen, al vielen deze vaak heel snel om. Hij vond dat juist het prachtigst en dan klonk zijn schaterlach door de hele kamer. Oma had bewust niet zo veel meer over Rosie vertelt omdat ze het einde van het verhaal nog moest afronden. Elke keer wanneer de kinderen erom vroegen had ze geantwoord; "Oma moet nog goed nadenken over hoe het precies afloopt. Maar jullie weten het misschien wel beter dan ik hoor!" en ze gaf hen een knipoog. Na een paar avonden tobben over het beste verhaal had ze besloten het er met opa over te hebben. Opa vertelde haar wat hij er nog van wist en eindelijk kon ze verder.

Die avond had oma stoofvlees gemaakt en had iedereen gesmuld. Zelfs de normaal zo nukkige Duitsers hadden goedkeurend gesmakt en wisten hun opmerkingen voor zich te houden. Oma was blij dat de sfeer zo goed was en besloot thee te zetten en ze zette de kinderen buiten op de veranda op een bankje met een dekentje erbij. Opa kwam ook in zijn schommelstoel erbij zitten en schommelde in een vredig ritme terwijl hij gretig meeluisterde. "Eens kijken waar ik was gebleven... ik was net Florian weer tegengekomen..." mompelde ze. Lisa schoot op en knoeide thee over de deken. "U bedoelt Rosie oma!" verbeterde ze haar oma. "Ohja, klopt. Goed zo meid!" en ze gaf haar een knipoog. "En nu stil zitten anders giet je de hete drank nog over je broers heen!" Oma voelde de blauwe ogen van haar man op zich gericht en gaf hem een geruststellende aai over zijn hand. "Nou, vertel op! Ik ben reuze benieuwd hoe het met die Florian is gegaan haha." lachte hij haar bemoedigend toe. Alex schoot hem bij. "Ik denk dat hij gewoon iedereen neerschoot en ze dwong om te vertellen waar Rosie was!" schoot zijn fantasie op hol. "Nee joh gek" verbeterde Lisa hem. "Dat kan toch helemaal niet. Ik denk dat Florian gewoon heel slim was." en ze lachte naar Oma. "Dat heb je goed gezien dame. Florian was heel slim en ik ga jullie nu vertellen hoe hij Rosie had gevonden."


Jowelle

"Florian en Rosie reden samen weg van de akelige plantage waar Rosie de laatste tijd had gewoond."Ik hoop hier nooit meer terug te komen." wenste Rosie en de nestelde zich dichter tegen Florian aan die achter haar in het zadel zat. "Dat hoeft ook niet, daar zorg ik voor!" Dapper beloofde hij haar voor haar te zorgen. Hij vertelde haar dat hij de laatste tijd lang had kunnen nadenken wat hij wilde. Hij had enkele geldstukken gespaard maar het was niet voldoende voor hen beiden. "Wat nu Florian?" vroeg Rosie met een rotsvast vertrouwen in haar liefde. Florian besloot naar het dorp in de buurt te rijden en daar in een herberg te overnachten. Samen liepen ze naar binnen en Florian vroeg om een kamer voor hen beiden. "Dat kost je dan 21 penny's voor jouw eenpersoonskamer en 5 voor je slavinnetje jongeman." zei de dikke herbergier achter de balie. Florian werd woest en moest moeite doen zich te beheersen. "Zeg, dat is een koopje hoor, ze mag gewoon op je kamer op de grond. Ze ken hier bij ook de andere leggen, maar dat kost je 5 penny's extra. Je mot t zelf weten." en hij haalde zijn schouders op. Florian wist dat de man zijn standpunt niet ging veranderen en hij trok Rosie naar zich toe. "Ik en mijn vrouw wensen een tweepersoonskamer." en hij legde een halve dollar neer. De herbergier zweeg en legde snel een sleutel op de toonbank. Terwijl hij en Rosie naar boven liepen hoorden ze de man smoezen tegen een man aan de bar. "Vieze zwarte" was het laatste wat ze opvingen voordat ze de bovenverdieping bereikten. De kamer was niet veel soeps maar ze waren tenminste bij elkaar. Florian trok haar tegen zich aan op de bedrand. "Rosie, niet luisteren naar die vent. Ik hou van je en we zijn samen. Dat is het belangrijkste." Ze zoenden innig en Rosie was de opmerking van de man beneden binnen een ogenblik vergeten. Samen met Florian. Alles wat telde. Toekomst. De woorden spookten in haar hoofd en ineens stond ze op. "Florian. Ik vind het fijn om bij je te zijn, maar hoe gaat het nu verder?" Florian vertelde haar dat hij een verrassing had voor haar maar dat hij dat pas bij hun ouders kon vertellen. Rosie knikte maar ineens schoot het haar te binnen dat ze helemaal nog niet wist hoe hij haar had gevonden. "Floor? Hoe heb je me eigenlijk gevonden. Ik bedoel de aanwijzingen waren niet zo goed... ik wist zelf niet eens meer waar ik zat." Florian trok haar weer terug op de bedrand. "Tja, het was ook een hele tour kan ik je vertellen. Het begon dus met die brief.." hij verzat eventjes en pakte uit zijn jaszak de brief erbij. "Het eerste stukje was wel makkelijk. Ik heb op het station gevraagd om een kaart en daar zag ik meteen station Winfield opstaan. Ik heb een kaartje gekocht en ben met de trein gegaan. In de trein heb ik de landkaart bestudeerd maar ik zag in dit gebied.. " hij wees in de omgeving van het plaatje Winfield" .. een paar bossen liggen. Er is hier vooral veel moerasgebied, maar er bleken dus toch meerdere bossen te zijn. Ik ben het dorp ingereden en heb ze gevraagd of er ergens op een uur rijden een plantage ligt hij een van de bossen. De mensen hier in de buurt zagen mij echter aan voor een Noorderling." Rosie keek eventjes naar zijn kleding. Het was niet zo gek dat ze dat dachten.. zijn haren zaten totaal anders dan de mode hier voorschreef. Zijn krullen waren meer ingetoomd en hij droeg zijn hemden hoog dicht. "Dus ze waren bang dat ik hen ging aanvallen of zoiets. Soms kunnen mensen zo stom zijn Rosie. Ik heb maar niet geprobeerd om het hele verhaal uit te leggen. Niemand die mij zou geloven. Er zat dus niets anders op dan terug te gaan naar Hayleyville." Rosie keek hem aan. "Dus je was al eerder in de buurt?" Florian knikte en ging verder met zijn verhaal. "Maar ik kon je dus niet vinden, ik heb de laatste trein terug gepakt. Thuis aangekomen ben ik meteen doorgereden naar huis. Papa was verbaasd dat ik zo snel al terug was, zonder jou. Ik heb hem verteld dat ik je niet kon vinden en je spoor kwijt was. Papa was al woedend op de buren weetje, toen hij hoorde dat ze je verkocht hadden. Een 'misselijke streek' vond hij het. Eigenlijk wilde hij toen al naar Sir Budd toestappen om hem de les te lezen maar mijn moeder vond dat niet goed. Ze was nogal bang voor de oorlog en de reactie van haar buurvrouw. Wat een gemene vrouw is dat zeg.. Nouja, ik kwam dus thuis zonder jou en toen vond mijn vader het leuk genoeg geweest. Hij bonsde daar op de deur, kan je het voorstellen om tien uur 's avonds!" Rosie grinnikte. Dat zullen ze niet leuk hebben gevonden. Mrs. Budd zou vast aan haar schoonheidsslaapje zijn rond dat tijdstip. "De deur werd eerst open gedaan door die heks van een vrouw van hem. Je had trouwens gelijk, ze is echt zo koud als een ijskoningin. Nou die ging een scène maken dat het een onchristelijk tijdstip was en dat ze met rust gelaten wenste te worden omdat ze moe was. Na al die heisa kwam haar man naar de deur die haar weg dirigeerde en mijn pa vriendelijk begroette. Mijn vader vroeg om Brad en even later zag ik dus ook wie dat is. Hij is werkelijk de lelijkste jongen die ik ken Rosie. Ik moest moeite doen om me in te houden, ik kon zijn kop wel schieten. Maar ik hield mijn mond en mijn vader vroeg het hem. "Aan wie heb je Rosie verkocht?" en die aap deed dus mooi alsof hij van niets wist. "Wie is Rosie? Ik heb niemand verkocht." Meneer Budd kuchte. "Maar Sir ik heb helemaal geen van mijn slaven verkocht. Er is er wel eentje dood gegaan ongeveer een jaar geleden, neergeschoten in de stad. Tenminste dat vertelde Brad mij. Een meisje dat Rosie heette." Eventjes wist mijn vader niet wat hij moest zeggen maar ik gaf hem de brief. "Het is niet waar vader, ze leeft echt nog. Hij heeft haar verkocht!" zei ik tegen hem. De stiefvader van Brad keek hem boos aan. "Heb jij mijn slaven verkocht jongen? En tegen mij gezegd dat ze dood was? Hoe durft je! Ze is helemaal niet van jou, bovendien was Rosie een braaf meisje!" Brad trok nog witter weg dat hij al was en zei toen tegen zijn stiefvader. "Maar ik zou haar wel hebben geërfd. Bovendien ze was gewoon een stom kind. Mooi dat wel, ze bracht me veel op. Maar zo eigenwijs als de pest." en hij spuugde op de grond. Sir Budd wist dat zijn stiefzoon vervelend was maar dit had hij nooit achter hem gedacht! Hij gaf hem een harde klap in zijn gezicht. "Brad wat val jij tegen. Welke zoon steelt er nou van zijn eigen vader." Ik vond het komisch om te zien hoe de jongen op zijn kop kreeg maar mijn vader vond het onbehoorlijk dat het alleen maar over geld ging. Hij wilde gewoon weten waar jij was! "Brad, jij betaalt het bedrag nu aan Florian. Dan kan hij het meisje gaan zoeken. En je blijft met je varkenspoten van mijn eigendom af!" en tierend verdwenen ze in het huis. De volgende dag lag er een enveloppe met het geld op de deurmat en de naam aan wie hij jou had verkocht." Rosie giechelde. Ze vond het grappig en terecht dat Brad zo op zijn kop had gekregen. "En toen ben ik die dag weer hierheen gekomen en heb ik de handelaar opgezocht. Hij woont hier vlakbij. Een mooi meisje van een jaar of 14, lang haar met krullen en ronde wangen. Hij herinnerde zich jou nog wel en zie daar, ik vond je plantage! Ik was zo blij toen ik je zag..." eindigde hij zijn verhaal. Rosie vond het een prachtig verhaal maar was nog blijer toen ze zijn laatste woorden hoorden. Ze wilde ze wel elke dag horen. Ze besloten beneden een hapje te gaan eten en de volgende dag terug naar Florians ouders te gaan. Diep gelukkig viel Rosie die nacht in slaap. En voor het eerst werd ze wakker in Florians armen en ze bleef liggen op zijn borst die zachtjes op en neer ging. Kon het nog beter?"

32 916 + 4 074 = 36 990 (22407 + 1 425= 23 832) (beide posts)

Jowelle

Het was al helemaal donker buiten toen oma ophield met vertellen. Jean begon weg te dommelen maar de andere twee waren nog wakker zat. "Ah he toe oma, niet ophouden met vertellen!" smeekten ze maar oma stuurde ze onverbiddelijk naar bed toe. Opa tilde de kleinste naar boven en de oudsten volgden bezwaard. "Het was zo romantisch oma, ik wou dat ik iemand als Florian had." fantaseerde Lisa. "Bah" zei Alex en hij trok een gezicht alsof hij moest kotsen maar stiekem vond hij het ook een fantastisch verhaal. "Ja, ik heb er eentje hoor!" en ze wees op opa. "Jup, je eigen Florian." beaamde Opa en hij kneep oma kort in haar zij. Oma giechelde en wenste de kinderen goede nacht. "Zoet slapen he kinders want morgen is het weer een nieuwe dag." en ze knipte het licht uit. Opa en Oma liepen naar beneden. "Als jij het verhaal vertelt, is het net alsof ik er weer bij ben..." vertrouwde opa haar toe. "Ik ook en het kon wél alleen nog maar maar beter!" jubelde oma. De twee kropen diep onder de wol in hun eigen bed en vielen arm in arm in slaap.

