Brokie & Jowelle - Rosie, 'Niet zo zwart-wit'

Gestart door Jnusch, 18 april 2009, 15:08:46

Vorige topic - Volgende topic

Jnusch

Sprookje 8

Jowelle

#1
ps; wat je mag beoordelen is alles in het dikgedrukt, anders wordt het te lang om te beroordelen. De rest van het verhaal mag je dan voor de leuk lezen, maar het hoort zeker samen.

Rosie
'Niet zo zwart-wit'




Terwijl de kleinkinderen in de tuin speelde keek mevrouw Clement opzij naar haar man, na al die jaren was ze nog steeds verliefd op hem, haar alles. Zachtjes schommelend en trekkend aan zijn pijp zat hij tevreden voor zich uit te staren. De lieve man was sinds enkele maanden compleet blind geworden maar hij was er niet minder vrolijk om geworden en daarom juist hield ze nou zoveel van hem. Samen hadden ze hun hele leven, hun kinderen, hun kleinkinderen en hun alles. Hij wist dat ze naar hem keek zonder het te kunnen zien en schonk haar een liefdevolle blik. Bij de hoge boom achterin de tuin trachten de drie kleinkinderen een spel te spelen. Lisa, de oudste van de drie kinderen nam de leiding en vertelde haar twee broertjes wat te doen en gaf de kleintjes aanwijzingen. Zoals meestal was de een jaar jongere Alexandre het er niet mee eens en een viel hij haar om de haverklap in de rede waarbij een ruzie ontstond. Met een zucht stond oma Clement op uit haar stoel en liep op het drietal af. Ze hoefde niet eens iets te zeggen, het tweetal viel uit zich zelf stil en de kleinste zei normaal ook geen woord. Het logeerpartijtje was hun favoriete vakantie ieder jaar en hun ouders hadden ze gewaarschuwd dat als er klachten kwamen over hun gedrag dat ze dan direct zouden worden opgehaald. "Kinders, waar gaat het over? Lisa sstt, laat je broertje ook een woordje zeggen liefje." zei ze voordat de pientere Lisa maar een kans had om meteen wijs te gaan doen. Lisa knikte gedwee en Alex begon meteen driftig te verklaren dat hij al zes was en dat hij wilde doen was hij zelf wou. "Lisa vertelt altijd wat we gaan spelen, ik vind haar maar stom." vloekte hij. "Jongen toch, let eens op je woorden, zo hebben wij dat vroeger niet geleerd hoor." berispte ze haar kleinzoon. "Kom jongens, we gaan al bijna eten. Ik zal jullie lievelingsmaal maken als jullie zoet zijn. Misschien.. " en ze wachtte eventjes voordat ze verder vertelde ".. vertel ik zelfs wel een verhaal bij het slapengaan." De ogen van de drie kinderen werden groot, alle verhalen van oma waren even spannend en leuk. "Kom Lisa, help je me met het wassen van de groenten? Alex, wil jij je opa een glas melk brengen? Jean-Piérre, jij mag straks alles proeven, kom je mee de keuken in?" dirigeerde ze de kinderen weg van hun ruzie. Met stralende ogen keken ze haar aan, blij met alle verantwoordelijkheid en het uitzicht op een verhaal later. De jongen en het meisje sprintte weg in hun strijd om als eerste in de keuken te zijn en oma pakketje het kleine hummeltje op. "Och kereltje toch, wat een stelletje zijn jullie bij elkaar" lachte ze en liep het tweetal achterna het huis in.

De avond viel en de lichten in Parijs gingen schaars aan, er moest zuinig gedaan worden met elektriciteit, maar er moest ook niet te veel aandacht getrokken worden, de oorlog kwam immers steeds dichterbij en het was onduidelijk wanneer deze in Frankrijk zou uitbreken. Het jaar 1939 was relatief rustig begonnen maar de oproer in het buurland nam steeds serieuzere vormen aan. Opa Clement maakte zich zorgen om de situatie en luisterde elke avond om klokslag 9 uur naar het journaal op de radio. Hij verdacht de Duitsers ervan binnenkort ook buiten hun eigen land moeilijkheden te veroorzaken maar oma stelde hem altijd gerust, ze geloofde er niet zo in. Immers, zo vlak na de vorige oorlog zou niemand het toch weer wagen? In Parijs was het tot op heden nog relatief rustig gebleven en was er nog vrij weinig te merken van de naderende dreiging. De gordijnen van het grote, oude huis gingen dicht en sloot de familie af van de buitenwereld. De kachel werd aangestoken en Lisa hielp oma met het tillen van de houtblokken. Het eten had gesmaakt en de kinderen hadden zelfs dubbele porties kunnen pakken, wat een luxe was. Het hout knetterde lekker toen de kamer ineens donker werd. De kleinkinderen Clement wisten dat het de avondklok was, het tijdstip om naar bed te gaan. Meestal probeerden ze het te rekken -en toegeeflijk als oma was lukte het meestal ook wel- maar vanavond was anders. Zelfs Alexandre protesteerde niet bij het spannende vooruitzicht van een verhaal van oma. De twee oudste kinderen hesen zich braaf in hun nachthemden en gingen in het grote bed zitten van opa en oma en kropen dicht tegen elkaar aan onder de wol. Opa tilde de kleinste mee naar boven en legde hem tussen de ongeduldige Lisa en Alex in. Opa ging in zijn luie schommelstoel zitten en genoot van de opwinding van de kinderen. Oma ging op de bedrand zitten en stopt de kleinste Piérre nog eens extra in en vroeg aan Lisa om de voorwerpen uit de vensterbank haar aan te geven. Lisa stond gedwee op en bracht de vreemde dingen naar haar oma. Haar nieuwsgierigheid won het van haar beleefdheid en ze vroeg meteen wat het waren. Oma Clement gebaarde dat ze geduldig moest zijn en wachten tot zij begon met vertellen en het meisje viel stil. Alex probeerde de deken af te pakken van zijn zus, maar ze was sterker en hield hem stevig vast. Oma keek de drie aan en automatisch viel er stilte en rust, het zou een belangrijk verhaal zijn zagen ze aan hun oma.

"Lieve kinders, het is een verhaal van lang geleden over een klein meisje die deze bonen, ja dat zijn het Lisa, koesterde. Het verhaal speelt zich af aan de andere kant van de oceaan, in een ver land dat Amerika heet en waar ze deze bonen teelden. Het is al bijna 90 jaar terug, dus heel lang geleden voor jullie kleine kinders, toen baby Rosie werd geboren." en zo begon oma het verhaal.


Brokie

#2
“”Mariya, de weeën! Dat kind komt eraan, ik houd het niet meer. Help me, doe íets!” Na een por in haar zij werd Mariya ruw verstoord in haar slaap, ze wreef haar ogen eens uit en zag dat Jolene wit was weggetrokken van de pijn. Snel pakte ze een paar natte lappen en legde het onder haar neer, en legde er eentje in haar nek. “ Als die Godvergeten man van mij niet de makkelijke weg had gekozen van de dood, dan had hij hier nu gezeten naast me. Nu moet ik het maar met jou doen. Maar je bent een fijne vriendin hoor””

Oma keek snel naar opa en legde haar hand op zijn knie, was ze niet te ver gegaan? Ze was helemaal in het verhaal opgegaan. Opa gaf haar een afkeurende blik en ze wist genoeg. Een voor een keek ze de kinderen lang en doordringend aan.

“Sorry kinderen, ik liet me even gaan. Ik zal wat beter op mn woorden letten. Waar waren we? Ohja, de man van Jolene was er dus niet meer. Die was gestorven aan een hele erge ziekte. Jolene stond er dus alleen voor bij het opvoeden van haar kleine kinderen. Gelukkig werd het geen zware bevallling en al snel lag ze met de twee kleintjes in haar armen. Het was een tweeling en beide kindjes blaakten van gezondheid en begonnen weldra te huilen. “Hoe ga je ze noemen?” vroeg Mariya. “Deze kleine meid heet Rosie m’n mannetje heet Francey.” en Jolene glunderde bij het aanzicht van de twee in haar armen.

Oma ging staan en maakte een slaande beweging met haar armen.

“De deur vloog open en hun baas stond in de deuropening.
“Stop die kleine maar in dat grote huis daar bij de andere kleinen. Jij moet weer aan het plukken en wel nu! Je bent alweer te laat.”
“ Maar ik wil bij mijn kleintjs blijven… ze hebben me nodig. Een pasgeborene kan niet zonder zijn moeder.” stamelde Jolene. "Nonsens, jullie soort hebben niemand nodig en zeker niet als ik het zeg!" Een klap met de zweep volgde, dus ze moest wel…”

Oma werd onderbroken door een van de kinderen. “Een baas die je klappen met een zweep geeft als je iets gewoon lief vraagt? Wat is dat voor vervelende man?” vroeg Lisa met tranen in haar ooghoeken.“Het was geen normaal werk wat Jolene deed, kinderen. Vroeger dachten de blanke mensen dat zij beter waren dan hun gekleurde medemens. Zij namen dan ook de zwarte mensen gevangen en lieten hen onder dwang werken voor ze. Deze zwarte mensen werden dan slaven genoemd en mochten niets zelf beslissen” vertelde oma. “Oh, daar heeft onze meester op school nog wat over verteld. Die mensen moesten heel hard werken en kregen bijna niks te eten en drinken” sprak Lisa. Ze moest altijd laten zien dat zij de slimste was.
Oma gaf Lisa eens een aai over het hoofd.

“Klopt slimmerik. En Jolene was een slaaf van deze akelige meneer. Ze moest de hele dag, van zonsopkomst tot zonsondergang, op een groot veld bonen plukken met nog heel veel andere slaven. In de eerste 4 jaar die daarna volgden zag ze Rosie dan ook nauwelijks. Voor Rosie werd gezorgd in het grote huis waar een paar van de slavenvrouwen alle kindjes opvoedden, de zwarte kindjes om weer op het land te gaan werken en de blanke kindjes om later groot en sterk te worden.”

Jean-Pièrre was al aan het wegdommelen, dus Alex gaf hem een zo subtiel mogelijke por in de zij. Ze wilden dit verhaal voor geen goud missen en als een van hen in slaap zou vallen dan zou oma stoppen met vertellen.

“Rosie had het wel naar haar zin bij de andere kindertjes, de vrouwen waren lief voor haar. Ze was zeer creatief en pienter bovendien. Van de kapotte bonen die ze niet meer konden verkopen maakte de verzorgmoeders verf, waarmee Rosie menig mooi kunstwerk al had gemaakt. Dat ze zo slim was had helaas alleen maar nadelen voor haar; ze moest toch het land op, samen met haar broertje Francey. Voor plukken was ze nog te klein, maar ze kon wel alle geplukte bonen sorteren. Het was een eenzaam en geestdodend werkje, ze dwaalde dan ook vaak af in haar gedachten. Dagdromend over hoe het met haar moeder zou gaan, hoe het buiten de poort zou zijn en aan hoe fijn het haar had geleken om met het dochtertje van de baas samen te spelen, maar die deed altijd zo naar, ze was toch ook gewoon een meisje net als de anderen. Nog leuker vond ze het om met de bonen te spelen. Maar o wee als de meester je zag, dan had je zo een zweepslag over je handjes heen.

Jaren vlogen snel voorbij. Dag in dag uit moest ze het zelfde werkje doen. Tot op die ene dag. Haar 6e verjaardag had ze nog niet zo lang geleden met haar moeder stilletjes in een hoekje gevierd en moeder had voor haar en Francey speciaal een koek gebakken van de bonen. De meester was haar hutje binnengekomen en ging naast haar zitten. Rosie schrok. De man was niet boos, hij kwam zelfs een keertje aardig over. “Rosie, ik wil je wat vragen.” sprak de meester op een uiterst vriendelijke toon. “Er komt zo een meneer hier, en die is op zoek naar hele slimme en hardwerkende meisjes als jij. Dus jij moet heel netjes en lief zijn tegen die meneer straks, oké?” probeerde de meester haar goed te stemmen. Rosie snapte er helemaal niks meer van, maar ze durfde de man niet tegen te spreken. Ze knikte dus maar heel kort ‘ja’. Niet veel later stond er inderdaad een hele grote meneer voor haar. Hij nam haar maten op en bekeek haar vanuit alle hoeken en standen. Ze voelde zich er heel ongemakkelijk bij, wat zou hij van haar willen? De meester van Rosie en de nieuwe man smoesden wat tegen elkaar en er leek een geldoverdracht plaats te vinden. "Alsjeblieft sir Budd, ze zijn van jou." sprak de meester. De nieuwe meester nam Rosie aan de hand, Francey – die een uur ervoor al gekeurd en verkocht was – aan de andere en maakten aanstalten om weg te lopen toen er een schelle kreet hoorbaar was achter hen. Jolene, de moeder van de tweeling kwam als een speer hun kant opgerend. “Niet mijn meissie! Niet Francey! Neem niet hen mee. Ze zijn alles wat ik nog heb…” ze viel op de grond en begon de schoenen van haar meester te kussen. “Alstublieft? ALSTUBLIEFT! Ik smeek u…”
De meester was echter genadeloos en gaf een knikje richting de koper. Daar gingen Rosie en Francey. Rosie keek om en zag haar moeder op de grond zitten met haar armen om haar knieën heen, huilend. Ze begon zelf ook zachtjes te wenen en begreep stieukem ondanks haar jonge leeftijd wel dat dit niet iets goed betekende en besloot om heel dicht bij Francey te blijven. En zo gingen de twee op weg naar de nieuwe bonenplantage, zonder haar moeder…


"En dan nu lekker gaan slapen jongens. Morgen vertel ik verder wat Rosie allemaal moest doen op de nieuwe plantage en misschien komen jullie dan ook wel te weten wat er met deze bonen aan de hand is" ze keek naar de bonen in haar hand en haar innemende glimlach kon alleen Lisa nog net zien voordat ze haar ogen dicht deed.