Lisa lag gedraaid in bed, met een arm buiten boord en een arm om haar kleine broertje heen. Jean-Piérre lag met zijn duim in zijn mond half onder de lakens en Alex lag op zijn buik met een knuffel in zijn armen te slapen. Het was doodstil in de kamer, maar toch stonden er vier mensen om hun bed heen. Allen stonden te kijken naar hoe vredig de kleintjes sliepen. Lisa draaide zich nog eens om en kroop dichter tegen de kleine Jean aan. Aan de linkerkant werd Alex zachtjes over zijn haren gestreken en aan de rechterkant ging iemand op het bed zitten. Langzaam gingen de oogjes open van Alex en het duurde maar heel eventjes voor hij doorhad wie er voor hem stond. "Mama!" riep hij en ook Lisa opende haar ogen. "Papa!" Louis pakte zijn dochter vast en trok haar op schoot. "Verrassing! Wat ben jij groot geworden zeg dametje!" zei hij en knuffelde haar. Jean deed ook langzaam zijn oogjes open en strekte zijn armpjes uit naar zijn moeder. "Ah mannetjes van me! Papa is weer helemaal beter. Wat heb ik jullie gemist zeg!" Zelfs de stoere Alex wou niets liever dan dicht tegen zijn moeder aan kruipen en Jeanine had haar handen vol. Louis stond op en tilde zijn dochter uit bed. "Kom kinderen, we gaan eens lekker ontbijten in de achtertuin." en in hun pyjama renden de kinderen vol enthousiasme de trap af. Jeanine en Louis hadden eieren meegenomen uit het dorp en een vers brood. Ze waren vroeg opgestaan om hun kinderen te verrassen en dat was ze uitstekend gelukt. Het ontbijt was het gezelligste sinds tijden. Oma merkte dat ze haar zoon ook had gemist. Zijn grapjes verlichtte de situatie altijd ontzetten en een extra helpende hand van Jeanine was altijd welkom. Het was een enorme opluchting om te weten dat haar zoon volledig genezen was. Hij was wel een stuk magerder geworden maar hij zag er blakend van gezondheid uit. TBC kon een gemene ziekte zijn maar gelukkig was haar zoon er goed uit gekomen. Oma merkte ook dat Opa genoot van de aanwezigheid van hun zoon en zijn vrouw. Onder het ontbijt praatten ze over koetjes en kalfjes maar ze wist dat dat vooral was omdat de kinderen erbij waren. Jean was niet weg te slaan bij zijn moeder en Alex vertelde allemaal stoere verhalen over het 'onweer', de schuilkelder en de soldaten in huis. "Die Kristoffer is echt, sorry papa, een stomkop." Louis keek bedenkelijk naar zijn zoon, dat soort taal was hij niet gewend. Aan de andere kant vond hij wel dat zijn zoon gelijk had. Lisa vertelde dat Hanz wel aardig was en dat hij allemaal medailles had gewonnen. Jeanine en Louis luisterden ingespannen tot ze werden gestoord door de overbuurman die kwam vertellen dat er een uitzending was op de radio die ze moesten horen. Opa en Louis liepen naar de zolder waar de radio inmiddels verstopt stond. De Duitsers mochten niet weten dat ze naar de Engelse uitzendingen luisterden en dus deden ze het in het geniep boven. De uitzending vertelde over de kampen in Polen en de voedsel tekorten die in de steden van Nederland en België al een feit waren. "Vreselijk. Die kampen. Je moeder had het er al over Louis. Ze schijnen mensen op te sluiten en te laten werken als slaven. Wat een onmenselijke behandeling. Ik had gehoopt dat je moeder dit nooit meer mee hoefde te maken jongen." zei hij treurig. "Pa, misschien kunnen u en moeder beter meegaan naar het dorp. Wij hebben nog grote voorraden van onze moestuin en het is allemaal iets soepeler op het platteland." Meneer Clement luisterde naar zijn zoon en nam het aanbod in overweging. "We kunnen hier niet zomaar weg zoon. We hebben soldaten in ons huis zitten, ze zullen alles plunderen. Bovendien weet ik niet of je moeder het aan kan om nu ver te reizen." Ineens bedacht hij zich nog iets. "Misschien zien we ons huis wel nooit terug.. Parijs.." en hij slikte. "Ik weet zeker dat ze het niet zomaar zullen plunderen. Het zijn Duitsers, geen vandalen. We kunnen best wat voor jullie meenemen. De schilderijen van moeder en uw boeken." Opa was vroeger advocaat en daarna rechter geweest en had een hele collectie boeken opgebouwd. Hij zuchtte nadat Louis deze laatste zin noemde. "Die boeken kunnen me gestolen worden maar de kunst van je moeder kunnen we niet zomaar achterlaten. Die prachtige doeken, dat mis ik het meeste sinds in blind ben. Ik kon in die schilderingen altijd haarzelf terug zien, zo mooi. Goed, ik zal met haar overleggen, misschien kunnen we ze nog wel verkopen of in bewaring geven bij het museum waar het andere werk van haar tentoongesteld staat." besloot hij zijn overwegingen. Louis knikte en samen liepen ze naar beneden.

"Mama, kent u het verhaal van Rosie en Florian ook? Oma is het ons aan het vertellen. Jeanine haalde haar wenkbrouwen op. "Over Oma..?" stamelde ze en keek naar haar schoonmoeder die haar knipoogde. "Nee oma verteld dat verhaal over Rosie. Kent u dat ook?" zei Lisa nog eens omdat ze dacht dat haar moeder de vraag niet snapte. Jeanine lachte eventjes. "Ja, dat verhaal ken ik heel goed. Ik denk dat jullie oma dat verhaal het beste van de hele wereld kan vertellen." zei ze. Lisa lachte. "Het is zo romantisch. We zijn nu net bij het stuk dat Florian Rosie weer had gevonden nadat ze was verkocht. Denkt u dat het goed afloopt mama? vroeg ze. "Ik weet wel zeker hoor schatje. En jij kent de afloop ook al." zei ze mysterieus. Lisa keek van haar moeder naar haar oma en zuchtte. "Wat is er toch steeds. Ik ken dat verhaal niet hoor. Oma vertelt het voor de eerste keer. Hoe kan ik nou weten hoe het afloopt?" Alex kwam ook aanlopen en ging op de bank ernaast zitten. Jeanine trok Lisa naar zich toe en fluisterde iets in haar oren. De ogen van Lisa werden groot en ze wilde iets door de kamer roepen voordat oma haar vinger op haar mond legde en haar gebaarde het niet door te vertellen. Lisa fluisterde terug naar oma. "Mama zei dat ik Rosie zelf kende.. maar ik ken helemaal geen Rosie." zei ze verontwaardigd en oma barste in lachen uit. "Ik weet zeker dat je haar kent hoor meid, wacht maar af." "Wat smoezen jullie daar dames?" vroeg Louis die naast zijn zoon op de bank neerplofte. "Och iets over het verhaal van Rosie." zei zijn dochter. Louis keek zijn moeder aan. "Ben je je verhaal aan het vertellen tegen de kinderen?" Oma knikte. "Ja, ik vond dat de kinderen het verhaal wel eens mochten horen. Zal ik verder vertellen?" vroeg ze aan niemand in het bijzonder. Alex en Lisa hapten meteen. "Ja leuk!" en oma begon weer te vertellen.

"Rosie werd die ochtend vroeg wakker. Nog gewend aan het ritme van de plantage werd ze bij de eerste zonnestralen wakker, klaar om te werken. Ze werd echter wakker op een zacht matras tegen haar vriendje aan. Florian naast haar sliep nog maar en Rosie wou dat ze dat ook kon. De heel nacht had ze wakker gelegen van de opwinding. Ze was; vrij! Nu echt, van de wet, maar ook van haar eigenaar. Florian had haar meegenomen en niemand zou haar ooit nog scheiden. Ze maakte zich wel een beetje zorgen over de tijd die nog moest komen. Wat zouden ze met zijn tweeën moeten gaan doen. Kon hij hun wel onderhouden? Hoe zou het met Francey gaan? Ze miste haar broer heel erg, ze had hem al een jaar niet gezien. Ze verlangde naar een normaal leven. Samen met iedereen die van haar hield en het liefst voor altijd met Florian. Er was zoveel wat er was veranderd. "Rosie?" ze keek naast zich recht in de blauwe ogen van Florian. "Droom ik of ben je echt bij me?" fluisterde hij haar toe. "Even testen hoor!' en hij trok haar bovenop zich en kuste haar. "Hmmm, volgens mij ben je wel echt he?" en ze lachte hem toe. Rosie wou het liefste de hele dag in bed blijven liggen met hem maar durfde het niet te zeggen toen Florian voorstelde om op te staan. Rosie stond op om zich aan te kleden maar schaamde zich erg voor haar vodden. De jurk die ze had was kleurloos en vormeloos. Bovendien zaten er veel gaten in en was hij te kort. Florian zag haar tobben en haalde een pakje te voorschijn. "Dit is van Daisy. Ze mist jou ook heel erg. Het is haar lievelingsjurk, een groene met die witte strik. Ze wou hem per sé voor jou meegeven." Rosie pakte de jurk aan en wist niet wat ze moest zeggen. Het was de mooiste jurk die ze ooit had gezien, donkergroen fluweel afgezet met wit lint. "Trek hem maar aan hoor. Hij staat je vast prachtig." Florian kon het niet laten om te kijken hoe ze de jurk aantrok. Rosie was veel veranderd sinds hij haar had achtergelaten. Ze was nog mooier dat hij zich herinnerde en haar donkere bruine ogen straalden van geluk. Ze was ietsjes gegroeid en was overal ronder geworden. Al die tijd had hij gefantaseerd over haar en nu stond ze vlak bij hem. De jurk paste haar als gegoten en ze danste door de kamer op haar blote voeten en zwierde langs Florian heen. "Ik heb ook iets voor je Rosie. Ik had het al een jaar, maar ik kon het je niet eerder geven. Het is perfect voor je." en hij gaf haar een klein pakketje terwijl Rosie stamelde dat het allemaal teveel was. Ze ging in de vensterbank zitten om het beste licht te hebben zodat ze het presentje goed kon bekijken. Het was een klein pakketje ingepakt in een mooi doosje. In het doosje zaten watten en Rosie moest goed kijken voor ze zag wat er in lag. Florian had haar zojuist de allermooiste armband en ketting gegeven die ze zich ooit had kunnen voorstellen. "Ik hoop dat je het mooi vind." maar Rosie hoorde niet eens wat hij zei. Ze hield een fijne gouden armband in haar handen van aaneengeschakelde roosjes en een gouden ketting met een roos van kleine rode steentjes als hanger in haar handen. "Ooh" was het enige wat ze kon uitbrengen. "Ooit geef ik je de mooiste ring die ik kan vinden Rosie, maar we zijn nog jong. Ik hoop dat je ze mooi vind. Ik vind ze precies bij jou passen." meende Florian en hij hielp haar het collier om te hangen. Rosie liep naar de spiegel toe en had bijna tranen in haar ogen. Dit was meer dan ze ooit had bezeten. Sterken nog, het was waarschijnlijk het duurste wat ze ooit in handen had gehad. "Bedankt" was het enige wat ze wist uit te brengen en stralend omhelsde ze hem. "Kom Rose, we gaan naar beneden, ontbijten." stelde Florian voor en hij trok haar mee. Beneden was de herbergier weer naar hen aan het staren. Dit maal niet spottend maar jaloers. Rosie zag er prachtig uit en ze voelde zich werkelijk waardig om de vrouw van Florian te zijn. Na het lekkerste ontbijt in tijden rekende Florian af. "Ik wens u en uw vrouw een prettige reis." gaf de waard zich gewonnen en Florian liep glimlachend naar buiten. Te paard waren ze binnen een kwartier bij het station en ze kochten twee enkele kaartjes naar Haleyville. Eindelijk ging Rosie weer terug naar haar thuis."


36 990 + 2119 = 38 109 (23 832 + 780= 24 112)

Jowelle

#21
Oma stopte eventjes met het verhaal om te lunchen. Heerlijk dat ze niets hoefde te doen omdat Jeanine alles al had klaargezet. De soldaten waren overdag aan het werk dus waren ze ook even van hen af. Lisa ging elke keer meer op in het verhaal en haar ogen werden groot bij het horen van de prachtige sieraden die haar oma beschreef. "Later als ik groot ben wil ik ook graag ooit zulke mooie sieraden en jurken krijgen!" zei ze en de danste door de kamer. Oma lachte "Nou meid, misschien krijg jij op een dag wel net zulke mooie sieraden." en opa lachte mee. Het brood smaakte goed en de sfeer zat er ook goed in.

Na het eten dirigeerde Louis zijn kinderen naar buiten om alleen te kunnen zijn met de volwassenen. "Vanochtend heb ik vader voorgesteld dat hij en u meegaan met ons naar het dorp." opende Louis in het gesprek met zijn moeder. "Lieverd? Ik vind het geen probleem, vooropgesteld dat we je schilderijen in veiligheid kunnen brengen. Verder hebben we niets van emotionele waarde, dus de Duitsers mogen de rest houden.. Wat vind jij?" voegde opa er aan toe. Oma zuchtte, ze had het al zien aankomen. Kinderen konden net zo beschermend doen tegen hen zoals zij vroeger tegen Louis zelf was. Hij meende het allemaal goed en misschien wat het ook wel het beste. Oma vertelde dat ze het plan goed vond, maar dat ze Parijs zo zou gaan missen. Ze liep al tegen de negentig en met die oorlog konden ze misschien nooit terugkeren. "Mijn schilderijen zullen we inpakken en meenemen. De rest kan ik wel bij het Louvre afgeven, ze zullen ze voor jullie bewaren bij de rest van de collectie." Oma keek om zich heen en keek naar haar schilderijen. Schilderingen van bonenstaken, koloniale huizen en donkere figuren vormden het onderwerp. "Deze wil ik meenemen." En ze wees naar een portret van een donkere jongeman, lachend aan het werk. Zijn haardos stond overal heen en zijn witte tanden spatte van het doek af. "Ik zou hem nog zo graag eens weer eens willen zien..." verzuchtte ze terwijl ze het schilderij van Francey van de muur af haalde. Jeanine en Louis keken elkaar aan en stonden op om te helpen. Ze verzamelden alle werken en zette ze op een rijtje voor haar neer. Er waren meer dan twintig stukken in huis allemaal even mooi. Een schittering van het verleden drong door in de woonkamer en allemaal stonden ze een paar minuten te staren naar de kunst. "Ze zijn prachtig." vond Jeanine. Vele andere werken waren al door de loop van de jaren heen verkocht aan verzamelaars en musea, maar dit waren de stukken die oma had willen behouden. Het waren de plaatjes van haar verleden en van de wereld die achter haar lag. Haar hele jeugd stond voor ze. Uiteindelijk koos Oma zes stukken om mee te nemen, inclusief die van Francey. Ze haalden ze uit de lijsten en rolden de doeken voorzichtig op om beschadigingen te voorkomen. De anderen nam Louis mee de stad in, maar oma wilde niet weten waar ze bleven. Ze hoopte dat andere mensen er nog van gingen genieten en nam in haar hoofd afscheid van ze.

De rest van de bagage pakken ging vrij vlot, omdat ze niet zo veel mee hoefden te nemen. De koffers van de kinderen waren snel ingepakt en Opa en Oma namen alleen de noodzakelijke dingen mee. Boven van zolder pakte Oma een bundeltje brieven met een verfrommelde zwart-wit foto bovenop van een jongen met blonde krullen. Oma lachte, die gingen ook mee! Beneden aangekomen stond iedereen al klaar om naar het station te gaan. Ze pakten de tram, die wederom vrij leeg was en kwamen op het station aan. Oma herkende de hal bijna niet meer. Overal stonden soldaten in uniform en de rijen bij de loketten leken eindeloos. Louis stapte naar voren en ging in de rij staan. "Ik regel het wel." was het enige wat hij zei en hij verzamelde hun papieren. Tegenwoordig mocht je niet eens meer vrij reizen, maar moest je met je 'Ausweiss' laten zien wie je was en een verklaring afleggen van het hoe en waarom. Het duurde bijna drie kwartier voordat Louis terugkwam met de vervoerbewijzen en ze snelden naar het perron waar de trein al stond te stomen. De treinreis zou bijna drie uur duren, dus om de kinderen te vermaken besloot oma verder te gaan met het verhaal. "Rosie zat ook in de trein." merkte Lisa slim op en het verhaal ging ook verder vanuit de trein, duizenden kilometers verderop.

""Vertel me eens over je tijd in het Noorden?" vroeg Rosie. Ze had veel opgemaakt uit de brieven, maar lang niet alles wist ze nog. "Het was er heel koud. Zelfs de lentes daar zijn nog kouder dan onze winters hier." begon Florian. "Ik heb allemaal nieuwe kleren moeten kopen, en ze dragen daar vaak dassen. Op school moesten we ook een uniform aan" en hij beschreef het pak dat hij aan had gehad, met de donkerblauwe blazer en een geruit gilletje. "dat was eigenlijk wel leuk, want nu was iedereen hetzelfde." De stad was compleet anders dan je je ooit kunt voorstellen Rosie. Overal was rook en fabrieken en gebouwen hoger dan de kerk in ons dorp waar mensen in woonden. Ze hebben de langste bruggen ooit, compleet gemaakt van een soort ijzer. En de grootste gebouwen zijn allemaal van steen. De straten daar waren wel smeriger dan hier en de zon was soms ver te zoeken. Net als jij Rosie." vertelde Florian. Rosie lachte eventjes en vroeg. "Zijn de mensen daar dan allemaal rijk en vrij?" "Nee, bij lange na niet. De slaven daar waren wel bevrijd, maar ze leefden net zo armoedig als hier en niemand keek ze aan. Overal op straat waren bedelaars en mensen die zo dun als stokjes waren en bibberden van de kou. Het is daar niet beter, al kunnen ze wel zelf beslissen wat ze willen doen. Maar slaven alleen bevrijden is niet de oplossing Rosie, dat zag ik daar wel. Als iedereen nou eens wat deelde met anderen en niet zo verrekte verwaand was!" zei hij boos. "Iedereen kan toch gewoon samen leven? Ik heb daar rechten gestudeerd. Ik weet nu heel veel van alle Amerikaanse rechten en sinds kort is die nieuwe wet door de senaat goedgekeurd. 'Neither slavery nor involuntary servitude...shall exist within the United States.' ofterwijl; niemand mag je dwingen te werken en dat geld voor alle Amerikaanse Staten sinds dit jaar. Maar in de praktijk zal het nog lang duren voor het allemaal gelijk is. Dat is het belangrijkste wat ik heb geleerd. Je kan wel vechten, zoals die stomme burgeroorlog hier, maar je kan ook op politiek vlak iets betekenen. Ik wil de wereld nog beter maken en uiteindelijk misschien wel advocaat, politicus of rechter worden. Dan kan ik al die mensen die jou en jouw volk misbruikt hebben, eindelijk geven waar ze recht op hebben; straf." Rosie luisterde met open mond. Ze wist niet daar Florian zo begaan was met de negers. Hij wilde zelfs zorgen voor een betere toekomst voor hen allemaal en niet alleen voor Rosie. Ze bewonderde hem voor zijn overtuigingskracht en besloot dat ze hem in alles zou helpen wat ze maar kon. "Wat goed allemaal Florian. Ga ervoor, ik zal je erin steunen." beloofde Rosie en de verdere reis gingen ze verder over dit onderwerp terwijl buiten het landschap langzaam veranderde in minder moerassen en meer plantages.

De trein sukkelde langzaam station Haleyville binnen en Rosie zat tegen het raampje aangedrukt. Het dorp was voor geen meter veranderd, alleen was het lang niet zo stil meer op de straten. Het bruiste en overal waren mensen aan het bouwen en aan het werk. Het stadje leefde weer en de markt stond vol met goederen en blanken en zwarten door elkaar. Je zag nog steeds dat ze niet dezelfde positie hadden, maar nergens werd er meer eentje afgetuigd of verrot gescholden. Rosie lachte, ze had het dorpje stiekem wel gemist en ze was ongeduldig met het uitstappen. Ze rende het perron op en zocht met haar ogen naar een teken van Daisy of misschien wel Francey maar zag ze nergens. "Ze zijn er niet Rosie. Niemand wist wanneer wij terug zouden komen. Ik kon ze moeilijk de hele dag laten wachten, niet?" en hij sloeg een arm om haar heen. "Kom, we gaan lopen." stelde Florian voor. Het was immers niet lang en het zonnetje scheen goed. Rosie knikte. Florian begon te lopen maar merkte dat Rosie iets voorzichtiger liep. Hij keek naar beneden en merkte op dat ze nog steeds op haar blote voeten liep. "Zeg, zo kan dat niet hoor. We gaan schoenen voor je kopen." en ze liepen de markt op. Rosie snoof de vertrouwde geuren weer op en keek haar ogen uit. Overal zag ze oude bekenden en ze ving zelfs een glimp op van Heather, die zwanger leek! Florian kocht een paar mooie zwarte leren laarsjes voor Rosie en Rosie trok ze meteen aan. Ze pasten perfect en Rosie kon wel het hele stuk rennen van blijdschap. Ze hield zich echter in omdat rennen met zo'n mooie jurk niet bepaald gepast was. Samen liepen ze het stuk weg af naar het huis van de ouders van Florian.

De eerste die ze tegenkwamen was een klein schepsel met knalrood haar. Kitty zat ze op een steen lui af te wachten, alsof ze wist dat ze eraan kwamen. Rosie pakte de dikke rooie kat op en droeg haar de veranda op. Daisy stormde naar de deur en deze vloog open. "Rosie!" gilde ze en knuffelde haar vriendin. Toen pas keek Daisy naar de verschijning die erachter stond. "Florian! Ik zei het toch, dat die jurk perfect voor haar was. Hij staat je beeldig Rosie!" ratelde Daisy enthousiast. In de deuropening verschenen nu ook de ouders. "Welkom thuis kind. Wat zie je er mooi uit. Kom vooral binnen, je zult wel moe zijn." zei Lisa lief. Rosie zette de kat neer en liep naar binnen. Er was nog niets veranderd, behalve dan natuurlijk Daisy, die ook een stuk langer was. Binnen werd ze opgevangen door de vader van Florian, die Peter bleek te heetten. Hij bood haar een kop thee aan en allen gingen aan de tafel zitten. Iedereen keek haar aan en ze wist dat ze nu moest gaan vertellen over haar afgelopen jaar. Ze deed verslag van de plotselinge verkoop door Brad, haar jaar op de nieuwe plantage en hun terugreis. Iedereen luisterde met ingehouden adem, zo benieuwd waren ze. Florian nam daarna het woord over. "Ik ben zo blij dat Rosie er weer is." en hij keek eventjes naar haar en Rosie voelde zich groot worden. "Ik wil graag nog een paar maanden hier blijven en dan samen naar het Noorden trekken. Ik heb een betrekking aangeboden gekregen op een advocatenkantoor. Het is niet veel, maar genoeg voor ons beiden. Rosie lijkt je dat wat?" Rosie was verbaasd, hij had al een plan uitgedacht, zelfs al een baan aangeboden gekregen. Ze wist niet of ze het naar haar zin zou hebben in zo'n grote koude stad maar ze herinnerde zich wat ze in de trein had beloofd. "Ik ga met je mee. Wat een prachtige kans!" waren haar wel uitgedachte woorden. Peter mengde zich in het gesprek. " Jullie hoeven nog helemaal niet te gaan hoor. Jullie kunnen zo lang je wilt hier blijven, dan kan je rustig verder studeren Florian." "Ik heb er al goed over na gedacht pap. Hier verder studeren is niets voor mij, wat kan ik hier nog leren? Ik wil het echte leven in, samen met Rosie." en hij zag de weerstand bij zijn vader breken. "Goed dan, mijn zege hebben jullie, maar de eerste twee maanden blijven jullie hier." Zo snel zou hij zijn zoon niet weer laten gaan. Rosie lachte en knikte. "Zo en waar is Francey?" veranderde ze het onderwerp.