983 + 1241 = 2224 (73+1177=1250)

Jowelle

#3
Het licht piepte door de verduisterende gordijnen heen toen mevrouw Clement haar ogen opendeed. Zij en haar man hadden in het extra bed geslapen, omdat ze de kinderen niet wakker hadden willen maken die zo lief lagen te slapen gisteravond. Nu kwam ze erachter dat dit bed nogal oncomfortabel was en het koste haar moeite om rechtovereind te komen zitten. Opa lag naast haar nog diep te snurken, maar oma had haar hele leven al met het krieken van de dag opgestaan. Ze schoof naar de bedrand en wreef de slaap uit haar ogen met het water uit de kom dat naast het bed stond. De ochtend was haar favoriete dagdeel, als de zon nog laag aan de hemel stond en het leek alsof de hele wereld sliep, waren de straten haar domein. In de badkamer waste ze zichzelf en trok haar jurk aan. Vervolgens pakte ze uit haar beurs een paar franc en liep de deur uit. Op dit tijdstip waren de enigen die ze op de straten tegenkwam de bevoorraders, dienstmeisjes en de zingende vogels die zich verscholen in het groen van de buurt. Twee straten verder kwam ze bij de kruidenier die ze zocht om haar boodschappen te doen. "Jerome, heb je voor mij vandaag twee baguettes, een potje confituur, een paar sinaasappels en wat lepels cacao en suiker?" vroeg ze aan de man die achter de toonbank stond. "Jazeker mevrouw, bent u ook alvast aan het inslaan voor de magere tijden die misschien komen?" vroeg de man nieuwsgierig. "Nou, ik wou dat ik nog zo lang had, maar ik ben al een oude vrouw. Veel toekomst zal ik niet meer hebben en bovendien hebben we lieve kinderen die voor ons zullen zorgen, mijn man en ik. Deze goederen zijn eigenlijk voor mijn kleinkinderen, het is immers niet elke dag dat we ze zo lang over de vloer hebben. We willen ze dus flink verwennen en warme chocolademelk lusten ze graag!" Oma rekende af en liep vrolijk weer naar huis om een lekker ontbijt voor haar lievelingen klaar te maken. Op de hoek zat een vroege actieveling die een duet floot en liefdevol aan zijn nestje zat te bouwen. De lente kwam eraan, de vogeltjes bouwde nestjes en de bloemen kwamen hun kopjes boven de aarde steken om de straten op te fleuren. Parijs veranderde in een jonge, groene en onbezonnen stad. Nadat oma de deur door kwam trof ze opa aan in zijn schommelstoel, zachtjes wiegend met een kop thee, bezorgd luisterend naar het journaal; "Bon matin, messieurs en madames, vandaag is er weer minder goed nieuws te melden als gisteren; de Duitsers hebben de joden meer verboden opgelegd en zijn bezig hun vloot te versterken." "Zie je nou wel vrouw, ik zei het nog zo, het gaat niet goed in Europa... Ik zeg je... we krijgen weer een oorlog binnenkort!" klaagde Opa tegen zijn vrouw die maar half luisterde. "Och lieverd, het is zo'n mooie dag, laten we nu niet aan zulke zware onderwerpen denken. Weet je wat, zullen we de kleintjes ergens mee naar toe nemen?" Opa bromde wat, maar hij bedoelde het goed wist mevrouw Clement, hij kon zijn leven niet boos op haar worden. Hij had haar nuchterheid en optimisme gewoon nodig, zolang hij zelf maar af en toe mocht klagen. Oma zette het eten op de tafel en perste het sap uit de sinaasappels om de kinderen hun fruit te laten eten. Het scheen dat dat gezond was en er gezonde dingen in zaten, maar het was vooral erg lekker vond ze zelf. Hierna maakte ze de kinderen, die nog in dromenland verkeerden, wakker en hielp ze henzelf klaarmaken.

Met een mooie roze strik in haar haren zag Lisa er voorbeeldig uit. Oma had er alle vertrouwen in dat ze ook haar best zou doen om er zo uit te blijven zien. Alex had zijn haren gekamd, maar hem kennende zou het niet langer dan een uurtje blijven zitten dus stopte oma ook een kam in zijn tas om het haar van haar kleinkind te kunnen fatsoeneren. Met Jean-Piérre aan de hand liepen ze naar buiten en staken de straat over naar de tramhalte. "Oma toe, vertel ons het nou, waar gaan we heen?" zeurde Alex. Het enige antwoord wat hij kreeg was een geheimzinnige glimlach en hij hield maar op met vragen, ze zou het bij de vierde keer vragen heus niet wel ineens zeggen. Ze reden naar de andere kant van de stad, langs de grachten en langs parkjes en de kinderen keken hun ogen uit tot Oma de stilte verbrak en vroeg: "Jean, wil jij een grote jongen zijn en op het knopje drukken voor oma?" De magische woorden deden de andere twee overeind schieten en Alex had de knop al ingedrukt voordat zijn kleine broertje maar in de buurt kon komen. "Alex, dat mag je niet meer doen jongen, gun je broertje ook eens wat! Jean, jij mag zo wel als eerste naar binnen is dat goed?" probeerde Oma het brullende kleutertje te stillen, maar het hielp niet. Pas toen Opa zijn hand pakte verscheen er een lachje op zijn gezicht en liep hij aan zijn hand naar buiten. "Dierenpark" las Lisa op. "Oh Oma, wat geweldig, dat is toch met beren en tijgers?" Oma gaf haar een bemoedigend knikje en de familie liep naar binnen. Als eerste zagen ze de gewone boerderijdieren, die de kinderen in hun eigen dorp al iedere dag zagen en waar ze vlot langs liepen. Al snel kwamen ze bij de exotische dieren; de aapjes waren favoriet bij Piérre, die ze pinda's gaf en ze probeerde te aaien. Lisa vond de bruine beren het interessantst "omdat ze zo slim zijn, Opa" en kon uren kijken naar de spelende beertjes. Alex had maar een doel voor ogen; hij wilde de tijgers van dichtbij bekijken en trok iedereen mee naar hun verblijf. De tijgers bleken echter toch iets minder indrukwekkend dan Alex ze had voorgesteld want ze lagen alleen maar te slapen. Toch kon hij het niet laten om zijn kleine broertje toe te vertrouwen dat als deze hem zijn zuurtje niet gaf, hij hem bij de tijger zou gooien die hem wilde opeten. Het was maar voor hem goed dat Oma of Opa het niet hoorde, want die hadden meteen er iets van gezegd. Later op de middag werd Alex ineens misselijk, hij had iets te veel snoep op. "Kom, dan gaan we naar huis. Daar heb ik wel een medicijn tegen de misselijkheid. En dan heb ik voor jullie allemaal warme chocolademelk." sprak oma. Gedwee, maar toch teleurgesteld liepen ze achter oma en opa aan. Het gezin stapte weer in de tram naar huis. "Jean, druk jij nu maar wel op het knopje. Alex, afblijven," sprak oma streng.

Thuis aangekomen was het al bijna donker en samen aten ze soep. Na het eten ruimden de kinderen zo snel af als ze nog nooit in hun leven hadden gedaan, renden naar boven en trokken oma mee aan de arm, zo benieuwd waren ze. Opa tilde Jean-Piérre naar boven, die achterbleef omdat hij de trap niet alleen op mocht lopen. Boven lagen de twee al netjes in hun hemd in bed en Lisa had zelfs al twee stoelen klaargezet en de bonen op het nachtkastje gelegd. "Zozo kinderen, dit heb ik nog nooit meegemaakt." prees Opa zijn kleinkinderen, die stilletjes lagen te glimlachen na het compliment. Hij hielp Jean met het omkleden en zette hem tussen zijn broer en zus in. "Nou lieverd, volgens mij zijn er een paar ongeduldige kinderen die het verhaal heel graag verder willen luisteren..." Oma liep rustig naar de stoel en schikte zich in een houding die ze wel eventjes kon volhouden. "Nou jongens, daar gaan we dan, terug naar Rosie en Francey..."


Jowelle

#4
"Rosie en Francey werden met tranen van angst in de ogen naar buiten geleid. Daar stond een heel mooi versierd en chique paard en wagen. Sir Budd liep er naar toe en deed de achterdeur open. "Zo jongens, neem hierin maar plaats. Dan breng ik jullie naar jullie nieuwe huis." sprak de meneer vriendelijk terwijl hij een opstapje neer zette. Rosie en Francey stapten naar binnen en gingen zitten op een kist waar een huid van een dode haas was gelegd. "Wat zit dat zacht, maar het is wel zielig van dat konijn." sprak Francey vol afgrijzen tegen Rosie. "Ja, maar dat maakt die chique mensen niet uit, hoor. Ik hoop alleen dat deze meneer een beetje goed voor ons zal gaan zorgen. We moeten altijd samen blijven Francey, beloof je het me?" sprak Rosie hoopvol, net op het moment dat ze de lucht in werd geschoten omdat de wagen begon met rijden. Francey knikte plechtig en gaf haar een kusje op haar wang. "Zullen we maar een spelletje spelen om de tijd te doden?" vroeg Rosie. "Ja, best. Zullen we Ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet spelen?" antwoordde Francey, blij dat het over iets luchtigers ging. "Ik begin! En de kleur is... geel!" Zo kwam het dat beide kinderen geen benul meer hadden van waar ze waren, ze waren te veel bezig met hun spelletje.

Beiden waren dan ook ineens verrast toen het deurtje open ging en sir Budd sprak: "Zo jongens, we zijn er. Die dame die daar staat is mijn vrouw en jullie baas. Zij zal jullie een goede maaltijd geven, loop maar snel naar haar toe." De beide kinderen renden snel naar hun nieuwe baas toe, ze hadden best wat honger. In de hal konden ze al ruiken dat er ergens soep moest staan, dat hadden ze ooit een keertje mogen proeven. Het was op de dag dat hun vorige baas jarig was, dat was een mooie dag geweest met warme herinneringen. Het was een van de weinig goede herinneringen aan hun vorige woonplek, behalve hun moeder natuurlijk. De vrouw schepte twee kommetjes in en Rosie en Francey aten gulzig. "Het is echt heerlijk, mevrouw. Zou ik nog wat mogen?" vroeg Rosie. "Zeg maar mevrouw Budd. En voor deze ene keer mogen jullie nog wat soep." Al snel was de pan leeg, al was er voldoende geweest voor vijf normale porties, de twee hadden met hun kleine buikjes de hele pan leeg gegeten. "Kom, dan laat ik jullie zien waar jullie wonen en met wie jullie een hutje delen." en mevrouw Budd nam hen beide aan de hand mee naar achter in de tuin. Daar begon de plantage en stonden vele hutjes opgesteld. Ze trok een deur open en maakte een handgebaar dat ze nog even buiten moesten blijven. Mevrouw Budd klopt het matje nog even snel op en veegde de hoek nog even schoon, dat gaf tenminste een beetje een goede indruk. Meer moeite wilde ze ook niet doen, het was immers niet veel en dat werd het ook nooit. "Oké, ga maar naar binnen. De anderen die op deze kamer slapen zijn op dit moment aan het werk. Dat gaan jullie morgen ook doen, maar jullie mogen vandaag nog even wennen aan de nieuwe omgeving en de rest van jullie slaven. Zoek een eigen bed maar maak geen rommel, dat tolereer ik niet." Ze vond het altijd moeilijk om de juiste woorden te vinden, wat zeg je tegen zulke onwaardige mensen? Rosie en Francey liepen naar binnen en keken een beetje in de rondte. "Veel beter is het niet dan bij die vorige," sprak Francey, hoorbaar teleurgesteld. "Nee, en morgen moeten we nog hard aan het werk ook. Laten we er maar het beste van maken dan. Kom Francey, ik wil dit bed wel, is dat prima?"

Het liep tegen het einde van de dag en de andere slaven liepen in een straffe draf richting hun hutje. Ook de huisgenoten van Rosie en Francey kwamen thuis ze stelden zich voor. "Ik ben Rico en dit is Flox," sprak de langste van de twee al wijzend naar de andere. "We houden wel van wat nieuw vlees in de kuip." Rosie en Francey kropen weg in een hoekje, het leken enge mannen. Ze waren breed, lang en misten een paar tanden. "Wees maar niet bang hoor. We zijn jullie huisgenoten en we doen jullie geen kwaad. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en moeten het dus met elkaar doen. Maar het zijn allemaal nieuwe indrukken voor jullie, ga eerst maar eens lekker slapen. Dan zien we morgen wel weer verder op het veld." De slaap kroop er al in dus dit voorstel kostte hen geen enkele moeite.

De volgende dag kwam Sir Budd iedereen persoonlijk wakker maken en het veld op dirigeren. Voor Rosie en Francey had hij een aparte taak in gedachten. In de hoek van de plantage stonden bonenstaken die niet zo groeiden als de anderen, ze bleven te klein. "Kijk jongens, aan deze staken zitten allemaal bonen. Die mogen jullie er allemaal vanaf plukken en in deze kist doen. Sorteer ze wel gelijk op grootte, er zijn drie groottes en ik heb hier drie kisten. Snappen jullie dat?" vroeg Sir Budd. Rosie knikte en Francey was al begonnen. Een jongen die naast hen stond begon te zingen. Rosie luisterde goed naar de tekst en al snel zong ze mee. Ze kreeg er eindelijk wel schik in maar ze dacht ook aan hun moeder, die zo zielig op de vloer was blijven zitten, zou ze haar ooit nog zien?

De uren verstreken en de zon had inmiddels zijn hoogste stand bereikt. Rosie had de hele tijd gezongen, maar de liedjes kwamen haar nu al de strot uit. Het waren maar drie liedjes die de slaven hier kenden, dus ze nam zich voor om zelf liedjes te gaan schrijven voor iedereen en dan ook echt vrolijke deuntjes. Omdat het nu het meest warme punt van de dag was, hadden ze even vrij gekregen. Rosie was in een hoekje gaan zitten, en kon nu precies zo door de heg heen kijken dat ze de buren kon zien. Ze zag een meisje van haar leeftijd, maar dan blank. Ze had alles wat haar hartje begeerde, mooie lange haren met een strik erin en een mooie witte jurk. Ze speelde met een jong katje en hoefde zich nergens zorgen om te maken. Het gat in de heg was net groot genoeg om haarzelf in de verstoppen en door de spleet te gluren maar het meisje zag haar niet. Toen nam haar fantasie een loopje met Rosie. Wat als zij dat meisje was, of gewoon vrij met haar kon spelen wanneer ze zelf wilde...

Ruw werd ze verstoord in haar fantasie doordat er iemand in haar zon ging staan. "Iedereen is al lang weer aan het werk. Ik snap dat je nieuw bent, maar nu moet je weer aan het werk. Als je weer werk weigert dan moet ik de zweep maar weer ophalen." Sprak een boze Sir Budd. "Nee, sorry meneer, het spijt me vreslijk. Het zal niet weer gebeuren." snel rende ze naar het stukje land toe waar ze aan het werk moest waar Francey haar al opwachtte. "Francey, wat denk je, zouden wij ooit ook zo vrij mogen spelen? Waarom zijn wij anders, ik hou toch ook van jou en jij van mij? Waarom vinden de anderen ons dan niet lief?" Francey schudde zijn hoofd "Rosie, ga nou maar werken, ik vind je toch lief, is dat niet genoeg?" verklaarde Francey maar Rosie bleef er de hele dag over nadenken."


Oma zweeg eventjes. "Het is ook raar dat mensen elkaar niet allemaal lief vinden vind je niet Lisa?" Lisa knikte en zei dat ze het ook raar vond, er was ook een meisje bij haar op school die rood haar had en gepest werd. "Niet eerlijk oma" vond Lisa. Oma knikte en blies de kaars uit en stond op om Opa uit zijn stoel te helpen. "Ssst Alex, nu weer zoet gaan slapen jongens. Morgen zal ik meer vertellen over die Rosie" en hand in hand liepen ze de trap af naar hun eigen bed.


Brokie

#5
Het was vandaag een druilerige dag en door de ramen kwam niet veel zonlicht. Oma was blij voor de bloemen in de tuin maar maakte zich meer zorgen om hoe ze haar kleinkinderen ging vermaken. Alex had altijd veel energie, maar hem in dit weer naar buiten sturen om te spelen was niet te doen. Misschien moest ze een spelletje verzinnen voor vanmiddag? Oma had er eigenlijk nog uit gemoeten voor bankzaken, maar ze had besloten dat dat morgen bij mooi weer ook nog wel kon. Vandaag had oma ze dan dus ook maar extra lang laten liggen in bed, dat hadden de kinderen vandaag ook wel verdiend. Gisteren was ze nogal lang door gegaan met het verhaal en twijfelde of het drietal wel genoeg slaap had gehad. Toen de kinderen eenmaal aangekleed en wel beneden stonden aten ze eerst een uitgebreide brunch op. Alex nam net de laatste hap van zijn broodje toen Lisa vroeg: "Oma, wat gaan we vandaag doen? Het regent buiten heel erg hard, dus buitenspelen gaat niet, dan worden we ziek." "Je hebt helemaal gelijk slimmerik, daarom had ik een spelletje bedacht voor vanmiddag. Wat dachten jullie van zelf klossen maken en dan wedstrijdje doen wie het snelste de gang door kan klossen?" Oma keek Alex verwachtingsvol aan, als hij het leuk vond deed de rest ook wel mee. "Nee, dat is saai." meende Alex en oma improviseerde snel: "Wat willen jullie dan wel doen?" vroeg ze. "Ach, toe oma, vertelt u ons verder over Rosie! We zijn reuze benieuwd!" riepen de twee oudste kinderen. "Het heeft wel indruk gemaakt hè. Nou ja, ga maar vast in de woonkamer zitten dan. Ik ruim de tafel even af en zet een pot thee. Zorgen jullie dat er genoeg snoepjes staan in de woonkamer?" Oma had de woorden nog niet uitgesproken of de kinderen waren de snoepjes al aan het zoeken en de kussens aan het opschudden. Toen ze tien minuten later de kamer binnenkwam voelde ze een gevoel van trots opkomen, netjes rechtop zaten Lisa en Alex met Jean-Piérre op schoot en verwachtingsvol keken ze haar aan. " Zo, dat ziet er goed uit jongens. Waar waren we ook alweer?" "Rosie en Francey sliepen net rustig volgens mij Oma..." wist Lisa te vertellen. "Nou, dat duurde niet lang meer..." en oma begon te vertellen over de volgende ochtend.

" Met een luide plof werd Francey wakker van iets wat boven op hem sprong. Hij schoot overeind omdat hij dacht dat het Sir Budd was, maar het was nog donker buiten en de baas zou heus niet zo vroeg opstaan. Hij knipperde eens met zijn ogen en zag zijn zusje boven op hem zitten. "Francey, Francey, luister! Ik heb een liedje verzonnen! Ik vond die liedjes die ze hier zongen maar saai en het zijn er maar drie en gisteravond kon ik niet slapen en toen..." schreeuwde Rosie druk terwijl ze van hem afkrabbelde. Francey onderbrak haar: "Doe eens rustig Rosie", kalmeerde Francey zijn zusje. "Ik ben net twee tellen wakker, omdat jij boven op mij sprong, ik volg niks van wat je zegt. Doe eerst eens rustig en zeg het dan nog een keertje." Rosie ging op het bed zitten en telde tot tien, een oude truc die ze geleerd had van haar moeder om rustig te worden. "Oké, nog een keer dan maar, de liedjes die ze hier dus zingen die vind ik maar saai. Gisteravond kon ik niet slapen, dus ben ik maar wat gaan verzinnen. Zullen we kijken of iedereen het liedje mee wil zingen, dan hebben we een nieuw lied voor tijdens het werk? Hoe meer mensen het meezingen hoe minder zwaar het werk wordt." sprak Rosie, nu wel verstaanbaar. "Wil je hem voor mij zingen? Als jij hem alleen zingt dan hoort natuurlijk niemand het, krielkip. Op deze manier kan ik het liedje ook leren." plaagde hij zijn zusje en Rosie begon te zingen:

"Ik pluk, ik pluk en ploeter voort
Bonen plukken, bruine en witte
Hard werken zoals het hoort
Mijn kroeskop in de hitte
snel plukken doen we graag
want dan komt het af vandaag"

"Oh, dat is een leuke, lekker makkelijk ook! Ik zing wel met je mee. Ik pluk, ik pluk..." Het licht kwam langzaan opzetten en de twee kregen norse blikken toegeworpen van hun huisgenoten. "Die stomme kinderen, kunnen ze nooit stil zijn? Hé jullie twee, hou het stil ja! Ik ben al zo moe, ik word nog eens moe van jullie!" beet Flox ze toe. Snel schoten ze allebei in hun kleren en liepen de plantage op, waar ze konden zingen zonder de anderen te storen. Het was nog vroeg en voordat sir Budd zijn rondje langs de hutjes had gedaan om iedereen het veld op te drijven waren ze al aan het werk. Tegen de lunch waarbij iedereen pap kreeg zongen er al voorzichtig een paar andere slaven met hun mee en de sfeer zat er wel in. Die middag werkten ze hard door, en vlak voor het einde kregen ze zelfs een complimentje van de baas: "Het werk is voldoende vandaag, jullie mogen ermee stoppen". Iedereen keek hen blij aan. Bij het avondmaal kwamen Rico en Flox naar hun toegelopen. "Jij daar meisje, je hebt al genoeg onrust veroorzaakt vandaag; eerst maak je ons te vroeg wakker met dat gekrijs van je en daarna ga je vissen voor complimentjes bij de baas! Wie denk je wel niet helemaal dat je bent? Lever je eten maar in, wij hebben tenminste gewerkt vandaag in plaats van gezongen!" en pakte het kleine schaaltje uit de handen van Rosie en lachte gemeen. Zijn maat bulderde met hem mee, alsof hij het de beste grap vond die er bestond. Francey wou opstaan maar een hand op zijn schouder hield hem tegen. Rosie zat te snikken en Francey was buiten zichzelf van woede. Het liefst zou hij de twee een stomp verkopen, maar die mannen waren ongeveer twee keer zo groot als hij. Na een tijdje kalmeerde hij dan ook weer omdat hij ook wel inzag dat hij niet ver zou komen met zijn agressie. De hand op zijn schouder was van een oude vrouw die naast hen zat. "Kom maar lieverd, hoe heet je?" "Rosie mevrouw en hij hier is mijn broer Francey, we zijn nieuw hier" stelde Rosie hen voor aan de oude vrouw. "Nou welkom kinderen, ik ben Macy en ik ben hier al zo oud dat ik niet eens meer weet wanneer ik nieuw was!" ze lachte aanstekelijk en Rosie slikte haar tranen snel weg om plaats te maken voor een lach. "Kijk eens aan, ze kan lachen! Dat zien we graag hoor hier. Zeg jij was toch dat meisje dat het nieuwe liedje heeft verzonnen?" Rosie knikte voorzichtig, zou zij het ook vervelend hebben gevonden? "Wat ontzettend knap van jou, hoor! Wil je wat van mijn pap? Ik heb toch niet zo'n honger." Zo kwam het dat Rosie en Francey tijdens het eten altijd in de buurt van de lieve Macy rondhingen. Zij verzachtte het gemis van hun moeder een klein beetje omdat ze net zo lief was. Macy nam zich voor een beetje op de twee te letten, ze zagen er nogal reddeloos uit zo samen.

Na het eten moesten ze terug naar hun huisjes, Sir Budd wilde geen onrust op zijn terrein en er was vroeger wel eens mot uitgebroken wanneer de slaven buiten bleven. Toch stelden Rosie en Francey het zo lang mogelijk uit, ze waren bang geworden voor die Flox en Rico. "Ik zag net Macy het huisje naast ons naar binnen gaan. Zullen we vragen of we bij haar mogen wachten tot die bullebakken slapen?" vroeg Rosie met een bevende stem aan Francey, het begon al aardig koud te worden en ze hadden al hun warme kleding in het hutje liggen. "We kunnen het in ieder geval vragen toch?" antwoordde hij. Zachtjes liepen ze richting de deur van Macy, bang om gesnapt te worden na zonsondergang. Sir Budd had nog benadrukt dat iedereen in zijn eigen hut moest slapen, hij wilde geen gekkigheden 'met baby's enzo'. Hij had zijn zin nooit uitgelegd, maar iedereen snapte wat hij bedoelde behalve Rosie, die de link niet echt begrepen tussen bij elkaar slapen en baby's krijgen. Ze klopten aan en al snel deed Macy zelf open. "Wat doen jullie nou hier? Jullie hadden al lang in jullie bedjes moeten liggen." was de bezorgde reactie van Macy. "We durven niet naar ons eigen bed toe, Rico en Flox zijn daar. Ze deden zo gemeen tegen ons vanmiddag, weet u nog? We willen alleen wachten tot ze slapen en dan in ons eigen bed gaan slapen, dat beloven we. Ah toe, mogen we binnenkomen Macy?" vroeg Rosie met grote ogen. Ze had wel gemerkt in het verleden dat ze met een zielig stemmetje en grote ogen veel voor elkaar kon krijgen. Macy keek even bedenkelijk maar zwichtte toen "Oké, kom maar binnen dan. Maar morgen moeten jullie weer gelijk naar jullie naar eigen hutje gaan, ik krijg hier anders problemen mee." De kinderen knikten en liepen snel naar binnen toe. Het was hier lekker warm. Macy zette twee kistjes op hun zij en creëerde op die manier twee zitplekken. Rosie en Francey namen snel plaats en keken toe hoe Macy drie kommetjes vulde met water. "Het is niet veel, maar hier hebben jullie wat water. Drink maar lekker op, dan vertel ik jullie een kort verhaaltje." sprak ze terwijl ze zelf plaats nam op haar bed.

"Vroeger, toen ik nog klein was, toen woonde ik niet hier, zelfs niet in de buurt. Ik leefde toen aan de andere kant van de wereld, in een deel dat ze Afrika noemen. Daar is iedereen zwart en iedereen is daar gelijk. Alleen de oude slimme mannen hadden het voor het zeggen, ze hadden zo veel meegemaakt dat iedereen ook vond dat zij de leiding moesten hebben. We hadden daar ook veel rituelen. Dit verhaaltje gaat over een van die rituelen. Eens per jaar is er altijd wel een periode dat het niet zo goed gaat met de oogst, met de dieren en ook met de mensen in het dorp. Dan riepen de oude wijzen het hele dorp bij elkaar. Een groot kampvuur werd er gemaakt en alle vrouwen zorgden voor een offer voor de Goden. Grote vruchten en een enkele geit werden dan op t strand samengebracht. De jonge meiden en jongens moesten om en om in een kringetje om het vuur gaan staan en kregen van iedere oude wijze een boon. Voor een uur lang moesten ze naar de maan kijken en dansen, eerst langzaam, daarna sneller tot ze er bijna bij neervielen..." Macy pauzeerde eventjes om de twee kinderen een moment te gunnen om na te denken. Rosies verbeelding schoot alle kanten op en ze zag pikzwarte mensen halfnaakt en helemaal beschilderd dansen voor haar ogen. Wat zou het fijn zijn om zo te kunnen dansen en haar hoofd begon heen en weer te schommelen op het denkbeeldige ritme van de dans. " Ja Rosie, mooi hè" zei Macy terwijl ze glimlachte bij het enthousiasme van het kind. Alsof ze geraden had wat Rosie dacht. "Van de zes bonen die ze gekregen hadden van de oude wijzen, moesten ze er drie daarna in het vuur gooien. De overgebleven bonen begroeven ze op het land. Op deze manier vroegen we de maan, waar de Goden wonen, om het tij te keren. Om van de tegenspoed weer voorspoed te maken. Nu ben ik geen oude wijze, maar ik heb hier in een klein doosje dat ik meegenomen heb vanuit Afrika wel zes bonen. Jullie krijgen er ieder twee bonen van mij. Kom, sta op en dans met me mee! In iedere hand houd je een boon en je doet mij na." Macy begon met een meeslepende exotische dans en de kinderen deden haar na. "Sluit je ogen, voel de kracht in je. Laat die kracht in de bonen vloeien." tien seconden later viel Macy vermoeid op de grond, de kinderen volgden snel daarna. "Nu, sta op en loop naar buiten. Plant de ene boon onder de ingang van jullie hut. Kijk naar de maan en denk aan een land ver weg, waar je vrij bent en mag doen wat je wilt, waar iedereen gelijk is. Kijk naar de maan en wens het, wil het en jullie wensen zullen uitkomen. Bewaar de andere boon, houd deze bij je en de betere tijden zullen komen. Ga nu en ga slapen. En morgen bij de lunch zie ik jullie weer hè? Weltruste kleintjes!" en met een knipoog liet ze de kinderen uit. De kinderen keken omhoog naar de maan."Graaf jij het gat, dan leg ik ze erin" vroeg Rosie plechtig en Francey knikte. Beiden waren onder de indruk van het mooie verhaal en het vooruitzicht dat hun wensen verhoord werden door de Goden op de maan. Francey groef stilletjes een gat, groot genoeg voor de twee speciale bonen en Rosie legde ze zachtjes erin. "Laten we de andere twee eerst maar eens goed verstoppen, ik wil niet dat sir Budd of onze huisgenoten ze afpakken." zei Rosie. "Nee, verstop jij ze maar, dat kan jij veel beter dan ik. Ik ben echt moe. Ik ga gelijk slapen. Tot morgenvroeg." Daar plofte Francey neer op zijn bed, nog voordat zijn zus reactie kon geven. Rosie zocht naar een goede verstopplek, maar ze vond het moeilijk om een goede plek te vinden. Uiteindelijk besloot ze om de bonen maar te verstoppen in een spleet in de muur, ze kon er zelf maar net bij met haar dunne vingertjes. Een paar minuten laten viel ook zij snel in slaap door de drukke dag die ze gehad hadden.