Daar stond hij, in de achtertuin. Hij was ontzettend hard gegroeid en stak zeker anderhalve kop boven haar uit. "Wie is deze chique dame?" lachte hij en hij tilde haar op. Francey zat helemaal onder de aarde maar het kon Rosie niets schelen. Rosie lachte van plezier en stapte achteruit om haar broer eens goed te bekijken. "Wat doe jij hier?" vroeg ze als eerste. Francey stond in de achtertuin van de buren, waar hij naar haar weten nog nooit was geweest. "Na het einde van de oorlog waren Lisa en Peter zo aardig mij in dienst te nemen. Ze hadden veel over me gehoord van jou zus en hadden een goede tuinman nodig. Nouja, ik ben natuurlijk geweldig!" zei hij quasi nonchalant. "Haha, wat goed! Je ziet er ook fantastisch uit." Het was waar wat ze zei. Hij was enorm sterk geworden en met het goede voedsel wat hij kreeg was hij goed gegroeid en glansden zijn haren in de zon. "Ik woon hier nu ook! Ik heb zelfs een kamer binnen. Jij blijft hier toch ook nu?" vroeg hij haar. "Minstens twee maanden, dat hebben we moeten beloven. Daarna gaan Florian en ik naar het Noorden." vertelde ze hem terwijl ze haar ogen neersloeg. Hij keek haar eens aan en tilde haar kin op zodat ze hem recht in de ogen moest kijken. "Wat is er zus? Ik zie het wel hoor, vertel maar." "Nou, ik weet het niet. Het lijkt me fantastisch, alleen met Florian, maar die stad is koud en groot. Ik weet niet of ik me daar wel gelukkig zal voelen." Eindelijk kon ze het delen. Francey hoorde haar aan en vertelde haar wat hij had gezien. "Echt? Wat goed, ik zal het hem eens voorleggen." besloot Rosie en ze liep naar binnen.

Het avondeten was geweldig. Rosie had in tijden geen lekker stuk vlees op en de jus van Lisa was geweldig. Het fijnste aan het maal vond ze echter nog wel dat iedereen waarvan de hield aan tafel zat. Rosie en Francey werden bijna zestien en voor Rosie betekende het dat ze dan volwassen werd volgens de wet. Ze zou met Florian mogen trouwen, want hij was al achttien. De komende twee maanden zouden ze hun reis voorbereiden en genieten van elkaar.

Na het eten hielp Rosie Daisy met afwassen. "Hey Rosie, ga je straks mee naar boven, ik heb die bonen van je nog steeds bewaard." zei Daisy. Rosie glimlachte en dacht terug aan hoe ze ermee hadden gespeeld toen ze kleiner waren. Daisy was ook al vijftien en eigenlijk hoorden meisjes van vijftien niet meer met poppen en bonen te spelen. Toch konden ze het niet laten. Ze lagen keurig opgeborgen in een lapje stof in het bureau op Daisy's kamer. De boontjes rolden op tafel, zwarte, witte en kleurrijk beschilderde. Beiden barsten in lachen uit. "Haha jij was echt een miniboontje Rosie" "Jaha" hikte deze "En deze dan. Het is sprekend een kont. Sir But haha." en de twee kwamen niet meer bij. "Ik vond dat echt super leuk dat beschilderen." zei Rosie toen en ze dacht terug aan hoe ze ze gemaakt hadden. Zelf verf maken had ze al geleerd toen ze heel klein was en nog bij haar moeder woonde. "Je bent ook erg goed. Moet jij niet weer gaan schilderen?" maar Rosie schudde haar hoofd. Zo goed kon ze het nou ook weer niet. "Kom, ik breng je naar je kamer." besloot Daisy het gesprek. Tot Rosie's spijt deelde ze geen kamer met Florian, maar dat was ook wel logisch. Immers het was niet gebruikelijk voor ongetrouwde koppels om bij elkaar te mogen overnachten. De kamer wat heel erg mooi, en ze had haar eigen bed en spiegel. In de kast hing een nachtjapon en nog wat andere kledingstukken. "Vind je ze mooi? Ik heb ze speciaal voor jou gekocht." pochte Daisy. "Ze zijn fantastisch." en Rosie kon nog maar net een geeuw onderdrukken. "Welterusten" zei ze en ze trok haar mooie nieuwe kleren uit en hing ze netjes over de stoel. Ze meende nog net op de gang twee mensen te horen want er klonk een zacht gegiechel. Maar het kon Rosie niet veel meer schelen, vannacht zou ze als een roosje slapen.


38 109 + 2 708 = 40 817, (24 112 + 1 938 = 26 050)

Jowelle

#22
"Ftttttttt" klonk het heel hard en Jean schrok heel hard. "Het is de trein maar hoor lieverd." stelde zijn moeder hem gerust. "We zijn er" zei Lisa die het dorpje herkende wat nu heel langzaam voorbij gleed. "Ja!" zei Alex ook enthousiast en hij stormde naar buiten. De hele familie stond op en ging naar buiten. Voor het station stond de auto van Louis geparkeerd. Hij was een van de weinigen die zijn auto nog had, maar dat kwam omdat hij de hoofdleraar was op school. Bezine was lastig te verkrijgen maar hier in het dorp waren nog nergens echt tekorten van. Ze stapten allemaal in de auto en tuften het dorp door. Hier waren nog nauwelijks veranderingen te zien. Er waren niet zo veel soldaten overal en alleen het gemeentehuis was omtoverd tot een Duits bolwerk. Ze reden verder, het dorp uit en stopten bij de boerderij die het stel bezat. Het was een oude boerderij en de enige dieren die ze bezaten waren drie schapen, 5 kippen en een hond, Chef. In de tuin stonden de fruitbomen in bloei en de tomaten kleurden sappig rood. Hier zouden ze geen honger hoeven lijden de komende tijd.

Toen ze aankwamen bij het huis was het al schemerdonker. De hond sloeg aan maar kwam al snel kwispelt aanrennen omdat hij de stem van Lisa en Alex herkende. Het was een grote bouvier, met veel lang haar en klitten, maar de kinderen waren dol op hem. Louis tilde Jean-Pierre uit de auto direct naar bed omdat deze al als een blok in slaap was gevallen. Opa en Oma waren ook moe na de lange reis en doken meteen in bed tot ongenoegen van Lisa. Bij het verkleden kwam Lisa nog binnen voor een nachtzoen toen haar oog viel op een collier dat op het nachtkastje lag. "Maar.." stamelde ze ".. dat is net zo een collier als u had beschreven oma." Oma knikte en zei "Sterker nog, het is dezelfde. Kijk eens goed naar mij meisje en naar opa" en ze haalde de verfomfaaide foto van Florian uit haar tasje. "Bent u..." wist Lisa uit te brengen. "Ja, ik ben Rosie." verklaarde oma en ze prees Lisa dat ze zo slim was. "Hihi opa, u lijkt helemaal niet op de foto, toen had u nog heel veel haar!" "Lisa, ik wil je wel vragen om nog je mond te houden tegen je broertjes. Ons geheimpje.." ze oma met een knipoog. Lisa bezwoer dat ze niets zou zeggen en rende naar haar moeder om haar ontdekking te delen.

Jeanine was bezig om de mooie schilderijen weer in te lijsten, voordat ze kreukelden of nog erger, kwijt zouden kunnen raken. Ze was zojuist bezig met het schilderij van Francey toen haar dochter binnen kwam stormen. Eerst keek ze om zich heen om te zien of ze wel alleen was en toen kwam het wereldschokkende nieuws. "Mama, mama. Oma is Rosie.. ze vertelt de hele tijd een verhaal over zichzelf!" en Jeanine speelde mee. "Echt? Dus oma is Rosie zelf. Dat had ik nou nooit verwacht zeg.." en Lisa dartelde springend rond. "Ja, oma komt uit Amerika en is donker, het klopt allemaal. En Opa is natuurlijk Florian!" lichtte ze haar moeder in. "Ik ben zo benieuwd naar de rest van het verhaal en Francey. Leeft hij nog? Woont hij ook in Parijs?" volgde alle vragen elkaar rap op. "Francey he? Dat kunnnen we beter aan je vader vragen. Die weet misschien wel waar hij gewoond heeft.." en samen liepen ze de studeerkamer in waar Louis en les aan het voorbereiden was voor de dag erna. "Papa, ken jij oom Francey?" vroeg Lisa hem. Louis keek eerst zijn vrouw aan maar die knikte hem toe dat hij het kon vertellen. "Francey, de broer van oma bedoel je Lisa? Ja ik ken hem. Ik heb hem een keer ontmoet, toen ik ongeveer vijf jaar oud was, zo'n vijftig jaar geleden." vertelde hij haar. Haar vader was haar moeder pas laat tegen gekomen dus haar vader was al best wel oud. "Echt waar? Was dat in Parijs?" vroeg Lisa. "Ja het was in Parijs. Hij en zijn vrouw waren op bezoek voor de verjaardag van je oma, ze zou veertig worden. Ze kwamen geloof ik uit Kopenhagen ofzoiets. Ergens uit Europa in ieder geval." Lisa begon na te denken, iets waar ze erg goed in was. "Oma is binnenkort weer jarig. Zou het mogelijk zijn als hij weer zou komen? Als hij nog leeft tenminste... hij word dan ook al bijna negentig.." Wat was iedereen al oud. Haar opa en oma waren de oudste mensen die ze kende, maar tegelijk zagen ze er helemaal niet zo oud uit. Ze liepen beide nog prima en alleen haar opa was blind. Ze hoopte dat Francey nog leefde. Dat zou een mooie verassing zijn voor Oma! Louis ging zoeken tussen de ansichtkaarten en kwam erachter dat Francey en zijn vrouw elk jaar nog een kaart stuurden voor zijn verjaardag, met hun laatste adres erop. Hij was er nooit zo zuinig op geweest omdat hij de mensen nauwelijks kende maar hij had toch nog een kaart bewaard van paar jaar terug. "Wickham street 54, London", las het adres. "Mama wil jij mij helpen om een brief te schrijven in het engels naar ome Francey? Jullie mogen ook niks zeggen hoor tegen opa en oma!" liet Lisa de twee bezweren. "En ook niet tegen Alex trouwens, die weet nog helemaal niet dat het verhaal over oma zelf gaat." en ze grinnikte. Het liefste wilde ze meteen beginnen aan de brief maar haar vader stuurde haar naar bed. "Morgen ga je gewoon weer naar school hoor jongedame. Dus welterusten voor nu!" en hij gaf haar een zoen op het voorhoofd en Lisa liep naar haar eigen slaapkamer toe. "Wat een plannen voor zo'n klein meisje. Maar het zou fantastisch zijn voor mijn moeder als het werkelijk lukt.." vond Louis en Jeanine was het er roerend mee eens.