De volgende ochtend werden ze wakker van de twee vechtende kemphanen die bij hun op de kamer sliepen. Onderwerp van discussie was het feit dat de een van de ander in de loop van de nacht de deken van de ander gestolen had. Rosie zag haar kans schoon om weg te glippen zonder een confrontatie te hebben met Rico en Flox. Een blik naar Francey was genoeg om dit duidelijk te maken dat ze weg wilde wezen en snel stonden ze buiten. Ze begonnen weer met plukken en zingen, veel mensen zongen al mee. Het plukken werd later op de dag steeds zwaarder doordat de zon feller ging schijnen. Gelukkig werd er net op het fluitje gefloten en iedereen sprintte naar de open plek voor de pauze. Francey kroop weer dicht tegen oma Macy aan, maar Rosie had andere plannen. Ze liep stilletjes weg van de groep en ging alleen zitten. Ze nestelde zich in de groene heg, op hetzelfde plekje als waar ze eerst ook al had gezeten. Ze kon weer door de spleet in de heg heen kijken en zag dat het blanke meisje met een bal aan het spelen was. Hetzelfde kleine witte katje zat naast haar en speelde mee met de bal. Na de derde keer dat het meisje de bal weggerold had rende het katje niet meer achter de bal aan, maar ging het compleet de andere kant op; het kwam het recht op Rosie af! Voor ze ook maar kon reageren sprong het katje door de heg heen en ging haar kopjes geven, hij mocht haar blijkbaar wel. Het meisje merkte al snel dat haar katje weg was. "Kitty, Kitty kitty, waar ben je?" en ze liep regelrecht op de plek af waar Rosie zich verstopt had, zich niet bewust dat er niet alleen een katje in de heg zat maar ook een zwart klein meisje. "Ah, daar ben je Kitty" ze zag de staart van het katje bewegen en hoorde haar spinnen. Rosie was nog steeds bezig het kleine katje te aaien toen een hand haar ineens vastgreep en beide meisjes begonnen te gillen. "Aaah, wie ben jij en wat doe je in de heg? " wist het blanke meisje als eerste uit te brengen. "Oh, het spijt me vreselijk Miss. Ik ben Rosie van hiernaast en uw katje kwam ineens op mij af om met mij mee te spelen. Het spijt me vreselijk als ik u heb laten schrikken" verontschuldigde Rosie haarzelf zoals het haar geleerd was; beleefd en alsof het allemaal haar schuld was. "Hij lijkt je nogal leuk te vinden Rosie! Nou dan moet je wel een aardig meisje zijn denk ik." vertelde het meisje, zichbaar opgelucht. "Miss Daisy, uw lunch, kom naar binnen!" schreeuwde een stem door de tuin heen. "Oh, ik moet gaan Rosie. Leuk je gezien te hebben. Misschien dat je het een keertje leuk vind om met mij en Kitty te komen spelen?" vroeg het meisje aardig terwijl ze haar katje optilde en aaide. "Uhm, ja... lijkt me wel leuk... maar dat mag ik niet, ik ben hier aan het werk en ik mag niet hiervandaan." sprak Rosie spijtig. "Maar je bent nu toch ook niet aan het werk?" was de snuggere respons van het meisje. "Ja, je hebt gelijk. Weet je wat, ik kom morgen in de pauze wel tussen de heg door gekropen, dan kunnen we dan even kort spelen. Vind je dat goed?" Het meisje knikte en liep naar binnen."

In een adem had ze doorverteld en de kinderen hadden sprakeloos geluisterd. "Piérre, kijk eens naar buiten, de zon schijnt! Kom we pakken allemaal lekker wat te drinken en gaan buiten in het zonnetje op het terras eten zometeen. Lisa en Alex, als jullie nou de tafel eens dekken?" vroeg mevrouw Clement aan de kinderen. "Of... misschien... zullen we nu eerst limonade gaan drinken met een dikke plak koek erbij? Dan vertel ik morgen wel verder over Rosie, hoe ze bij het blanke meisje gaat spelen." "Maar Oma, als we heel braaf zijn, wilt u ons dan nog meer vertellen bij het slapengaan? Alstublieft, alstublieft?" jengelde Alex. "Vooruit, maar eerst netjes helpen met de tafel!" besliste hun grootmoeder. Nog voor oma waren de kinderen de keuken in en hadden ze de koeken snel gevonden. Genietend van elkander en de versnapering speelden ze een spelletje tot het etenstijd werd en dekten ze netjes de tafel buiten voor het avondmaal.


                                                                                                                                                                               4872+3019=7889 woorden (1250+1259+2469=4978)

Jowelle

#6
Na het eten werd er op de deur geklopt. Lisa en Alex renden beiden snel naar de deur, ze maakten altijd overal een wedstrijdje van. Alex was er als eerste en trok de deur open. "Monsieur Clement? Bent u meneer Clement?" vroeg de jonge bode die voor de deur stond. "Nee, dat is mijn opa. Ik zal hem wel eventjes halen. Een moment, meneer." Alex en Lisa renden terug naar opa en sleepten hem zo snel als ze konden naar de deur, ieders aan een arm hangend, terwijl Lisa sprak: "Er is een man aan de deur voor u, komt u snel." Eenmaal bij de deur sprak opa: "Wat is er jongen? Wat brengt jou zo laat nog hier?" De jongeman reageerde een stuk serieuzer dan dat opa verwacht had: "Meneer, mag ik u verzoeken mee te lopen naar het postkantoor, er is een dringend telegram voor u gekomen." Oma zag opa in de deuropening schrikken en snelde op de bode af. "Jongeman, ik ga direct met je mee, mijn man is blind, dus ik zal de boodschap aannemen," en ze sloeg haar mantel om en liep naar buiten, de schemering in. "Maar oma, het is hartstikke donker daarbuiten. Dan komen de enge monsters en gemene mensen buiten, zoals u altijd vertelt in uw verhaaltjes. Zal ik meegaan om u te beschermen?" sprak Alex heldhaftig toen oma net de drempel over was. Oma draaide zich om en sprak met een kleine glimlach: "Deze meneer beschermd mij wel, bescherm jij je zus en broertje maar. Ik ben er zo weer." Zwijgend liep oma de vijf straten af naar het postkantoor en ze haalde zich de meeste onmogelijke omstandigheden voor de geest maar hield zich groot. 'Wat kon er toch gebeurt zijn dat het met een telegram gemeld moet worden...'bleef oma maar denken. Bij het grote gebouw aangekomen wat oma normaal zo mooi vond, liepen ze samen naar binnen en wees de bode haar naar de meest linker balie waar een juffrouw op haar wachtte. Oma gaf de jongen een stuiver en ging zitten op de leren stoel naast de balie. "Mevrouw Clement, zal ik u het telegram voorlezen of wilt u het zelf lezen?" Oma stak haar hand uit waarna het meisje het telegram aan haar gaf. Ze las het bericht drie keer over voor de woorden tot haar doordrongen.

"Pa, ma. STOP.
Louis ernstig ziek, TBC. STOP.
Kinderen naar huis svp. STOP.
Liefs Jeanine.  STOP."

Oma stak het bericht in haar zak en liep langzaam weg, in gedachten verzonken. Louis ziek, haar enige zoon? De jongen was altijd zo sterk geweest, het kon niet zo zijn dat hij eerder zou gaan dan zijzelf en haar man. Ze waren al zo oud, waarom moest dit hun lieve zoon overkomen? Ze was compleet in haar eigen wereldje en merkte niet dat er om de hoek een paardentram aankwam die haast maakte om voor het donker thuis te komen. De bellen rinkelden en de man op de bok schreeuwde naar haar, maar haar gedachten waren bij Louis. De kar week uit voor haar en reed dwars door het plantsoen heen, maar de koetsier wist toch niet te voorkomen dat het paard steigerde. Het paard sprong alle kanten op en raakte oma hard op het voorhoofd waardoor ze op de kinderkopjes viel. Plotsklaps werd het haar helder, de pijn stak in haar enkel maar het was allemaal duidelijk; het was een teken van God, ze had genoeg gekregen, genoeg geleefd. Misschien moest het wel zo zijn dat het nu afgelopen zou zijn en terwijl ze weg viel in een bewusteloze staat, zag nog net dat de man haar portemonnee greep.

"Oma, wakker worden, oma toe, doe alstublieft uw ogen open!" Een por in haar zij en de natte washand op haar voorhoofd maakte dat ze Lisa ergens ver weg weer hoorde praten. Langzaam deed ze haar ogen open en keek verbaasd om zich heen. "Dank u wel, dank u wel" prevelde ze zachtjes en besefte dat haar hemel nog steeds hier op aarde was, bij haar lieve kleinkinderen en man. Over haar heengebogen stond de koetsier die zich verontschuldigde. "Mevrouw, het spijt me vreselijk. Mijn paard schrok gewoon enorm en ik had haar niet meer in de hand. Het minste wat ik kon doen was u thuisbrengen. Ik hoop dat u het niet erg vind dat ik voor het adres in uw portemonnee heb gekeken?" Oma keek de man aan en voelde zich schuldig over haar laatste gedachte, de man had haar gewoon willen helpen! Opa stond ernaast en bedankte de man met een kop koffie en een plak koek erbij. "Dank u wel beste man, als iedereen op de wereld zo hoffelijk als u zou zijn, dan zou die hele toestand nooit hebben bestaan." en hij duidde op het aanwakkerden conflict in het buurland Duitsland. De twee mannen discussieerden nog even door over wiens schuld het was dat het zover was gekomen en deden duistere voorspellingen voor de toekomst. Oma lag nog enigszins versuft op de bank tot Piérre aan haar mauw begon te trekken. "Och, hemeltje jongens, dat is waar ook, het telegram!" Ze probeerde overeind te komen om haar man aan te schieten, maar een pijnscheut in haar rug en enkel weerhield haar om te gaan zitten en dus riep ze haar man bij zich. "Lieverd, ik heb je iets te vertellen, ga zitten in de stoel en stuur de kinderen eventjes de keuken in, alsjeblieft? Excuses meneer, ik was onderweg van het postkantoor met een naar bericht en ik had mijn gedachten er niet bij." verklaarde Oma haar plotselinge drang om haar man te spreken. "Het telegram was van Jeanine, Louis is ernstig ziek, hij heeft tuberculose, de kinderen moeten vanavond nog op de trein." de woorden vielen zwaar in de kamer. Opa knikte licht en probeerde de situatie te begrijpen, de klap dat hun zoon ziek was kwam bij hem ook hard aan maar hij hield zijn hoofd koel. "Liefste, ik vertel het aan de kinderen en pak hun spullen, daarna lopen we naar het station, ze kunnen de trein van negen uur nog pakken richting het zuiden. Op de terugweg zal ik een telegram sturen aan Jeanine dat ze er aan komen." Het plan zou werken, ware het niet dat Opa al enige tijd niet alleen buiten was geweest en onzeker was van zijn passen. De stok die hij gebruikte durfde hij nog niet volledig op te vertrouwen maar hij probeerde zijn stem zeker te laten klinken om zijn vrouw niet bezorgt te maken. "Alsublieft, laat mij hen naar het station brengen, ik moet toch die kant op en bovendien, ik ben u iets schuldig." sprak de koetsier en Oma's gezicht klaarde op "Maar nee meneer, dat kunnen wij u niet vragen. Het hoeft echt niet hoor" sprak Opa met de gepaste beleefdheid maar de man hield voet bij stuk en Opa liep de keuken in.