De volgende dag gingen de kinderen Clement weer gewoon naar school en kwamen ze thuis met verhalen over klasgenootjes die weg waren en de nieuwe klasgenootjes die vooral neefjes en nichtjes uit de grote stad bleken te zijn. "Sarah mist... maar het nichtje van Anna is nieuw in de klas, ze heet Henriëtte. Ze is heel erg aardig en slim. Natuurlijk niet zo slim als ik hoor.." vertelde Lisa honderduit en Alex kuchte heel hard. "Jij bent dom." was het enige wat hij vond. Bij hem in de klas zaten ook een paar jongens en hij had er eentje meegenomen om mee te spelen. Samen verdwenen ze de tuin in om de boomhut verder uit te bouwen. "Zo, eindelijk rust." vond Lisa want Jean was een middagdutje aan het doen. Jeanine glimlachte. Haar dochter leek ontzettent op haar zelf, maar die directheid had ze van haar vader. "Mama, zullen we de brief schrijven?" vroeg Lisa haar. "Ik help je, als jij mij beloofd zo aardappelen te schillen. Een beetje hulp kan ik ook wel gebruiken." Lisa vond alles prima als ze maar zo snel mogelijk die brief konden posten. "Wanneer is om's verjaardag eigenlijk precies? vroeg ze zich af en ze holde naar haar opa toe die op de veranda zijn pijp aan het roken was. Toen ze weer binnenkwam vertelde ze haar moeder het antwoord. "Opa zei dat oma het zelf niet precies wist, maar het altijd vierde rond 22 october. Dat is al over een paar weken!" Ijverig pakte ze pen en papier en legde deze voor haar moeder neer. "Lisa, heb je er al over nagedacht wat je precies in de brief wil zetten?" vroeg haar moeder. "Dat oma het verhaal vertelt, dat ze bijna jarig is en zo graag hem nog eens wil zien." besloot ze. Lisa en Jeanine bedachten eerst de franse zinnen en daarna vertaalden ze het en schreven het netjes op voor Francey. De brief werd als volgt.

Citeer
Lieve ome Francey,
Uw zus Rosie is mijn oma en mijn naam is Lisa. Mijn vader Louis heeft u ooit gekend toen hij nog klein was maar helaas u daarna nooit meer gezien. Laatst is oma begonnen met vertellen over u en haar toen u klein was. Ik vind het een heel mooi verhaal maar stiekem mist oma u heel erg, dat weet ik zeker. Omdat ze binnenkort 90 wordt, wil ik u en uw vrouw uitnodigen om over te komen naar Frankrijk en deze dag te vieren. U kunt zo lang bij ons op de boerderij verblijven als u wilt, en mijn broertjes Jean-Pierre en Alex ontmoeten.
Liefs, Lisa Clement
ps; Oma weet van niks, dus dit is een verrassing. U kunt de brief terug sturen aan mijn moeder Jeanine Clement, Rue Village 4, Roiffé.


Ze besloten de brief meteen weg te brengen en daarna hielp Lisa met koken. Er zat verder niets ander op dan af te wachten op het antwoord. Na het avondeten begon Alex weer te zeuren om het verhaal van Rosie. Jean werd ook ineens alert en liep op de bank af en wachtte tot hij erop getild werd door opa. Oma gaf Lisa een knipoog en begon weer met verder vertellen.

"De eerste dagen moest Rosie heel erg wennen aan het niets doen zodat ze haar oude hobby schrijven weer oppakte. Het was alleen lastig dat noch Daisy noch Florian de hele dag tijd voor haar hadden en dus moest ze zichzelf vermaken. Jezelf schrijfles geven was erg lastig dus begon Rosie kleine tekeningetjes te maken op het papier. Ze tekende de foto van Florian na en was zelf nogal verbaasd over het resultaat. Het leek sprekend! Toen ze het die middag aan Rosie liet zien viel haar mond open van verbasing. "Je hebt echt talent Rosie. Je moet gewoon weer gaan schilderen." ze trok haar vriendin mee aan de arm en ze kon nergens heen. "Hier, en me nu niet meer proberen wijs te maken dat het niets voor jou is. Volgens mij kan jij geweldig schilderen. En ik neem je nu aan. Je mag een portret van Francey voor me maken. Ik betaal ervoor." zei ze terwijl ze deed alsof ze niet bloosde. Rosie glunderde, haar vriendin had haar helemaal door, maar ze durfde niet goed. "Goed dan, ik doe het. Maar wel voor niets, jij hebt me al mooie jurken gegeven." besloot ze. Ze liep de tuin in met papier en een houtskooltje en begon rustig haar broer na te tekenen, die alle aandacht wel leuk vond. Hij stond in zijn geruite blouse met een tuinbroek voor de rozenstuik en leunde op zijn hark. Rosie deed haar best om hem zo mooi mogelijk neer te zetten. Hij lachte zijn tanden bloot en zijn haar was springerig en wilde niet plat blijven zitten. Daisy zat ontspannen in een stoel achter haar de vorderingen te bekijken. Af en toe gaf ze een aanwijzing, over de vorm van zijn wenkbrouwen of de moedervlek op zijn linkerhand. Rosie vroeg zich af hoe haar vriendin dit zo zeker wist maar besloot niks te vragen. Daisy zou het vast wel tegen haar vertellen als er iets aan de hand was... Rosie dronk een glas vlierbessensap op en deelde Francey mee dat ze klaar was. De tekening was prachtig gelukt, al was hij nog maar in het klad. Rosie besloot om haar eigen verf te maken, zoals ze dat vroeger altijd deed met bonen maar op het terrein stonden nergens bomen. Francey vertelde haar dat hij nog steeds paste op de bonen die ze bijna tien jaar geleden hadden geplant en dat er daar zwarte en witte bonen aan groeiden. Rosie besloot de bonen te plukken, zwart en wit was eigenlijk alles was ze nodig had, immers haar tekening was ook zwart met wit. Rosie mengde de kleuren en begon ijverig aan haar schilderij en werkte er elke dag lang aan. Het portret van haar broer kwam stukje bij stukje op het doek en Rosie genoot er zichbaar van. Iederen in huis was blij dat Rosie het zo naar haar zin had en moedigde haar van harte aan om door te gaan.

Na twee weken was het portret af en gaf ze het aan Daisy, 'haar opdrachtgever'. Die was er zo blij mee dat ze Rosie meteen meesleurde naar de stad om een cadeutje te kopen. Het enige wat Rosie wel kon gebruiken waren meer goede kwasten en een mooi nieuw doek, dus dat kozen ze uit bij een winkeltje aan de rand van het centrum. Terwijl ze terugliepen liet Rosie haar oog vallen op een affische dat aan de muur hing. "Het paradijs voor kunstenaars; Parijs." stond erop met een kopie van een schilderij van de schilderachtige straten van Parijs. Rosie liep er heen en bestudeerde het plaatje goed. Er stonden mooie hoge kathedralen op afgebeeld en het was er zonnig en licht. Overal waren de straten schoon en lachten de mensen en Rosie viel op slag voor de stad. "Daisy, Parijs, dat is toch hier niet zo ver vandaan?" vroeg ze haar vriendin. "Het lijkt me geweldig om er te wonen. Kijk nou hoe prachtig!" Rosie straalde helemaal maar het gezicht van haar vriendin betrok. "Parijs is in Europa, heel ver weg. Het is een fantastische stad. Maar niet dichtbij, je zult weken met de boot moeten." Toch liet Rosie zich niet uit het veld slaan. "Ik ben een kunstenaar Daisy. Dit is geen toeval.." en ze nam zich voor het binnenkort met Florian te bespreken. Ze zou alvast proberen om wat geld te sparen, dit was echt iets wat ze graag wilde. Bovendien Florian zou Europa ook fantastisch vinden, dat had hij zelf gezegd. Hij wilde de wereld zien, nou hier was zijn kans."


40 817 + 2 279 = 43 105, (26 050 + 752 = 26 802)

Brokie

Thuis aangekomen zocht Rosie gelijk Florian op. Hij was achter in de tuin bezig met het onderhoud van het tuingereedschap, met oud en verroest gereedschap kon Francey natuurlijk niet werken. "Florian, kom snel. Ik wil je wat vertellen!" riep Rosie de hele tuin door toen ze vanaf de veranda Florian in het zicht kreeg. Blij om zijn meissie weer te zien rende hij hard richting het huis toe. Hij pakte haar op en viel achterover op het gras. "Zo, wat wil je me vertellen?" vroeg hij nadat hij haar een dikke pakkerd had gegeven. "Ik heb een betere plek gevonden dan het Noorden om samen te gaan wonen. Ik wil samen met je naar Parijs. Daar is iedereen vrolijk, is het heel licht en veel zon. En bovendien, daar is dé plek voor de kunstenaars. Je weet hoe graag ik schilder. Zullen we daar samen heen gaan? Het lijkt me zo'n romantische stad..." met grote ogen keek Rosie hem aan en om het hem helemaal moeilijk te maken begon Rosie zachtjes kusjes te geven in zijn nek. "Ik weet hoe graag je schildert en er van droomt om er ooit je geld mee te verdienen. Maar Parijs is ver weg hoor. En lang reizen kost veel geld, en dat hebben we niet. Ik denk dat je het uit je hoofd moet zetten." Florian keek haar met een spijtige blik aan, maar hij dacht dat dit het beste was. Rosie klauterde van Florian af en ging naast hem zitten op haar knieën. "We kunnen sparen. In die grauwe, vieze en smerige steden daar in het Noorden zal ik alleen maar gelukkig zijn omdat ik met jou ben, niet omdat ik het er zelf naar mijn zin heb. En jij zei ook dat je wat van de wereld wou zien. Dit is je kans!" nu kwam ook Florian overeind. "Weet je meid, je hebt gelijk. We zullen komende maand allebei hard moeten werken om veel geld te kunnen verdienen. Als we genoeg geld hebben, dan gaan we het avontuur tegemoet. Naar plekken waar ze wel snappen hoe je met mensen om moet gaan.  Naar Parijs, de stad waar kunstenaars op hun best zijn en iedereen altijd vrolijk is."  Samen droomden ze weg over wat voor huisje ze zouden gaan bewonen en hoe de kunst van Rosie door iedereen bewonderd werd. De vader van Florian kwam naar buiten. "Jongelui, het is tijd voor eten. Komen jullie naar binnen?" Rosie en Florian schrokken weer wakker. " Ja, tuurlijk pa. We zijn er zo." Reageerde Florian.

Weken gingen voorbij. Rosie kon de vader van Florian helpen op school met kleine klusjes. Als een soort van conciërge verdiende ze haar centjes. Florian had een baantje gevonden als hulp op een advocatenkantoor. Hij had zijn papiertje wel, maar om ook als daadwerkelijke advocaat of rechter aan de gang te kunnen moest hij eerst ervaring op doen. Langzaam groeide de geldbuidel. Vermoeid kwam Florian vandaag laat thuis. Iedereen had gewacht met eten totdat hij ook aan kon schuiven. Snel was het bordje leeg, er was weer eens voortreffelijk gekookt. Na het eten nam Rosie Florian mee naar buiten. "Zullen we samen naar de sterren kijken? Ze zijn zo mooi helder vanavond." Florian knikte en samen liepen ze hand in hand naar het einde van de tuin. Twee zakken meel dienden als rugsteun. "Zeg Florian, we hebben nu al best wat centjes bij elkaar gespaard. Ik denk dat we binnenkort wel naar Parijs toe kunnen." Sprak Rosie terwijl ze zich dichter tegen Florian aan ging liggen. "Je hebt gelijk. Ik heb er al even over gepraat met mijn vader. We mogen volgende week gaan. Dan hebben we genoeg geld en dan kan mijn vader ons ook brengen naar de boot. Nog eventjes geduld." Rosie schoot overeind. "Echt?"schreeuwde ze uit en gaf hem een dikke zoen op de wang. "Ow, ik houd zo van je. Ik kan haast niet wachten tot we er zijn." Ze viel in de armen van Florian terwijl hij fluisterde: "Ik ook niet meid, ik ook niet."