"Lisa, Alex en Jean-Piérre, ga eens aan de tafel zitten voor opa alsjeblieft?" en de kinderen zagen aan zijn gezicht dat het niet het juiste moment was om ongehoorzaam te zijn. "Ik ga het jullie meteen vertellen. Jullie papa is ziek, hij hoest heel veel en heeft de ziekte die de geleerde mensen tuberculose noemen. Mama heeft ons gevraagd of wij jullie op de trein willen zetten naar huis, dus die aardige meneer met de paardentram brengt jullie zo direct naar het station." De anders zo stoere Alex barstte in tranen uit en Lisa wist veel te goed voor iemand van haar leeftijd waar haar Opa het over had. "Opa, papa gaat niet dood toch? " wist Lisa uit te brengen, ze had verhalen gehoord over andere mensen die TBC hadden en die waren dood gegaan. "Maar kindje, waar haal je die onzin vandaan! Nee, jullie mama vindt het alleen fijn als jullie thuis zijn zodat Papa beter wordt! Niet gek gaan denken hè, hij wordt waarschijnlijk helemaal beter!" troostte opa de twee oudsten. Piérre was meer geïnteresseerd in de lepel die voor hem op tafel lag dan het verhaal van zijn Opa. Toch snapte hij dat er iets aan de hand was toen zijn broer en zus in tranen uitbarstten en toen moest hij ook huilen. "Och mannetje, Papa word beter en je mag nu snel naar Mama." Die woorden leken de kinderen goed te doen, stiekem miste ze hun moeder ook wel en was naar huis gaan misschien nog niet zo erg. Boven werd Opa bijgestaan door Lisa en Alex die hielpen de koffers in te pakken en zat Jean-Piérre bij Oma op de bank die hem kusjes gaf. Eenmaal beneden gaf Lisa Oma een dikke knuffel en zwichtte ook Alex voor de knuffel, wat normaal natuurlijk niet stoer geweest was. "Maar oma, nu weten we nog niet hoe het met Rosie afloopt." sprak Lisa teleurgesteld. "Als je papa weer beter is dan beloof ik dat jullie weer hier komen logeren. Dan vertel ik dan verder over Rosie. En ik weet zeker dat dat heel snel zal zijn. Ga nu maar naar die lieve meneer van de tram toe, anders missen jullie ook nog jullie trein." Lisa draaide zich om en nam haar beide broers aan de hand. Voor het raam zwaaide Opa de kinderen uit die op de bok klommen en zuchtte diep. 'Ik had ze zo graag nog even hier gehouden...'


Brokie

Twee maanden lang hoorden oma en opa niets van Louis, Jeanine en de kleinkinderen. Het weer was warmer geworden en de spanningen waren overal te merken. De winkels verkochten minder en mensen kochten meer. Iedereen was voor het donker binnen en de gezelligheid van de aankomende zomer was ver te zoeken. Opa en Oma hadden de twee maanden stilletjes en bezorgd doorgemaakt, hoe zou het met Louis gaan? Ze waren dan ook blij verrast toen plotseling Alex als een dolle op het raam stond te kloppen. "Oma, Oma, papa is weer beter!" Oma liet de kip die ze aan het schoonmaken was even voor wat het was en liep naar deur toe. De deur stond nog maar op een kiertje toen Lisa en Alex naar binnenstormden, en oma heel stevig knuffelden. Opa stond lachend in de deuropening en verwelkomde zijn kleinkinderen. "Daar zijn mijn kleine engeltjes weer! Wat fijn om jullie weer eens te horen. Hoe is het met..." zijn woorden werden gesmoord door de kinderen die hem inmiddels aan het bespringen waren en hij begon te happen naar lucht. Gelukkig hielp Jeanine hem: "Kinderen, doe eens voorzichtig met jullie opa. Jullie stikken hem bijna!" Ze lieten opa los en gingen een spelletje spelen met z'n drieën, hun moeder had tijdens de reis uitgelegd dat mama even de tijd nodig had om bij te praten met oma en opa. "Is Louis nu weer beter?" vroeg oma aan Jeanine. "Nee, daarom is hij er nu ook niet maar het gaat in ieder geval wel weer de goede kant op met hem. De kinderen begonnen alleen steeds meer te zeuren dat ze terug wilden naar u. Ze hadden het steeds over iets met ene Rosie." Jeanine gaf haar een knipoog. "Dat is een geweldig verhaal Ma, maak je het niet te eng? En het was ook wel zo fijn voor ons beiden om de kinderen eventjes niet bij ons te hebben. Het zijn lieve kinderen hoor, maar vooral Alex en Lisa kunnen je helemaal horendol draaien." "Ja, dat snap ik. Voor ons is het geen probleem, we vinden het alleen maar fijn. Kom, dan zet ik een pot thee." en oma liep de keuken in. "Lekker, al kan ik niet zo heel lang blijven, ik wil zo veel mogelijk bij Louis zijn, zoals u wel zal begrijpen." Met z'n allen dronken ze thee waarna Jeanine uitgelaten werd. "Wel lief voor oma en opa zijn hè. Anders kom ik jullie zo weer ophalen." sprak Jeanine hen streng toe terwijl ze hen alle drie een dikke pakkerd gaf. Snel knikten ze, want ze wilden maar al te graag blijven, ze waren nog steeds bijna elke dag aan het fantaseren hoe het nou verder zou gaan met Rosie. "Kom jongens, dan gaan we lekker eten. Kip met appelmoes." zei oma maar snel om het niet een al te pijnlijk afscheid te laten zijn. Onder luid gejuich renden ze naar de keuken waar opa de tafel al had gedekt. Er werd smakelijk en met veel gesmak gegeten, wat de grootouders deed glimlachen, kinderen konden van alles een feest maken, en feest was het in huize Clement. "Oma, u gaat straks toch wel weer over Rosie vertellen hè?" was de nauwelijks te verstane vraag van Alex, doordat hij met volle mond praatte. "Alex! Eerst je mond leegeten voor je spreekt! Jeetje Opa, leren ze die kinderen geen fatsoen meer tegenwoordig?" zei ze op een plagerig toontje. "Nou jongen, dat weet ik zo net nog niet, hoor. Ik ben best moe en wou eigenlijk vroeg gaan slapen..." plaagde oma de kinderen. Lisa zette haar grote ogen op en Alex begon te jammeren. Oma deed alsof ze het overwoog en beide veerden ze op van hun stoel om te smeken om het sprookje van Rosie. "We zullen alles voor u doen, ik zal zelfs afwassen alhoewel dat echt voor vrouwen is, ah toe...". zei Alex. Lisa stond al klaar om er iets van te zeggen en al snel schreeuwden ze door elkaar. "Oké, oké, daar kan ik geen nee tegen zeggen hoor. Ruimen jullie de tafel maar even af, dan kan ik even uitrusten." en oma maakte zich gemakkelijk op de bank. "Geef maar een gil als jullie klaar zijn met afwassen, dan beginnen we dan gelijk met het verhaal."

Oma was lekker aan het dromen over een van de overbuurmannen toen ze ineens wakker schrok van een harde gil. Ze keek recht in het lachende gezicht van haar man die de kleinkinderen had laten gillen op nog geen halve meter van haar oor. "Het is maar een uitdrukking hoor, dat hoef je niet letterlijk uit te voeren..." stamelde een nog half slapende oma. "Nou ja, beloofd is beloofd. Ga maar zitten op de bank. Dan zal ik verdergaan met het verhaal." De kinderen gingen nog altijd lachend zitten en oma begon met vertellen.

Brokie

#8
"Na een tijdje raakte Rosie en Francey redelijk gewend aan hun nieuwe thuis. Rico en Flox lieten ze steeds meer met rust en het plukken ging steeds vlotter. Een paar hutten verderop woonde een jongentje waar ze al snel mee gingen spelen. Hij had een zelfgemaakte bal waar ze spelletjes mee speelden. Af en toe misten ze hun moeder nog, maar Macy maakte veel goed, ze had een warm hart voor de twee. Vaak fantaseerde Rosie over hoe het zou zijn als zij ook blank was net als Daisy, of als iedereen gelijk was en dan hoopte ze dat op een dag het echt zou zijn. De oogst dat jaar was goed en de baas was tevreden over zijn slaven, niemand werd verkocht. De tijd vloog en al snel werd het kouder en viel de winter in in Haleyville. Sneeuw viel en al snel werd het te koud om lang buiten te werken en werd er in ploegen hout gekapt. Iedereen sliep bij elkaar in de hutten zo dicht op elkaar om het warm te krijgen. De lente viel vroeg in dat jaar en de vogeltjes zongen vrolijk mee terwijl Rosie en de anderen nieuwe stekjes aanplanten. Het weer werd langzaam warmer en Rosies mooie bruine kleur kwam weer helemaal terug.


Op een dag kwam de meester naar haar toe in een pauze en nam haar apart: “Rosie, je bent een sterke, snelle en pientere meid. Zo iemand heeft mijn vrouw nu nodig als meid. Ik wil dat je nu iedere middag voortaan met mijn vrouw meegaat naar de markt om haar spullen te dragen en al de andere taken uitvoert die ze van je vraagt, je meld je elke dag na de lunch bij de veranda aan de achterkant. En trek iets netters aan, zo kan je je niet vertonen in het openbaar." "Maar Sir, ik heb alleen deze jurk en geen schoenen. Het spijt me Sir, heeft u iets fatsoenlijkers voor mij?" "Nou vooruit, loop maar naar binnen en vraag naar Heather, zij zal je helpen met je kleding. ’s Ochtends zal je trouwens nog steeds blijven plukken bij de anderen, dus maak je geen ilussies slavin. Vandaag zal je voor het eerst mee gaan.“ Rosie knikte en liep terug naar de lunch om te eten, aan de ene kant teleurgesteld dat ze haar nieuwe vriendjes niet zo veel meer zou zien, maar aan de andere kant vond ze het wel leuk dat ze nu eens wat anders mocht gaan doen. "Francey, ik ga de stad in vandaag, ik moet Mrs. Budd helpen met de boodschappen. Ik moet snel eten en dan gaan, ik ben wel benieuwd naar de stad." Rosie goot haar pap naar binnen en holde naar het grote huis toe. "Excuses mevrouw, ik ben op zoek naar Miss Heather, is zij er?" De slavin keek haar verdwaasd aan een wees alleen maar naar een deur. Rosie klopte en wachte op antwoord, maar het kwam niet. Voorzichtig liep ze naar binnen en zag een dikke dame zitten, bezig de was op te vouwen. "Ah Rosie, ik verwachte je al meid. Kijk eens, dit zal je beter staan, laat me je eens bekijken? Ja jij kunt wel deze kleren hebben, pas ze maar eventjes." Rosie keek naar de tafel en moest stiekum lachen. Het was de mooiste jurk die ze ooit aan had gehad; een bruine zonder gaten! De sandalen waren haar een beetje groot maar waren ook nog erg mooi. De kleren zaten haar als gegoten en ze danste naar buiten nadat ze Heather had bedankt. Eenmaal op de veranda zag ze alleen een paar oudere dames, medeslaven. Ze hielpen haar een groot juk op haar schouders en hingen er twee grote emmers aan. “Je gaat zometeen met die mevrouw mee naar de markt, jouw taak is om te zwijgen als het graf en braaf te doen wat ze zegt. Als je dat niet doet, dan krijgen we daar allemaal problemen mee.” Wederom knikte Rosie en zag dat de meesteres de kamer binnen gekomen was met twee slaven die een draagbed bij zich hadden; het waren Rico en Flox en ze grijnsten haar toe. Mrs. Budd stapte in en maakte een handgebaar waardoor Rosie wist dat ze moest volgen. Ze liep steevast drie meter achter Mrs. Budd en de dragers, bang als ze was om voor de voeten te lopen. Het was een lange wandeling naar het marktplein en met het slechte schoeisel die Rosie bezat voelde ze dat ze blaren aan het kweken was. Net toen ze dacht dat de blaren zouden gaan knappen mocht ze even stil staan, Mrs Budd had besloten dat ze even wou kijken wat voor nieuwe stofjes ze bij dit kraampje hadden en stapte uit. Haar kleding was niet meer volgenns de laatste mode en ze kon wel een nieuw zomerse outfit gebruiken. Na even gekeken te hebben liepen ze door naar het midden van het plein, daar was het groente en fruit te koop en was ook de slavenmarkt. Ondertussen kwamen ze langs veel kraampjes waar Mrs. Budd het een en ander kocht, waardoor de emmers om de nek van Rosie zich al aardig begonnen te vullen. Bij de fruitafdeling aangekomen begon de nek dan ook al aardig pijn te doen en tot overmaat van ramp nam Mrs. Budd de tijd om alle soorten fruit te proeven die er waren. Niets dan het beste was goed genoeg voor haar en haar man vond ze en geregeld kregen de kooplui om hun donder omdat het slecht smaakte. Nu haar meesteres toch niet de aandacht bij haar had keek Rosie de markt eens goed rond. Aan de overkant van het plein zag ze iets wat haar tranen in haar ogen deed komen. Al zo lang droomde ze over haar moeder en daar stond ze ineens. Ze was met een andere blanke dame die Rosie niet kende inkopen aan het doen maar ze zag er heel slecht uit. Veel striemen van zweepslagen, moe en er werd flink op haar gescholden om niets. Het liefst was Rosie op haar afgerend, maar met het juk om haar nek was dat onmogelijk. Bovendien zouden ze er beiden hard voor boeten omdat ze stond te niksen. Haar moeder liep juist weg van haar, de markt af en had haar niet gezien. Dit was haar moment geweest en het voelde alsof ze het had laten schieten. Ze kon het niet laten om flink te schreien, maar wel zo stil mogelijk want ze wou geen problemen veroorzaken voor haar medeslaven. “Kom, schiet eens op slavinnetje. Ik wil verder. En veeg die tranen van je wang, je ziet er niet uit!” sprak haar meesteres schel. Ze had er nu een flinke pas in wat het er allemaal niet dragelijker op maakten voor Rosie. Ze kon het beeld niet van haar netvlies afkrijgen dat haar moeder er zo bij liep. Waarom moesten zij zo werken voor blanken? Dat ze het slecht had wist ze maar dit hoorde toch niet, haar moeder was toch een lieve vrouw geweest voor iedereen? Al snel waren ze terug op de plantage en Rico en Flox hadden er flink de pas in. De andere slaven waren nog aan het werk, maar Rosie rende in een rechte lijn naar haar hutje toe. Huilend viel ze op haar bed neer. Ze stompte een paar keer hard in haar kussen en schreeuwde: “Waarom? Het is niet eerlijk! Wa-ha-ha-rom!” Niet lang daarna had ze zichzelf zo afgemat dat ze zelfs zonder avondmaal in slaap viel.

De volgende ochtend maakte Francey Rosie wakker. “Rosie, Rosie, wakker worden. Ik wil je wat laten zien.” Slaperig keek Rosie in het gezicht van een breed lachende Francey. “Ik heb gister wat gevonden en dat wil ik je laten zien. Trek wat kleding aan en loop met me mee naar buiten. Maar doe voorzichtig, zij hoeven het niet te weten.” hij wees naar Flox en Rico. Rosie wreef eens goed de slaap uit haar ogen en trok haar kleding aan. “Laat maar eens zien dan.” zei Rosie, ietwat chagrijnig omdat ze zo vroeg wakker werd gemaakt. “Moet je kijken” en hij liet een groen stompje zien. "Mooi hè?" Rosie keek hem aan alsof hij zojuist een stuk aarde aan haar had laten zien. "Waar dan? Ik zie alleen wat grassprietjes?" klaagde Rosie. "Nee, kijk dan, kijk dan beter, het is onze bonenstaak. Voorspoed komt eraan!" jubelde hij en maakte een dansje. Rosie lachte en danste mee. "Weetje Francey, even serieus hè, ik vind dat beter gaan met ons. Macy is heel lief en we werken hard, maar ik zag vandaag onze moeder, de voorspoed heeft haar in ieder geval nog niet bereikt." zei ze triest. “Ik mis haar wel, hoor Rosie. Het liefst zou ik onze voorspoed in willen ruilen om weer bij haar te kunnen wonen. Ze verdient het niet om er nog slechter aan toe te zijn dan ons.” zei Francey met een sombere toon. “Ja, ze is een van de liefste mensen op deze aarde. Hoe ze er gister ook bij liep, helemaal onder de striemen en afgepeigerd, niet eerlijk gewoon. Maar ik kon gister niks doen, ik had dat juk om mijn schouders en, en, en…” Rosie begon te huilen en viel in de armen van Francey. Het liefst had hij meegehuild, maar hij moest de stoere jongen blijven. Hij kon en wou geen zwakte tonen aan zijn zus die het al moeilijk zat had. Hij moest haar baken van veiligheid blijven. Snel zocht hij naar een afleiding die hun beiden weer even op zou vrolijken en bij gebrek aan beter begon hij weer over de bonenstaak die hij vol vuur deze ochtend aan Rosie had laten zien. Hij haalde een paar bonen van het veld uit zijn zakken “Kijk Rosie, mooie bruine cacao bonen. Deze hier lijkt sprekend op jouw hoofd, dit ben ik en dit is die vreselijke Sir Budd. Als we ze nu gaan beschilderen, dan kunnen we er echt mee gaan spelen.” zei Francey hoopvol en vervolgde “Dan kunnen wij een keertje de baas zijn en die blanken laten zien hoe wij ons soms voelen.” Hij klonk nu bijna boos en vol wraak. “Ja, als we er dan nog een paar bonen bij zoeken, dan kunnen we ook onze mama en oma Macy naspelen. Lijkt me leuk. Laten we vanavond gaan schilderen, nu moeten we eigenlijk weer aan het werk.” Samen liepen ze hand in hand naar hun stukje grond en begonnen te plukken. Rosie hoopte dat ze volgend jaar misschien wel bonen van haar eigen staak kon plukken, die zagen er heel anders uit dan die suffe bonen die ze moesten plukken elke dag.

De jaren gingen voorbij en veel veranderde er niet. Sommige slaven gingen en anderen kwamen, maar bonen plukken bleven ze dag in dag uit doen. ’s Middags moest Rosie nog steeds mee met Mrs. Budd naar de markt om haar gekochte spullen te dragen. Slechts een dag in het jaar had ze vrij van alles: op haar verjaardag. Een paar dagen terug had ze dan ook lekker in de zon gelegen en met de bonen gespeeld toen ze haar twaalfde verjaardag vierde. Nu scheen de zon echter weer hard en was het weer hard werken deze ochtend. Langzaam liep de ochtend ten einde en de gong klonk: pauze. Gisteren had Rosie te horen gekregen dat de markt later zou beginnen, dus ze zou een uurtje langer pauze hebben. Ze hoopte dat Daisy weer buiten zou komen spelen, ze had deze maand nog steeds niet de kans gehad om met haar te spelen en dat vond ze wel jammer. Toch werd ze ook vandaag weer teleurgesteld: toen ze zich eenmaal in de heg genesteld had bleek dat de tuin helemaal leeg was. Rosie begon zich zorgen te maken of dat Daisy misschien ziek was of uit logeren. Gedesillusioneerd at ze haar pap op en maakte aanstalten om weer naar de groep terug te keren toen ze de deur van de grote villa open zag zwaaien. De dikke witte kat Kitty sprintte naar buiten toe en begon te spelen met een balletje dat aan het eind van de tuin lag. Rosie zette haar lege kommetje in een hoekje neer en ging op haar knietjes zitten om goed door de spleet in de heeg heen te kunnen kijken. Haar hoop begon te stijgen dat Daisy toch niet weg was, ze wist dat ze niet weg zou gaan zonder haar katje. Rosie keek de hele tuin door op zoek naar een teken van leven van Daisy toen ze van schrik voorover tuimelde de tuin in. Ze had zojuist het gezicht van Daisy voor haar gezien die heel hard ‘BOE!’had geroepen. “ Haha, wat ben jij leuk als je schrikt!” lachte Daisy toen ze Rosie overeind hielp, “Ik zag je in de heg zitten en ben op je afgeslopen. Ik kon het niet laten om je te laten schrikken. Laten we een spelletje spelen. Waar heb je zin in?”. Rosie keek een beetje verdwaasd om haar heen en wist eigenlijk geen spelletje, ze had geen tijd voor spelletjes gehad de laatste jaren. “Het maakt me eigenlijk niet uit. Waar heb jij zin in?” was dan ook het antwoord van Rosie, ze wou niet suf overkomen door de waarheid te spreken. “Laten we gaan spelen met mijn poppen, ik heb een heel mooi poppenhuis. Dan moet ik hem alleen wel even van boven halen. Loop je mee?” sprak Daisy vol enthousiasme terwijl ze niet stil kon blijven staan. Rosie knikte voorzichtig en liep achter haar nieuwe vriendin aan de grote villa in. Samen droegen ze het grote en kleurrijke poppenhuis de tuin in en kozen allebei een pop uit. Ze verzonnen de wildste verhalen, ze verfden zelfs een van de poppen zwart om op Rosie te lijken. Vanuit een van de ramen van het huis klonk ineens een jongensstem: “Hé Daisy, de wagen van de poppen ligt hier nog. Nu kunnen ze nergens heen hè. Zal ik hem komen brengen?”. “Dank je broer. Breng maar even.” Riep ze richting het huis, waarna ze zich tot Rosie richtte en zei: “Dat is mijn broer, best een aardige jongen. Hij heet Florian, je zult hem zo wel ontmoeten. Hij is een paar jaar ouder dan ons en zit op een kostschool, vandaar dat je hem misschien niet kent.” Ze speelden weer verder en al snel was de auto er, samen met Florian. “Hey, een nieuw gezicht. Ik ben Florian, en jij bent…?” zei Florian vrolijk. Een brede lach verscheen er in zijn met krullen omlijste gezicht. Zij sproetjes leken op en neer te dansen en Rosie was diep onder de indruk van de jongen. “Rosie, meneer. Uhm, wat een, uhm, ja, mooi huis heeft u.” stamelde Rosie quasi verliefd. Zo’n mooie man had ze nog nooit gezien. Ze wist ook dat het fout was om een blanke man leuk te vinden, dus ze moest zich inhouden. Florian moest hard lachen, hij werd meneer genoemd.”Noem me toch Florian. Ik ben nog geen meneer, ik ben pas zestien hoor! Je lijkt me een leuke meid, ik mag je wel. Zal ik meespelen?” Florian ging al zitten op zijn knieën om het mannelijke poppetje te pakken terwijl de dames verheugd “Ja, tuurlijk” riepen. “Laten we gelijk een ritje in de wagen maken, want die damens van jullie lopen alleen maar te niksen. Dan kunnen we naar de bakker rijden met de poppen om eens lekker te eten. Over eten gesproken, ik heb ook wel wat honger. Wat jij zusje, zullen we een broodje halen binnen?” opperde Florian. “Rosie lust ook wel wat denk ik. Ga je mee naar binnen?” zei Daisy en trok haar aan haar armen omhoog, waarop ze hand in hand de keuken in liepen. Ze waren al best dikke vriendinnen. “ Is het goed als we een broodje pakken voor ons drieën, papa?” vroeg Daisy terwijl ze de kast opentrok om het brood te pakken. “Drieën? Is die Julia van tegenover weer bij jullie? Maar ga jullie gang, hoor.” vroeg hij zonder op te kijken van zijn krant. “Nee, het is Rosie. Een donker meisje van hiernaast, ze is heel lief en ik speel soms met haar. Normaal werkt ze de hele dag, heel zielig.” zei Daisy. Boos stond hun vader op en begon te vloeken en tieren, zijn kinderen schrokken er niet meer van maar Rosie kroop bang weg. “Die slavernij moeten ze gadverpielekes eens afschaffen. Potjandrie, het is toch niet eerlijk om mensen voor je te laten werken onder zulke slechte omstandigheden puur omdat ze toevallig een andere huidskleur hebben. Jij krijgt van mij een heerlijk broodje Rosie. Wacht maar even!” Hij trok wat kastjes en lades open en maakte een heel lekker broodje voor Rosie klaar met alles erop en eraan. Ze genoot zichtbaar van het heerlijke broodje, maar moest halverwege het broodje al wegleggen. “Het spijt me heel erg meneer, maar ik moet terug naar de plantage. Als ik niet op tijd terug ben dan krijg ik straf. Heel erg bedankt voor alles meneer. En bedankt voor het spelen Daisy.” En ze rende terug naar de veranda waar ze zich moest melden om naar de markt te gaan.”


Oma rekte zich eens een keetje goed uit. “Jongens, ik ben moe. Jullie ook? Zullen we maar naar bed gaan? Dan vertel ik morgen verder over Rosie.” Sprak ze, een geeuw kon ze niet onderdrukken maar het werkte voor haar om haar statement kracht bij te zetten. “Ah toe, we zijn nog lang niet moe oma. Zo laat is het nog niet.” jengelden de kinderen. “Jongens, oma heeft het heel druk gehad de laatste dagen. Ze wil dus heel erg graag gaan slapen, morgen verteld ze een extra lang verhaal, afspraak?” schoot opa haar te hulp. “Ah, oké. Het Lisa, ik denk dat Rosie verliefd is” zei Alex en de kinderen stemden met tegenzin toe. Al snel lagen de kinderen in bed maar slapen deden ze nog niet, ze bleven maar praten over hoe het af zou lopen met Rosie…



9442+3798=13240 (4978+2853=7831)

Brokie

Alex, Jean-Pièrre en Lisa lagen die nacht lekker in hun bedje te slapen. Ze waren de hele dag afgemat door hun opa die door de kinderen het bos was ingesleurd. Opa was een wandelende encyclopedie als het op dierengeluiden aan kwam. Door het ontbreken van zijn zicht was zijn gehoor sterk verbeterd en kon hij de moeilijkste geluiden nog van elkaar onderscheiden. Als opa dan weer een vogel had herkend en de kinderen er alles over verteld had, dan probeerden de kinderen de vogel te vangen. Hard renden ze dan op de bosjes af, maar de vogel was altijd te snel. Tot op die ene merel die gewond onder een boom lag. Ze hadden deze meegenomen en de hele avond verzorgd. Hij lapte beetje bij beetje op en ze noemde de vogel Merle. De merel ging slapen en ook de kinderen waren moe. Te moe voor een verhaaltje zelfs.

Ze sliepen als blokken, tot die ene harde klap. De kinderen schrokken bruut wakker en zagen een felle flits door de gordijnen heen. Lisa en Jean-Pièrre kropen tegen Alex aan en ze bibberden helemaal. De deur ging open en oma stond daar in de deuropening. "Oma, wat was dat? Het zag er heel eng uit. Het is toch niet de bommen van de oorlog waar opa t altijd over heeft hè?" vroeg Lisa met een bibberende stem. "Nee hoor meid. Dat was onweer. Maar kom maar tussen opa en mij in liggen, dan kunnen jullie daar misschien nog een beetje nachtrust vinden." Hand in hand liepen ze in een treintje naar het grote bed van opa en oma toe. Lisa kroop tegen opa aan en Alex en Jean-Pièrre nestelde zich ieder aan een zijde van oma. Door het gedonder en bliksem buiten konden ze de slaap niet snel vatten, maar de slaap deed hun oogleden zwaar worden.

De volgende ochtend werden de kinderen laat wakker. Lisa was de eerste die wakker werd en schrok, ze lag niet in haar eigen kamer en kon zo snel deze ruimte niet plaatsen. Ze maakte de twee jongens wakker en al snel dring het tot haar door: ze lag in de kamer van opa en oma. Ze nestelde zich nog eens goed in haar kussen en dutte in. Haar broers deden hetzelfde, ze hadden het hele bed voor hen alleen, want opa en oma waren al naar beneden. Ze schrokken weer wakker toen even later de stem van opa door de kamer galmde. "Kinders, wakker worden. Ik heb wat lekker voor jullie." De kinderen keken opa met een nieuwsgierige blik aan die zich tussen de kinderen in het bed vlijde. "Jullie moeten eens heel hard 'oma' roepen. Eens kijken wat er gebeurd." Zonder vragen deden de kinderen wat er van hen gevraagd werd en na de derde keer roepen kwam oma met een groot dienblad de kamer binnenzetten. "Ik heb eens een lekker ontbijtje voor ons allen gemaakt. Zullen we dat lekker in bed opeten? Lekker knus en gezellig." lachte oma. De kinderen waren ineens klaarwakker en vol energie. "Ja, leuk!" riepen ze in koor. Ze begonnen te smullen van de toast, eieren en verse jus die oma klaargemaakt had. "Oh, lekker oma. Er ligt nog zoveel lekkers, maar ik ben al vol." sprak Alex vrolijk doch schuldig. "Ja, echt oma. Veels te lekker!" sprak Lisa "Misschien dat je ons onder het uitbuiken nogover Rosie kan vertellen?" vervolgde Lisa terwijl ze haar mooie blauwe kijkers groot maakte. Alex viel hem bij met grote puppyogen en tegelijk werd er een "Ah, toe..." ingezet. "Ik ben ook wel benieuwd oma" was de onverwachte bijval van opa. "Nu kan ik helemaal niet meer terug. Oké, even het eten opruimen, dan kom ik weer verder vertellen." "Laat maar oma, wij kunnen dat veel sneller!"sprak Lisa en ze tilde het dienblad van het bed. Nog geen 3 minuten later kroop ze weer dicht tegen oma aan. "Goed, daar gaan we weer over Rosie..."