Een week had nog nooit zo lang geduurd. Al 5 dagen stond haar koffer ingepakt en klaar om te gaan in de gang van het huis. Steeds meer begon ze zich te beseffen dat ze wel een hele mooie nieuwe toekomst in ging met Florian, maar ze liet ook veel achter.  Ze zou Daisy en Francey moeten missen. Ze had zo graag gewild dat zij ook mee konden, maar dat ging helaas niet. Een paar uur voordat ze met de auto naar de boot gebracht zouden worden nam Rosie Daisy apart. "Ik wil dat je dit houd." Rosie nam de hand van Daisy en stopte er wat in. "Ik heb niet veel, maar dit zal je altijd aan mij doen denken." Daisy opende haar hand en zag dat er een van de geverfde bonen in zat. "Het is... jou." Zei Daisy verbouwereerd. "Ja, ik zal jou altijd bij me dragen en ik wil dat jij mij altijd bij je zult dragen." Daisy begon te huilen. "Dit is het mooiste dat ik ooit heb gehad. Waarom ga je ook weg!? Je bent mijn beste vriendin." Snikte Daisy inmiddels op de troostende schouder van Rosie. "Ik vind het ook niet leuk, maar hier kunnen we niet blijven. In Parijs kan ik een nieuw leven opbouwen met Florian. Daar  kunnen we rijk en gelukkig worden." Het maakte alleen maar dat Daisy harder begon te huilen. "Dees?" klonk het enige meters achter hen. Beiden draaiden zich om naar de richting van het geluid. "Florian wil afscheid van je nemen. Ga maar even naar hem toe." Klonk het uit de mond van Francey. Daisy liep weg richting de woonkamer. Nu waren broer en zus alleen. "Dus." Opende Francey het gesprek. "Ik heb ook iets voor jou." Sprak Rosie. En ze stopte ook hem een boon toe. Francey keek ernaar en wist niet goed wat hij er mee moest. "Het is een beschilderde boon. Ik heb speciaal voor jou een tweede ik gemaakt. Op deze manier heb jij mij altijd bij je en ik jou." Zei ze terwijl ze de boon liet zien waarop Francey geschilderd was. "Wat lief." Was het enige wat Francey uit wist te brengen. Hij knuffelde even kort met Rosie. "Uhm, ja. Ik moet weer verder met uhm, ja, met het opruimen van het schuurtje." Loog hij om maar geen lang en pijnlijk afscheid te hoeven hebben. "Veel plezier daar." Rosie knikte en zag hoe hij wegliep. De paard en wagen stond inmiddels al voor het huis en de koffers werden er door de vader van Florian ingeladen. "Papa, wacht. Ik wil dat Rosie dit meeneemt. Op deze manier kan ze aan Francey en mij blijven terug denken. Zonder haar betekent het voor mij toch niks meer." Daisy kwam aanzetten met het schilderij dat Rosie had gemaakt van Francey voor Daisy.  Nog een keer omhelsden de meiden elkaar. "Beloof me dat je me veel zal schrijven." Sprak Daisy. "Ik wil weten hoe het daar is, in de stad van de kunstenaars." Rosie knikte. "Ik moet nu wel gaan, anders missen we de boot. Ik zal je schilderij een mooi plekje geven en hem goed bewaren. Dat beloof ik."  Ze stapten in de wagen. De hele familie had zich inmiddels al rond de wagen verzameld om ze uit te zwaaien. Met pijn in  het hart reden ze weg. Nu begon ook Rosie te huilen, de troostende schouder van Florian ten spijt.

De boot waarmee ze zouden varen was groot. Rosie liep samen met Florian over de plank om het dek te bereiken. Florian droeg de zware koffers terwijl Rosie alleen maar het schilderij en een klein koffertje met wat kleding droeg. Een man met veel strepen op zijn schouder begroette de beiden. "Goedemiddag beiden, volg mij maar. Dan breng ik uw beiden naar uw hut." Ze liepen naar de andere kant van het schip waar een trap naar beneden liep. Eenmaal beneden roken ze de geuren van de gerechten die de chef aan het klaarmaken was. "Hier kunt u 's avonds uw diner nuttigen en overdag genieten van lekkere hapjes." Zei de man op overdreven chique manier. Ze liepen een lange smalle gang in. Aan het einde van de gang hielden ze in. "Hier is uw verblijf." Een deur werd geopend en een ruime en mooie hut openbaarde zich aan de twee. Als u vragen heeft dan komt u maar naar het dek, daar zal ik zijn. Voor nu laat ik u maar even wennen aan uw nieuw verblijf." Rosie keek de man na en toen ze dacht dat de man uit het zicht verdwenen was riep ze hard: "We gaan naar Parijs. Ow, en wat voelt dit bed zacht! Kom er ook naast!" riep ze terwijl ze op het bed gesprongen was. Florian stond bij het raam over de wijde zee uit te kijken. "Wat is het toch een mooi gezicht. Ik kan hier uren naar kijken. Kom, laten we naar het dek gaan, daar kunnen we genieten van de mooie vissen die rond onze boot zwemmen." "Ja, kinkt goed" en Rosie had de hand van Florian al vast. Samen liepen ze naar het dek toe, waar ze de hele avond over zee uit zouden kijken.

De reis voorspoedde spoedig. Ze waren geen moment van elkaars zijde. Het eten was lekker en iedere avond genoten ze van de heldere sterren hemel. Florian genoot ervan om altijd te vertellen over de sterren. Hij wist er veel vanaf, hij had er extra lessen over gevolgd toen hij in het Noorden was om te studeren. Bijna jammer vonden ze het dan ook toen het stoomschip aankwam in de buurt van Parijs. Gisteren had dezelfde man die hen de hut had laten zien het woord genomen bij het diner. "Morgen zullen we omstreeks deze tijd aankomen in Parijs. Ik heb het naar mijn zin gehad de afgelopen weken, ik hoop dat u net zo van deze trip genoten heeft als de crew. Prettige voortzetting gewenst." Die avond waren ze niet naar het dek gegaan, maar hadden ze de koffers alvast ingepakt. Het voornemen was om vroeg naar bed te gaan zodat ze uitgerust aan zouden komen in Parijs, maar van de spanning hadden ze niet kunnen slapen. De hele volgende dag stonden ze op de punt van het dek, op zoek naar een teken dat Parijs kon betekenen. Ten tijde dat de schemering inviel en Rosie eigenlijk het liefst met Florian terug naar hun hut waren gegaan hoorde ze een meisje een gilletje slaan. Op nog geen twee meter van haar stond een meisje te springen en te wijzen: "Daar, dat is die Arc de nog wat. Dat staat in Parijs. We zijn er al." Rosie keek Florian aan. "Wat bedoelt ze? Wat is de Arc de nog wat?" Florian legde uit dat er een boog in Parijs stond ter ere van Napoleons overwinning. Een generaal die ooit een gevecht met zijn leger won, verklaarde Florian nog iets beter. "Maar, maar, dan heeft ze gelijk. Dan zijn we er bijna." Het drong nu ook door tot Rosie. "Ja, ze heeft echt gelijk. Kijk, de Arc wordt steeds groter. Laten we onze koffers gaan halen. Ik wil als eerst voet op Franse bodem zetten, met jou in mijn armen." Ze renden naar beneden en pakten alle koffers, Florian weer de zware en Rosie de lichtere met in de andere hand het schilderij. Toen ze weer boven aan de kwamen was de boot bezig om de laatste meters tot aan de wal te overbruggen. Ze liepen naar de plek toe waar de loopplank zo uitgelegd zou worden. Een man kwam naast hen staan, het was de hoogste kapitein. "Dames, heren! We zijn in Parijs..." de woorden verstomden door de honderden mensen die begonnen te juichen. De kapitein snapte dat doorgaan met zijn speech geen zin had en gaf het teken dat de plank uitgelegd moest worden. Zo snel als ze konden liepen ze naar het einde van de plank, ze wouden de eersten zijn. De koffers werden naast hen neer gezet en Florian pakte Rosie op. Als een bruid op haar huwelijksnacht werd ze over de drempel naar haar nieuwe toekomst getild. Beter kon hij niet beginnen. Slenterend begonnen ze te lopen door de verbazend mooie stad. Rosies mond viel om de haverklap open, wat was het hier mooi en groot. Alleen Florian was al een klein beetje gewend aan het leven in de grote stad, hij was dan ook degene die zich realiseerde dat ze nog een onderkomen nodig hadden. "Rosie, laten we ergens een aardige meneer vinden die ons naar het platteland wil rijden. Hier kunnen we geen huis vinden, maar op het platteland staan vaak verlaten boerderijtjes waar we best wel in kunnen wonen. De stad bewonderen kunnen we morgen ook nog wel." Rosie knikte. Ze wist dat hij gelijk had, maar ze had moeite om geconcentreerd te blijven met zulke mooie dingen om haar heen. Een oudere meneer had het gesprek gehoord en sprak Florian aan. "Ik kon het niet helpen, maar ik hoorde u praten. Ik weet wel een boerderijtje op het platteland dat u kunt betrekken. Spring maar naast me op de bok." Florian en Rosie keken elkaar aan. "Kunnen we onze koffers in de wagen leggen meneer?" vroeg Florian beleefd. "Natuurlijk." Rosie klom alvast op de bok terwijl Florian de koffers in de wagen legde. De man werd vriendelijk bedankt voor de lift. Het was een mooi verlaten boerderijtje. "Het is niet veel, maar meer kunnen we ons niet echt veroorloven nu. We zullen later wel op zoek gaan naar wat beters en dichter bij de stad." De eerste weken waren echt armoe voor Rosie en Florian. Het was moeilijk om werk te vinden, maar na een tijdje had Florian toch een baantje gevonden als hulp rechter. Hij moest de administratieve werkjes van de rechter doen, zodat hij na een tijdje de post van rechter over kon nemen. De oude rechter was al op aardige leeftijd en zou binnen afzienbare tijd met pensioen gaan.


2334 woorden

Jowelle

Zo, dat is wel genoeg voor nu. Lekker naar bed nu. Kapte oma het verhaal abrupt af. Alex zeurde nog eventjes door maar oma wilde echt niet meer vertellen. Het einde zou ze bewaren voor vlak voor haar verjaardag. Ze had een plannetje, en dat had met het verhaal te maken. "Nee jongens, genoeg over mij verteld." zei oma. Alex keek haar scheef aan en Lisa sloeg haar hand voor haar mond. Alex besloot niks te zeggen maar oma zag aan hem dat hij het wist. Op de slaapkamer van de jongens hoorde ze die avond duidelijk smoezen tussen Lisa en Alex. "Wist jij het al?" vroeg Alex verbaasd. "Ja, oma is Rosie. En opa is natuurlijk Francey." hoorde ze Lisa zeggen. "Dus oma...." en toen viel het stil aan de ander kant. Iemand had deur dicht gedaan. Tevreden viel oma in slaap.

Enkele weken gingen voorbij toen er een brief in de brievenbus plofte. De verjaardag van oma was inmiddels nog maar een paar dagen verder. Jeanine besloot te wachten met het openen van de brief toen de kinderen uit school kwamen. Opa en oma waren met de hond aan het wandelen. Ze hadden altijd een grote hond willen hebben, maar in Parijs ging dat niet. Jeanine zette en grote pot en thee en bakte wat koekjes en wachtte de kinderen op terwijl ze de was opvouwde. Lisa kwam het eerst thuis en plofte op de stoel met en kwakte haar jasje zomaar op de grond. "Zeg jongedame, ruim dit eens eventje op. En wel direct!" viel Jeanine uit. Rosie pakte haar jasje op en liep mokkend naar de gang om hem op de kapstok te hangen. Toen ze terug de kamer binnenkwam zag ze de brief op de tafel liggen en wilde hem al weggrissen. Haar moeder hield haar tegen en zette haar aan tafel neer. "Wachten op je broer Lisa. Hij weet immers ook van ons geheim weetje nog?" Die avond dat Alex achter het mysterie van Rosie was gekomen had ze hem uitgebreid ingelicht en sindsdien waren ze als broeders van een geheime sekte steeds stilletje bezig geweest met speculeren of Francey zou komen of niet. Lisa dacht van niet, hij zou al zo oud zijn dan. Maar Alex was het niet met haar eens. Natuurlijk zou hij komen! Lisa knabbelde ongeduldig op haar tweede koekje toen de deur open zwaaide en Alex naar binnen kwam stormen. Hij was gevallen en viel in tranen zijn moeder in de armen. Ongeduldig vertelde Lisa hem dat hij zich niet zo moest aanstellen want de brief van Francey was er en ze zaten op hem te wachten. De woorden hadden wel de goede uitwerking van Francey was in een klap stil. Jeanine haalde voor de zekerheid toch maar een pleister en plakte die op zijn knie. Ze sneed de enveloppe open met een briefopener en haalde de brief eruit en las hem luid voor.