"Rosie had steeds vaker een glimlach op haar gezicht. Ze moest nog steeds vaak hard werken op de plantage, maar er waren ook lichtpunten te vinden. Haar meesteres met wie zij altijd het dorp in ging om haar lasten te dragen werd niet aardiger, maar toch minder snauwerig. De klappen verdwenen, alleen het schelden bleef bij tijd en wijlen. Haar grootste glimlach echter, die kwam pas wanneer ze door de heg heen kroop en met Daisy eventjes kon spelen.
Deze ochtend kwam een andere meneer dan sir Budd naar de hutjes toe om de mensen de velden op te sturen. Al snel deed het gerucht de rondte dat sir Budd ziek was en dat ze niet wisten wat het was. Er was dus geen echte opzichter vandaag. Rosie begon te plukken, maar haar gedachten bleven malen. Als ze toch niet gecontroleerd werd, dan kon ze misschien wel wat harder door werken en zo langer doorbrengen bij Daisy zonder gesnapt te worden. "Hé Rosie, wat loop je geniepig te lachen. Wat voor plannen ben je aan het verzinnen?" vroeg haar broer Francey die naast haar aan het werk was. "Ow, niks hoor." probeerde Rosie haar plannen geheim te houden. Ze wist dat Francey niet de beste geheimen bewaarder was. Een uur voor dat het pauze was riep Rosie iets te hard tegen Francey zodat iedereen het zou horen: "Ik ga naar het toilet, ik voel me niet al te lekker, dus het kan wat langer duren." Francey knikte en werkte stug door. Rosie liep richting de wc, die achteraan de plantage was. Maar in plaats van het hokje in te gaan, ging ze erachter zitten. Zo kon ze door de heg heen kijken die de plantage scheidde van de tuin van Daisy. Daar was ze, aan de tafel met verf in de weer. Rosie kroop door de heg heen en liep op Daisy af. "Hé, hallo. Wat ben je aan het doen?" vroeg Rosie geïnteresseerd. " Ik ben aan het kleuren. Ik wou eigenlijk gaan spelen met mijn poppenhuis, maar ik kon mijn poppen nergens vinden. Het is vast mijn broer die ze gepikt heeft om me te pesten. Er lag alleen nog een hoofdje, dus ik moest best wel huilen." De tranen sprongen weer in de ogen van Daisy. "Ah, wat naar. Normaal is je broer zo aardig. Maar ik heb misschien nog wel een ideetje..." ze rommelde wat in haar zak en haalde er een paar bonen uit. "Wat dacht je er van als we deze bonen gingen beschilderen als onszelf? Dan kunnen we spelen dat we leuke dingen gaan doen enzo..." ze keek vertwijfeld naar haar vriendin. Ze kwam niet vaak met ideeën en was bang dat ze het niet leuk zou vinden. " Ja, klinkt leuk. Ik haal gelijk mijn verfspulletjes." Daisy rende het huis in en Rosie begon helemaal te glunderen, ze had haar idee leuk gevonden! Ze begon helemaal te fantaseren over de avonturen die ze samen met Daisy zou beleven. "Joehoe, wakker worden." Een weer helemaal vrolijke, heftige springende en zwaaiende Daisy stond voor haar neus. " Ik ben er klaar voor. Zullen we beginnen? Ik wil jou schilderen, dan mag jij mij schilderen, oké? En wie gaan we nog meer schilderen dan onszelf? Je hebt best wat bonen, dus we kunnen best veel mensen verzinnen." Daisy overlaadde Rosie met vragen, ze mocht doen wat ze wou, haar ideeën werd om gevraagd. Ze werd er helemaal onzeker van, maar bracht toch stamelend uit: "Ja, ik ga jou wel schilderen. Ik wou eigenlijk mijn moeder, broertje en mijn meester, sir Butt schilderen. Ik wil eens de baas over hem zijn. Eens kijken hoe dat voelt. Zijn gezicht lijkt wel wat op een blote kont, dus hij word heel lelijk en bleek. Oh sorry, ik vind jou wel mooi hoor, ook al ben je wit. En we gaan natuurlijk ook jouw familie namaken." " Oeh, leuk. Ja, ik wil ook mijn moeder en broer schilderen. We zijn dus nog wel even bezig." Sprak Daisy die moeite had om stil te blijven zitten op haar stoel. Een half uurtje later waren de eerste bonen beschilderd. "Nog even wachten tot ze droog zijn, dan kunnen we gaan spelen. Kom, dan gaan we met Kitty spelen." Ze liepen de tuin in op zoek naar Kitty."

BOEM!

Iedereen in de slaapkamer schrok van de harde knal buiten. Het bed trilde helemaal. "Kinderen, doe snel een warme badjas en ren de keuken in. Pak allemaal een conservenblik met eten en ga in de kelder zitten. Wacht daar op ons. Wij komen zo bij jullie. En nu opschieten! Het mag dan wel onweer zijn, maar als het inslaat dan zijn we verder van huis." Oma sprak rustig en keek de kinderen na hoe zij de kamer uit snelden zonder een woord te zeggen. Ze snapten dat ze nu even moesten gehoorzamen en geen weerwoord moesten geven. Oma probeerde de kinderen maar te laten geloven dat het het onweer was, nu zeggen dat het de oorlog was, zou alleen maar onnodige paniek veroorzaken. Toen ze de kamer uitwaren storte ze haast in. "Oh, wat nu? De oorlog lijkt begonnen. We zullen nu in de kelder moeten gaan leven." Zo rustig als ze was tegen de kinderen om geen paniek te veroorzaken, zo hard beefde haar stem nu toen ze de woorden sprak tegen haar man. "Rustig maar, het is binnen de kortste keren weer over. Voor de zekerheid kunnen we een paar dagen in de kelder blijven. We moeten wel zorgen voor voldoende afleiding voor de kinderen. Ik wil ze zo veel mogelijk sparen. Dat verhaal van Rosie komt wel goed van pas nu." Opa wist eigenlijk wel beter, maar hij moest de zekerheid binnen het huis zijn. Hij moest hun baken van veiligheid blijven. "Laten we maar naar de kinderen gaan. Geef me maar een paar dekens aan, dan neem ik die ook mee de kelder in." vervolgde opa. De dekens werden de kelder ingebracht en over de kinderen heen gelegd. "Zo, op deze manier blijven jullie lekker warm. Kruip maar lekker dicht tegen elkaar aan. Ik haal nog snel wat eten uit de keuken, want de komende dagen komen we de kelder niet meer uit." Oma rende de kelder uit en deed zo snel als mogelijk, ze wou immers niet te lang uit de veilige kelder zijn. "Zal ik maar verder vertellen over Rosie?" sprak oma hoopvol. "Ja, Rosie!" sprak Lisa. "Goed, luister goed..."

"Rosie was dus samen met Daisy op zoek naar Kitty. Daisy wist precies wat Kitty lekker vond en Kitty krioelde dan ook van plezier door het gras toen Daisy en Rosie haar kietelden en aaiden op de plezierplekjes van het katje. In de verte hoorde Daisy een hoge doffe toon. "Hé, is dat niet de gong voor de pauze op jouw plantage?" "Ow, je hebt gelijk. Ik moet maken dat ik terug naar de plantage kom, anders mis ik het eten en valt het nog op dat ik niet aan het werk ben geweest. Tot snel!" ze stond op en rende naar het gat in de heg terwijl ze nog zwaaide naar Daisy. Aan de andere kant van de heg ging ze achter in de rij staan voor het eten. In haar ooghoeken zag ze de man die deze morgen de taken van sir Budd had overgenomen het huis uitkomen en richting de groep lopen. Hij wenkte Rosie, die nadat ze haar bord pap had aangenomen naar de man toeliep. "Luister meid, net als de meester is ook de meesteres ziek. Vandaag ga je dus niet mee naar het dorp om haar lasten te dragen, maar je blijft lekker hier op de plantage werken. We weten niet hoe ernstig het is, dat horen we vanmiddag van de dokter. En nu weer hup aan het werk." Lichtelijk teleurgesteld liep Rosie naar de groep terug om haar pap op te eten. Ze was altijd liever in het dorp dan op de plantage. "Hé Francey, vanmiddag blijf ik ook hier werken. De meesteres schijnt ook al ziek te zijn. Het zou toch niks ernstigs zijn hè?" "Ah nee joh, die blanken kunnen nergens tegen en zijn heel snel ziek. Dat is morgen wel weer over." Sprak Francey hoopvol. "Kom eens mee, ik moet je een techniek laten zien die ik heb ontwikkeld waarmee je veel sneller kunt plukken." Zei Francey terwijl hij opsprong en Rosie omhoogtrok. "Oké, oké, ik kom al. Maar doe een beetje voorzichtig wil je, je trekt mijn arm er bijna vanaf." Drukgebarend legde Francey zijn techniek uit. Rosie probeerde hem zoveel mogelijk hem na te doen en na een tijdje had zij ook de techniek onder de knie. "Hé kijk, ik kan nu zelfs 7 bonen met 1 hand plukken" glunderde Rosie. Ze probeerden nu elkaar de loef af te steken, wat tot grootse prestaties leidde van beiden. Net toen Francey het record van Rosie probeerde te verbreken werd zijn concentratie verbroken door paniek vanuit het huis. Ze hoorden een paard en wagen die met grote vaart aan was komen zetten met man en macht tot stilstand te laten komen en vele mannenstemmen maanden iedereen tot grote snelheid. "Het zal de dokter wel zijn, laten we maar hopen dat hij goed nieuws heeft. Nou, laat eens zien wat je kan." Sprak Rosie om weer zijn aandacht te krijgen en hem te zien falen bij zijn recordpoging. "Komt ie..." helaas faalde hij jammerlijk. Vele pogingen zouden nog komen, want hij kon toch niet verliezen van een meisje? Weer kwam voor de derde keer vandaag die man naar buiten die al de hele dag de taken van sir Budd overnam. Dit keer met een boze gezichtsuitdrukking en grote ferme stappen. In het midden van de plantage vroeg hij om de aandacht. "Mensen, we hebben een klein probleempje. De meester en meesteres schijnen ziek te zijn en het is besmettelijk, al het contact is dus bij deze verboden. Geen geflikflooi en gedoemeer. Jullie blijven binnen! Jullie zijn klauwen vol met geld waard, dus ik wil jullie in quarantaine. Ga allemaal jullie hutjes in en wacht op verdere orders. Waar wachten jullie nog op? Gaan!" Rosie en Francey..."

"Oma, wat is quarantaine?" onderbrak Alex zijn grootmoeder. Lisa veerde op en sprak: "Dat is als je mensen of dieren gedwongen afzondert bij een besmettelijke ziekte om te voorkomen dat het ook op hen overslaat." Lisa wierp snel een blik op haar oma, goedkeuring was alles voor haar. "Goed gezegd meid. Snap je het nu Alex?" Alex knikte. "Ga maar door met het verhaal hoor oma, ik snap het weer."

"Goed, Rosie en Francey liepen dus naar hun hutjes om daarin te wachten op wat komen ging. De hele dag echter, hoorden ze niks meer van die meneer. Ze speelden nog wat spelletjes en zongen wat, maar bovenal sliepen ze vroeg. Ze konden wel een keer een goede nachtrust gebruiken.
De volgende morgen merkten ze hoe erg ze de afgelopen tijd op routine hadden geleefd. Zoals altijd was Rosie het eerste wakker en schoot ze in haar kleren. Ze wou net de klink van de deur vastgrijpen toen ze haar broers stem achter zich hoorde: "Zus, we moesten binnenblijven, weet je nog? Als ik jou was zou ik maar eens lekker uitslapen. Dat heb je wel verdiend." Rosie gaf zich eens een goede klap voor het voorhoofd, dat ze daar niet aan gedacht heeft. "Goed idee. Tot straks!" zei ze terwijl ze zich in haar nog altijd warme holletje nestelde.

Toen Rosie weer wakker werd zag ze dat in de vensterbank het eten neer was gezet. Waarschijnlijk door het raam heen om contact te voorkomen. Ze at haar kommetjes snel leeg en liep naar Francey toe. "Hé, het eten staat er, hoor, opschieten dan." "Jaja, geniet nou eens van die ene vrije dag. Ga lekker slapen." En hij draaide zich nog eens om. Rosie ging op het bed van haar zitten. Wat moest ze nu in haar eentje doen? Ineens kreeg ze een idee. Ze mocht dan wel niet het huis uit, maar tot nu toe was ze ook steeds weggeslopen zonder dat ook maar iemand het doorhad. Dan kon dat vandaag helemaal. Ze keek door de ramen of de kust veilig was, ze mocht niet betrapt worden. Alles leek veilig. Ze deed de deur open en maakte dat ze achter het huisje kwam waar niemand haar meer kon zien. Ze sprong door de heg heen en liep naar de veranda van de grote villa. Niemand in de tuin of op de veranda. 'Zal ze wel thuis zijn?' dacht Rosie. Door het raam zag ze ineens wat op haar afkomen rennen. Het was gelukkig maar Daisy die snel de deur voor haar open deed. "Kom naar binnen, ik heb zo'n zin om met de bonen te spelen. Leuk dat je er bent. Als we nu mijn broer ook vragen om mee te spelen, dan kan hij zichzelf spelen. Is wel zo leuk toch?" "Ja, klinkt leuk." Rosie wou maar wat graag dat Florian mee zou spelen. Al snel zaten ze met z'n drieën rond het poppenhuis. "Ik speel sir Budd en mezelf, maar dan dat de rollen omgedraaid zijn. Ik ben nu eens de baas over die nare man."sprak Rosie furieus. Op dat moment kwam de vader binnen van Daisy. "Zo, het gaat er hier heftig aan toen zo te zien." Sprak hij. "Nee, het is de waarheid. En die kan misschien best heftig zijn." Reageerde Rosie voor haar doen ad rem en vooral boos. "Ik heb het gehad met die slavernij, dit gaat mij echt te ver. Ik ga er nu wat aan doen. Morgen is er weer een zitting van het stadsbestuur. Dan kaart ik het aan. En Daisy, kom je mee? We zouden vandaag die nieuwe jurk van je gaan uitzoeken." "Ja, ik ga mee. Jullie kunnen nog wel even doorspelen, hoor." Daisy pakte de hand van haar vader en samen liepen ze de trap af. Florian keek opzij naar Rosie. "Ik heb eigenlijk niet meer zo'n zin in het poppenhuis spelen. Zullen we een boek gaan lezen, we hebben best veel leuke boeken hier?" "Leuk idee, maar ik kan niet lezen. Dat heb ik nooit geleerd." Reageerde Rosie beschamend. "Dan leer ik het je toch? Lijkt me leuk om iemand eens iets te leren." "Goed, ik wil best wel kunnen lezen."