CiteerLieve Lisa,
Bedankt voor je prachtige brief. Helaas kan Francey hem zelf niet beantwoorden omdat hij last van zijn schrijf hand heeft. Ik wil de brief echter graag beantwoorden. Misschien heb je wel eens van mij gehoord. Ik ben de zus van je opa, Daisy. Nadat je opa en oma ons hadden verlaten voor het prachtige Europa ben ik met Francey getrouwd. We zijn daarna ze achterna gegaan en ook naar Europa gegaan. Momenteel wonen we in Londen en wordt er goed voor ons gezorgd. Mijn man is niet goed meer te been maar verder is alles helemaal in orde met ons. Na het nieuws dat jullie hem wilden uitnodigen voor zijn zusjes verjaardag heeft hij allerlei wilde plannen opgevat. Hij wilde meteen komen maar ik vertelde hem dat we nog wel de tijd hebben. In ieder geval kunnen jullie ons de 21e verwachten als het meezit. Ik heb er heel veel plezier in en Francey ook.
Liefs Daisy
ps; wat een leuke verrassing zeg!

Lisa trok haar broertje van zijn stoel af en samen dansten ze door de kamer heen. "Hij komt, hij komt!" gilden ze. "Wie komt er?" vroeg oma die plots in de deuropening stond. "Oh, ze dachten dat papa eraan kwam." vertelde Jeanine snel. Hopelijk was de verrassing gered.

De hele dag zat Lisa op school te wiebelen op haar stoel. Ze had zelfs strafwerk gekregen van de meeste, wat haar anders nooit gebeurde. Vanavond zouden Daisy en Francey aankomen. Ze vond het fantastisch dat ze ook allebei zouden komen, dat was meer dan waarop ze gehoopt had. Francey was dus met Daisy getrouwd en nu zou ze Daisy meteen ook ontmoeten. Ze was benieuwd of ze Francey van het schilderij zou herkennen, maar ze dacht van wel. Daisy kende ze alleen uit verhalen. Zou ze nog steeds lange blonde pijpenkrullen hebben? Onwaarschijnlijk, de meeste oude vrouwen hadden wit haar, net als oma. Toen de schoolbel ging sprintte ze naar buiten waar haar vader haar stond op te wachten met de auto. Ze reden direct door naar het station waar de trein net binnenreed. Lisa sprintte het perron op en zocht met haar ogen alle raampjes alvast af. Achter het laatste raampje zag ze onmiskenbaar een donkere man zitten met een hele mooie oude vrouw naast hem. Lisa rende met de trein mee en zwaaide naar hen. Het echtpaar merkte het meisje ook op en zwaaide terug. Ze stapten uit en liepen direct op Lisa en Louis af. "Zo dus jij bent Lisa!" zei Daisy. Lisa vond dat ze een hele lieve stem had en ze was nog steeds heel mooi. "Ja" knikte ze en Louis pakte hun bagage over. "Welkom oom en tante." zei hij en hij zoende hen op de wangen en ze liepen naar de auto. Het was nog niet mogelijk om hen mee te nemen naar de boerderij, omdat dat de verrassing zou verspillen dus zette Louis hen in het dorp af hij het hotel dat hij gereserveerd had. Met moeite liet Lisa haar nieuw ontdekte familie achter en reden de twee naar huis voor het avondeten.

Na het avondeten zaten de kleinkinderen allemaal weer in de woonkamer. Oma had hen beloofd om dan het laatste gedeelte te vertellen. Het was misschien niet zo spannend meer hoe het zou aflopen, toch genoten de kinderen elke keer weer van het verhaal. Nu was het misschien zelfs extra leuk geworden vonden Lisa en Alex. Ze wisten nu immers om wie het allemaal ging, hun eigen oma!

"De eerste vijf jaar was een ontdekkingstocht voor Rosie en Florian. Beiden spraken ze niet meer dan een handjevol Frans. Rosie had wat Frans geleerd van de geïmporteerde slaven uit de Franssprekende Afrikaanse landen. Florian had op school wat Frans gehad maar ze moesten snel bijleren want de Fransen spraken geen Engels. De eerste jaren waren ontzettend romantisch. Na die baan van Florian hadden ze eindelijk genoeg geld opgespaard om een klein huisje met een tuin in Parijs te kopen. Beiden wilden dolgraag naar de stad terug. De eerste dag daar had hun echt verliefd gemaakt. Een paar van de bijzondere bonen die Rosie bij zich had plantte ze daar, als herinnering aan vroeger. Het eerste huisje was erg klein en Rosie had daar niet echt plek om te schilderen dus huurde ze op een paar straten afstand een atelier. In het begin kon ze totaal niet schilderen wat ze zelf wilde en nam ze vooral portret opdrachten aan. Rosie kwam toen in de grootste en mooiste huizen om de meeste stijve vrouwen te maken. Wat ze eigenlijk het liefste deed was alledag naschilderen. In het zwart-wit, dat was genoeg. Omdat het met Francey steeds beter ging besloten ze ter verhuizen. Echter ze hadden een probleem, ze huizenprijzen waren enorm aan het stijgen en eigenlijk konden ze toch geen groter huis betalen. In die periode besloten ze te gaan reizen. Florian en Rosie zijn hebben een tijdje in Rome gewoond, waar de oude Romeinen vandaag komen. Daarna zijn de doorgetrokken naar Wenen, waar ze naar de mooiste concerten konden horen van de bekende componisten. Ze reisden met de trein door naar Berlijn, waar de grote architecten de mooiste huizen bouwden. Het is de plak waar Rosie voor het eerst bruine beren zag in der Berliner Zoo. Het waren ook op slag haar lievelingsdieren. Later zijn ze nog doorgereisd naar Kopenhagen en Amsterdam tot ze weer heimwee kregen naar Parijs en haar charme."

Oma pauzeerde eventjes om op de klok te kijken. Het was eigenlijk al rond bedtijd van de kinderen, maar eigenlijk wilde ze nu niet stoppen met vertellen. Morgen hoefden ze toch niet naar school en het was het laatste stuk van het verhaal. Oma was blij dat Alex nu ook snapte hoe het in elkaar zat en ze vond dat hij er goed mee omging. Wat Jean ervan wist was een raadsel, hij ging het hun in ieder geval niet vertellen. "Ah toe oma, maak uw verhaal af." smeekte Alex. Oma keek om zich heen. Van hun ouders was geen spoor dus kon ze prima nog eventjes doorvertellen. "Goed dan. Het is het laatste stuk over mijn verhaal. Florian en ik, uh Rosie, woonden inmiddels in Parijs."

"Toen ze terug kwamen in Parijs zijn ze getrouwd. Rosie was niet zo heel jong meer maar ze wilden graag toch nog officieel trouwen. Rosie trouwde in een witte jurk en Florian droeg een zwart pak. Hij zag er oogverblindend uit. Die dag gaf hij Rosie een ring met een rode edelsteen erin, zoals hij jaren eerder haar had beloofd. Hun geloften waren prachtig. Rosie beloofde hem dat ze hem altijd trouw zou zijn en al haar liefde zou schenken. Florian beloofde haar op zijn beurt om voor haar te zorgen en om hun leven kleur te geven. Niet alles zou zo zwart-wit zijn en samen konden ze alle tegenstellingen overwinnen. Die woorden staan ingegraveerd in het geschenk wat hij die dag aan Rosie gaf. Het is een klein kistje van bewerkt hout. Met rood fluweel is het ingekleed. Het was een prachtig doosje met een prachtige belofte erin. Gelukkig was de baan van Florian nog steeds beschikbaar voor hem. Opnieuw gingen ze op zoek naar een huis en ze vonden er eentje aan de rand van de stad met een grote tuin en genoeg slaapkamers. Florian had ruimte voor zijn eigen studeerkamer en Rosie maakte een atelier. Door de inkomensstijging van Florian hoefden ze zich geen zorgen meer te maken over geld. Er was alleen een ding dat nog miste in hun leven; een kindje. Om hen heen waren alle vrouwen allang moeder en Rosie liep al tegen de dertig. In die tijd was ze al best oud, maar ze gaven de hoop niet op. Toen ze de eerste keer zwanger werd waren ze beiden door het dolle heen. Helaas liep het niet goed en verloor Rosie de baby na vier maanden. Na een paar jaar durfde ze dan ook niet blij te zijn met haar buik die steeds dikker werd. De dokter stelde echter vast dat ze gewoon zwanger was en dat er niks aan de hand was. Ze was dan misschien al wat ouder, met was levertraan slikken zou alles vast goed komen. Met goede hoop voelde Rosie haar kindje in haar buik groeien. Het waren de dagen dat ze het meeste terugverlangde naar haar goede vriendin Rosie of een moeder die haar advies kon geven. Rosie begon weer met schilderen en pakte het nu helemaal anders aan. Ze schilderde portretten van figuren van vroeger en de koloniale huizen die ze soms zo miste. Andere dagen ging ze de straten op en en schilderde de schemerende straten van Parijs. Na negen maanden konden ze er echt niet meer onderuit; hun kindje zou levend en wel geboren worden. In de zomer van '86 werd de kleine Louis geboren, met alles er op en eraan. Rosie en Florian waren volmaakt gelukkig met Louis. De mollige baby werd al snel een kwieke peuter en hij groeide uit tot een nieuwsgierig kind en deed het fantastisch op school. Rosie kon er van genieten om gewoon op de stoel te zitten te zien hoe Louis zat te kleuren of een boekje las. Al snel kwamen ze erachter dat hij erg slim was en ging het was dan ook geen verrassing dat hij ging studeren aan de universiteit. Met een rechter als vader leek de keuze logisch maar Louis koos voor de studie Frans. Hij werkte daarna een tijdje als leraar op een school hier in Parijs maar verhuisde toen naar een klein dorpje. Tijdens de vorige grote oorlog in 1918 leerder hij een jong meisje kennen. Veel te jong voor hem, ze was pas veertien toen hij haar zag. Ze werkte met haar grote zus in het veldhospitaal en hij schreef haar gedichten. Aanvankelijk moest ze niets van de oude bewonderaar weten maar na een paar jaar schrijven zagen ze elkaar opnieuw. Het meisje was op slag verliefd en binnen een paar jaar trouwde onze Louis met Jeanine. De rest van het verhaal kennen jullie nietwaar? Eerst werd er een meisje geboren, Lisa. Ze werd vernoemd naar de moeder van haar Opa. Toen werd Alexandre geboren, naar de grote held van zijn vader; Alexander de grote. En als laatste de klein Jean-Piérre, die eigenlijk is vernoemd naar de vader van hun opa, Peter."

Oma hield op met vertellen en de kinderen zuchtten. De rest kenden ze inderdaad, wat een ontknoping. Jeanine kwam de kamer binnen en stuurde de kinderen naar bed. "Goed slapen kinderen. Morgen gaan we vroeg opstaan. Het is een bijzondere dag." en ze knipoogde naar Lisa en Alex, die precies wisten wat er in petto stond voor de komende dag.

43 105 + 2334 + 2267= 47 703,  (26 802 + 2334 + 1013 = 30 149)

ps; er komt nog 1 stukje!

Jowelle

Lisa werd vroeg wakker. Ze sprong uit bed en waste zichzelf. Ze had voor vandaag haar mooiste jurk aangetrokken en had een nieuw roze lint in haar lange bruine haren. Ze sprong bij haar ouders op bed, die nog ver in dromenland waren. "Papa, Mama, wakker worden. Vandaag is oma jarig!" riep ze terwijl ze alweer naast het bed stond te dansen. Een oog ging er open bij Jeanine en haar mondhoeken krulde omhoog. Het enthousiasme van Lisa was aanstekelijk en eerlijk gezegd had zij ook ontzettend veel zin in de dag. Louis bromde wat maar daar liet Lisa het niet bij zitten. Ze trok zijn kussen weg en begon hem ermee te slaan. Dat liet Louis zich natuurlijk niet zomaar gebeuren en als snel kreeg ze een mep terug van de rood geruite kussens. Lisa's spel werkte wel want binnen een paar tellen stond ook hij naast zijn bed om zijn dochter te achtervolgen. "Stttt" waarschuwde Jeanine nog maar er viel al een vaas om in het wilde spel van de twee. Lisa stond er beteuterd bij te kijken maar verstopte zich snel in de badkamer met de smoes dat ze haar tanden nog moest poetsen. Met een gespeelde geergerde blik bukte Jeanine om de puinzooi op te ruimen. Niet veel later ging de deur van hun slaapkamer voor de tweede maal open. Dit maal stond Alex in de deuropening, hij was wakker geworden van het brekende porselein. Zijn oogjes zaten nog helemaal dicht en zijn krullenbol stond recht overeind. Louis streek hem over zijn bol en nam hem weer mee naar de slaapkamer van de jongens. "Wakker worden Jean. Kom maar kleintje." en hij tilde hem uit bed en hielp de jongens bij het aankleden en glad kammen van hun haar. "Vandaag komt de broer van oma op bezoek kereltje." vertelde Louis hem nogmaals. Hij wist het wel, maar uit Jean-Piérre kwam nooit veel reactie. Hij knikte ditmaal en Louis was tevreden. Het was gewoon een zwijgzaam ventje, praten hoefde nog niet. Dat zijn jongste zoon niet dom was wist hij wel, hij begreep dingen altijd veel te goed. "Ja Jean, dat is Francey, uit het verhaal." lichtte zijn grote broer hem in. Hij knikte weer, dat wist hij allang hoor! Louis prees zijn beide zoons, ze zagen er uit om door een ringetje te halen. Dat zou vast niet lang duren Alexandre kennende, maar ach, hij had het tenminste geprobeerd. Beneden hielp iedereen om een lekker ontbijtje te maken en al snel stonden ze alle vijf voor de deur van opa en oma met twee heerlijk gevulde dienbladen.

Oma had alle commotie allang gehoord maar was netjes in bed blijven liggen. Het was vandaag haar verjaardag. Wat was ze eigenlijk een oud mens zeg, al negentig jaar oud. Velen haalden die leeftijd niet en ze had alles om gelukkig van te worden; lieve kinderen en kleinkinderen. Ze had de wereld gezien en haar passie nageleefd. Het leven was mooi en tot op de dag van vandaag had ze nergens spijt van. Het enige wat haar soms ineens somber kon stemmen was de gedachte aan vroeger. Aan Amerika, Francey, Daisy, Macy, haar moeder, Lisa en Peter en zelfs de kleine Kitty miste ze nog wel eens. Niet dat ze ooit terug wilde, maar het was een wezenlijk deel van haarzelf wat ze had achtergelaten. Ze had het opgevangen met haar schilderijen, waarin ze de hoofdrol speelden. Maar op de meeste momenten was Rosie gewoon zielsgelukkig. Dat ze ooit negentig had mogen worden met Florian aan haar zijde had ze niet eens kunnen dromen. "Florian, hou je nog van me? Nu ik oud en gerimpeld ben?" vroeg ze zachtjes aan haar man die ook net wakker werd. "Of ik nog van je hou? Jij bent de mooiste en liefste vrouw voor mij en de enige die ik ooit gewild heb. Het is niet voor niets dat God ons zoveel jaren heeft gegeven." fluisterde hij terug en oma kroop tegen zijn warme lichaam aan. "Wanneer zouden ze met het ontbijt komen." vroeg opa en oma grinnikte. Ze was dus niet de enige die doorhad dat er iets gaande was. Ze besloten vooral stil te blijven liggen en ze kletsten nog wat over de dag die komen zou. Na een minuut of tien werd er dan eindelijk aan de deur geklopt en kwamen Louis, Jeanine, Lisa Alex en Jean-Piérre binnengelopen met twee overvolle dienbladen met lekkers. Rosie en Florian deden net alsof ze nog sliepen en werden spontaan wakker van het verjaardagslied dat gezongen werd. "Bon anniversere Maman!" klonk het luid en oma deed net alsof ze ontzettend verrast was met kreetjes als 'oh gut wat leuk' en 'tjeetje'. Opa speelde zijn rol ook goed mee door te roepen 'Wie zijn daar? Ik hoor allemaal mensen!' en Alex moest hard lachen tijdens het liedje. Hij kreeg direct een por in zijn zij van Lisa die het heel serieus nam. Opa en Oma kropen overeind in bed en pakten ieder een dienblad aan. Op het bord lag meer lekkers dan ze in een hele lange tijd hadden gezien. Jeanine had zelf croissants gebakken in de oven en de pruimenjam uit de achtertuin was verrukkelijk. De jus s'orange kwam vers van de sinaasappels uit de tuin en een gekookt eitje maakt het helemaal af. Zoals opa's en oma's betaamd probeerden ze eerste de lekkernijen aan hun kleinkinderen te slijten maar Jeanine en Louis hadden dit voorzien en hun kinderen beneden al volgestopt. Beiden genoten erg van het ontbijt en toen Jeanine de gordijnen opentrok was de dag perfect; het zonnetje scheen. Na het ontbijt namen Jeanine en Louis de kinderen mee naar beneden om de achtertuin gereed te maken voor het feestje. Vanuit het raam zag oma de slingers en versieringen die de kinderen ophingen. Het zag er prachtig uit en zelf trok ze een wit met blauwe jurk aan en opa deed zijn mooiste overhemd en jasje aan. Ze liepen naar beneden waar iedereen al klaar zat.

Het ontbijt was zwaar geweest dus zouden ze nog eventjes wachten met de taart die Jeanine had gebakken de avond ervoor. Oma nam de tijd om een paar dingen te zeggen. "Lieve kinderen en kleinkinderen." begon ze plechtig en iedereen keek op. "Ik vind het ontzettend fijn dat iedereen hier samen is. Ik heb een prachtige zoon, lieve schoondocher en fantastisch kleinkinderen. Ik heb ontzettend genoten dat ze bij ons mochten logeren. We hebben er goed aan gedaan met jullie mee te gaan. Jullie zorgen hier geweldig voor ons en de oorlog lijkt hier verder te zoeken dan ooit. Toch ben ik vandaag negentig geworden..." en ze hield een korte stilte in haar verhaal. Ineens klonk er van achter haar een bekende stem. "En ik ook!" Oma wist niet meer hoe ze het had. Ze draaide zich om en zag Francey zitten in een rolstoel met daarachter Daisy. "Ja zus, gefeliciteerd!" en ze omhelsden elkaar. Oma keek nog steeds verbijsterd om zich heen. "Jullie..?" vroeg ze en Jeanine knikte. "Het was Lisa's idee. Alex heeft ook geholpen." vertelde ze. Oma was nog steeds sprakeloos toen opa het woord nam. "Dit is zeker weten het allermooiste cadeau wat jullie ons hadden kunnen geven." zei hij met tranen in zijn ogen terwijl hij op zijn zusje afliep. Oma knikte en prevelde een "bedankt" tegen hun allemaal. "Hoe..?" nog steeds lukte het haar niet om een complete zin te maken. "Komen lopen." grapte Francey en Alex begon te schateren. "We hebben ze gisteren van het station gehaald." vertelde Lisa het geheim. Ze stond helemaal te stralen, het feest was compleet. Toen ze de begroetingen hadden gehad vertelde Daisy over de brief van Lisa en hun reis. Het was vrij simpel gebleken, met de boot en de trein hadden ze er maar een dag over gedaan. Jeanine sneed de taart aan en deelde stukken rond. Oma bedacht zich ineens dat ze voor de hele verrassing bezig geweest was met een verhaal te vertellen.

"Nu écht iedereen er is ga ik nog een keer proberen om mijn verhaal te doen. Komen er nog meer familieleden om de hoek zetten zo Lisa?" vroeg ze met een knipoog. Lisa schudde van nee en iedereen keek op naar Rosie. Oma voelde dat dit het moment was en haalde drie klein pakjes uit haar zakken en riep een voor een haar kleinkinderen bij zich. Als oudste was Lisa als eerste aan de beurt. "Oma is al oud." begon ze. "Ik heb laatst gehoord dat er een jongedame in de familie is met een fantastische smaak. Aangezien ik er liever niet in begraven wil worden wil ik deze aan jou schenken Lisa." en ze overhandigde haar een klein pakketje. Lisa werd helemaal rood, dit had de niet verwacht. Heel voorzichtig maakte ze de verpakking los en tilde er een doosje uit. In het doosje lagen twee schitterende sieraden. Lisa liep naar haar vader toe en deze hing een gouden collier om met een roos als hanger. Erbij lag een prachtige gouden armband die nog ze omhaakte aan haar pols. Iedereen bewonderde de prachtige sieraden en Lisa was verrukt. Ze liep iedereen langs en zelf Alex vond ze ontzettend mooi.

De volgende die aan de beurt was was Alex. Hij liep langzaam op oma af. Onzeker wat hij zou krijgen stond hij voor haar. Het grootste pakje was voor hem en snel pakte hij het uit. Wat voor hem stond was het mooiste doosje wat hij ooit had gezien. Het was rood beschilderd met rozen. Toen hij het opende lagen daar alle brieven in van Rosie en Florian. "Lieve Alex, ik heb iets speciaals voor jou. Het is ons huwelijkscadeau en er staat een belofte in. Wanneer je alle brieven hebt uitgelezen zal je begrijpen waar het over gaat. Koester het." Alex wist niet zo goed wat hij er van moest denken tot zijn vader hem bij zich riep. "Alex, het cadeau wat jij hebt gekregen is perfect voor jou." Alex opende het doosje nogmaals en zag dat er in een apart vakje nog iets verstopt zat. Uit het fluwelen zakje vielen twee ringen, twee gouden waarvan eentje met een grote rode steen. Hij keek snel naar zijn oma en bedankte haar heel erg. "Wanneer je het ooit niet meer weet jongen, denk dan aan de beloftes in deze doos. Niet alles is zwart-wit. Zie de wereld in kleur." vertelde opa. "En dat je ooit een meisje mag vinden waar je de belofte aan mag doen." voegde oma toe.

De laatste die aan de beurt kwam was de klein Jean-Piérre. Hij liep al zelf naar oma toe en kroop op haar schoot. Voor hem had oma een klein pakje. "Lieve kleine Jean. Voor jou het allerkleinste pakje. Dat betekend niet dat het cadeautje erin het kleinste is." legde ze hem uit. Jean knikte als een tegen dat hij het begreep. Iedereen lachte, de kleine jongen bleef een schatje. Misschien dat hij een echte kleuter werd wanneer hij begon met praten, maar dat was voorlopig nog maar afwachten. Oma reikte naar de tafel en gaf Jean het kleinste pakje. "Ik hoop dat je er veel plezier van mag hebben. Ze zijn erg speciaal en wanneer jij later het verhaal aan jouw kleinkinderen mag vertellen kan je dit aan hen laten zien." Jean begon het pakte uit te pakken en had daarbij geen hulp nodig. Uit het pakje kwamen een paar beschilderde figuurtjes zetten. Jean's gezicht lichtte helemaal op, dit was precies het juiste cadeau voor hem. Hij bekeek de boontjes goed en begon met ze in de lucht te spelen. Iedereen keek geamuseerd toe hoe hij de boontjes liet knuffelen en daarbij brabbelde. Opeens pakte hij er eentje uit en hield die in de lucht. Hij aaide de boon en keek eens naar zijn oma en dan weer naar de boon. Het was een klein zwart geschilderd boontje met een gedetailleerde rode stik op haar hoofd. Hij draaide zich om en knuffelde zijn oma en vroeg "Rosie?".

KLAAAAR: 47 703+ 1 989 = 49 692, 30 149 + 0 = 30 149