13240+3036=16276 (7831+1956=9787)

Jowelle

"Oma, waarom kon Rosie dan niet lezen?" Oma werd onderbroken door de vraag van Alex die meteen antwoord wilde hebben op zijn vraag, hij kon altijd zo opdringerig en veeleisend zijn. "Nou oma, hoe zit dat dan, moet ze niet naar school?" Oma vertelde Alexandre dat in die tijd niet iedereen naar school ging. Sommige kinderen kregen thuis les, zoals Daisy en Florian, terwijl anderen niet naar school hoefden of mochten. "Naar school gaan kost geld, weet je jongen en niemand vond het belangrijk dat de slaven konden lezen en schrijven; ze hadden toch niks te vertellen." "Poeh, ik zou blij zijn hoor, lekker niet naar school, geen meester die je op je vingers tikt en nooit dat saaie geografie!" meende Alex. Lisa keek afkeurend naar haar broertje. Haar hoofd werd rood van woede, hoe kon hij zoiets raars zeggen? "Die meester is heel aardig en geografie is leuk! Dat is gewoon dom om te zeggen, hoor." Oma viel haar bij: "Maar Alex, hoe kan je dat nou zeggen. Het is een voorrecht om naar school te mogen, zo word je heel slim later. Bovendien, Rosie en Francey zaten niet de hele dag te luieren en hadden zij ook een meester. En ik durf je te bezweren dat die meester een stuk minder lief was als jullie eigen schoolmeester, jongen." vertelde oma streng. Lisa keek vergenoegd toe hoe haar broertje de les gelezen kreeg en Jean zat met zijn teentjes te spelen, het zou hem allemaal worst zijn. Hij hoefde immers nog niet naar school, zijn luizenleventje duurde nog wel even voort. Alex hield wijselijk zijn mond en oma ging verder met vertellen.

"Florian ging Rosie dus leren schrijven. Hij leerde haar eerst het leibord te gebruiken en probeerde uit te vinden of ze een beetje een vast hand had. Hij tekende wat figuurtjes die Rosie niet kende en Rosie tekende ze na. R-O-S-I-E. "Goed zo Rosie, dat ziet er best mooi uit, weet je eigenlijk wel wat er nu staat?" vroeg Florian aan haar. Rosie staarde naar de krijtstrepen die voor haar stonden en Florian lachtte: "Je hebt je eigen naam geschreven! Kijk, er staat Rosie. R-O-S-I-E. Goed hoor." Rosie bloosde bij het complimentje en nam zich voor om de letters goed te onthouden, haar eigen naam! Die middag leerde ze wat het alfabet was en leerde ze alle nummers schrijven. Wat waren het veel tekens om te onthouden, maar het zou haar lukken, had ze zichzelf beloofd. Rosie deed heel erg haar best om zo netjes mogelijk te werken en geen uitschieters te maken. Florian prees haar voor haar vorderingen en zo waren ze de hele middag ingespannen bezig. Aan het eind van de middag schreef ze zelfs al een paar hele zinnen.Tegen etenstijd rook ze de geuren van de soep over het veld heen en bedankte ze Florian. Ze moest maken dat ze terugkwam, ze wou zich niet voorstellen wat er zou gebeuren als haar meester erachter zou komen dat zij de regels had verbroken. Rosie sprintte achterom weer terug naar haar hutje waar Francey nog steeds op bed lag. "Zeg luilak, er komt eten aan hoor! Soep!" porde Rosie hem. Francey was ditmaal iets enthousiaster dan die ochtend en samen aten ze hun soep op. Rosie besloot op bed te gaan liggen en tekende in de lucht de mysterieuze tekens die Florian haar had geleerd. Het leukste van alles vond ze nog als Florian haar hand beetpakte om haar krullen te verbeteren. "Goed zo Rosie!" "Je bent geweldig Rosie!" klonken na in haar hoofd maar ze wist niet meer of hij het nou echt gezegd had of dat ze het misschien gedroomd had? Denkend aan de letters en getallen die in een grote brei in haar hoofd rondmaalden viel ze in slaap."

"Lisa lieverd, wil je een glas water voor Oma inschenken?" Oma kreeg een droge keel van het lange vertellen en bovendien wilde ze liever eventjes de kinderen afleiden, ze zouden nog lang in de kelder zitten. De ruimte waarin ze zich bevonden was niet ruim zoals boven en er stond niet zoveel in. Er was een ruim stapelbed en een bank met een tafeltje. In de hoek stond een wasbak met handdoeken en een paar glazen. Opa hoorde dat oma vermoeid raakte door het verhaal en besloot om de kinderen over te nemen. Opa vond het niet erg om in de kelder te zijn met het weinige daglicht. Immers, hij had genoeg aan zijn gehoor. Hij was dus in zijn element in de kelder die hij zelf had omgebouwd vlak voor de vorige oorlog. Die duistere periode van de geschiedenis zou hij niet snel vergeten. Men had gezegd dat het slechts tot kerst zou duren, maar het had een vier lange jaren geduurd voor er weer vrede gesloten werd. Vooral België, de bovenburen, was het middelpunt van strijd tussen de Fransen, Engelsen en Duitsers. Opa en Oma waren in die jaren ook al bezorgd geweest over Louis. Hij had aan zijn dienstplicht moeten voldoen als twintiger en was gestationeerd geweest in Ieper. Elke maand weer waren Opa en Oma bang dat ze geen brief van Louis zelf op de mat kregen maar een brief van legerofficieren. Om hen heen hadden veel vrienden hun zoons verloren en hun dochters met gebroken harten opgevangen maar hun was het nieuws bespaard gebleven. Louis was in de oorlog verantwoordelijk gesteld voor de communicatietechniek en had de loopgravenoorlog overleefd. Meer dan een paar schrammetjes had hij niet opgelopen. Opa had gehoopt de schuilkelder uit die oorlog nooit hoeven te gebruiken maar vandaag was helaas die dag toch aangebroken.

"Alstublieft Oma, uw water." Lisa had snel een glas voor haar oma gehaald en bood deze haar aan. Oma pakte dankbaar het glas aan en dronk deze leeg. "Ah, oma toe. Vertel door over Rosie!?" begon Alex alweer te jengelen. Opa besloot in te grijpen: "Jongens kijk eens wat ik hier beneden heb verstopt. Ik kan misschien wel niet meer zien, maar horen en geluid maken kan ik als de beste!" en hij pakte zijn saxofoon uit zijn koffer. Hij zette het insturment aan zijn lippen en probeerde de tonen uit. Pffrrrtstt klonk het en Alex en Lisa barsten in lachen uit. "Sorry hoor Opa, maar dat klinkt meer als een dode muis!" gierde Lisa het uit. Opa keek beduusd en haalde zijn neus op. "Nou aan de stank te ruiken zou er wel eens echt een dode muis in kunnen zitten jongens. Alex, wees eens een man en voel eens wat er mis zit?" Alex pakte het grote matte instrument over van zijn opa en zocht naar een doekje om het schoon te maken. Na tien minuten poetsen en veel commentaar van Lisa gaf hij de sax terug. "Zo Opa helemaal schoon, er zat alleen maar vuil in hoor. Mooi glimt hij, hè?" "Ja jongen, ik kan het helaas niet zien maar ik ben er zeker van dat hij heel mooi glimt!" en hij zette het instrument voor de tweede maal aan zijn mond en blies een voorzichtig deuntje. Jean kroop tegen zijn opa aan om het geluid helemaal in zich op te nemen en Lisa en Alex zaten vol bewondering toe te kijken. Opa gaf een heus concert weg en iedereen genoot van de muziek. Na wat uren leek het erop of opa een duet aan het weggeven was, met zijn buik wel te verstaan. "Mijn maag knort wel een beetje, zullen we iets eten?" Oma keek op de klok. Zeven uur s'avonds en ze hadden sinds het ontbijt al niet meer gegeten, ze was ook zo opgegaan in de ritmische tonen. Ze klonken als vroeger, mooie noten om bij weg te dromen en om op te dansen. Oma stond op en trok een blik geconfijte peren open, pakte de baguette van die morgen en deelde het in stukken rond. "Het spijt me kinders, maar dit is alles wat we voor nu hebben, alles staat nu boven en we kunnen pas naar boven wanneer opa denkt dat het veilig is. Ja, die bliksem hè. Het was vlak bij... beter nog hier eventjes blijven" het laatste stukje mompelde ze een beetje omdat ze geen betere uitleg wist te verzinnen. Ze aten zwijgend, de vrolijke stemming van net was bijna helemaal weg. Ook de kinderen leken te snappen wat er aan de hand was. Alleen Jean-Piérre zat een beetje te brabbelen en te spelen met zijn eten, hij leek zich nergens van bewust. Oma was blij dat in ieder geval iemand het eten lekker vond, want Alex schrokte alles in een keer naar binnen en Lisa was wijs genoeg er geen opmerkingen over te maken. Na het eten was iedereen vermoeid door de hectische dag en al snel kropen de drie kinderen in het bovenste bed. Opa en Oma kropen dicht tegen elkaar in het onderste bed. "Ik hou van je lieverd, je bent een goede grootmoeder. Het is goed dat je het verhaal verteld en de kinderen vinden het prachtig." fluisterde opa naar oma en in elkaars armen vielen ze in slaap.

Na het ontbijt van nog meer baguette met peren ging oma verder met haar verhaal. "Jongens wat ik jullie nu ga vertellen is best spannend, het zal dus een wat langer stukje worden dat jullie gewend zijn. Is dat een probleem?" zei ze met een knipoog tegen de kinderen. "Natuurlijk niet, we zijn reuze benieuwd" antwoordde Lisa als eerste en oma stak van wal.

"Het was duidelijk; Rosie was tot over haar oren verliefd maar ze had geen moeder die haar advies kon geven. Ze wist zich geen raad met zichzelf, dus ging ze de volgende ochtend naar Macy toe. Die was in al die jaren een goede tweede moeder voor haar geweest. "Macy, Macy, opendoen alsjeblieft, ik heb je advies nodig." Rosie bonkte op het wankele deurtje van het hutje, net zo lang tot de oude vrouw open deed. Haar grijze ogen keken haar verbaasd aan. "Maar kind, wat doe jij hier nou, je weet toch dat je je hutje niet mag verlaten op strikte orders van sir Lennox?" Macy scheen oprecht verbaasd haar te zien. Rosie wist wel beter, ze was heus niet de enige die stiekeme bezoekjes aflegde. "Ah, heet die vent zo, nou hij is er helemaal niet en ik heb echt je advies nodig. Ik heb de hele nacht niet kunnen slapen, ik denk dat ik ziek ben." vertelde Rosie, terwijl ze zichzelf binnenliet. De hut van Macy was niks veranderd in die zes jaar dat ze er niet geweest was en ze ging maar zitten op hetzelfde plekje als waar ze altijd zat. "Vooruit vertel me het. Je ziet er totaal niet ziek uit trouwens, dus je zal niet dezelfde ziekte hebben als sir Budd en zijn vrouw." Macy kneep in haar wangen en voelde aan haar voorhoofd. "Nou weet u, ik denk dat het een ziekte in mijn hoofd is, ik kan namelijk nog maar aan een ding denken..." Macy begon te lachen en vroeg haar wat het dan was. "Eigenlijk is het meer iemand, het is de buurjongen, Florian, die met die lichte krullen en blauwe ogen..." Rosie keek naar de grond en wachtte het oordeel van Macy af. Macy's lach veranderde in een schaterlach en ze ging staan. "Meid, jij bent helemaal niet ziek, je bent gewoon tot over je oren verliefd!" Rosie schrok omhoog, huh verliefd, dat was toch al je ging trouwen en baby's wou, maar dat wilde ze helemaal nog niet. "Macy, ik denk dat je je vergist. Ik heb niet geslapen, het is niet alsof ik ineens kinderen wil en trouwen met hem, ik dacht alleen maar de hele tijd aan hem en ik voel me zwak bij hem in de buurt. Heb je niet een medicijn ertegen?" Macy's gezicht stond ineens ernstig. "Oké, blijf zitten. Ik ga je nu iets vertellen wat je allang zou moeten weten. Heb je kriebels in je buik?" Rosie knikte "Kan je aan niks anders denken dan die Florian?" Rosie knikte weer "En vind je het de leukste jongen op de hele wereld?" Rosie knikte weer, iets minder zelfverzekerd dit keer. Ze vroeg: "Maar Macy, betekent dat dan echt dat ik verliefd ben op Florian? Wat nou? Hij is een blanke, geleerde, vrije jongen en ik ben maar een eenvoudige slaaf. Hij vindt me vast stom." Macy dacht eventjes na. "Ik denk dat die Florian jou heel aardig vind hoor Rosie, anders geeft hij je toch geen les alleen?" Rosie dacht na over de woorden van de wijze vrouw maar was nog niet helemaal overtuigd. "Ik weet wel iets, wacht eventjes." Macy begon achter haar in een doos te rommelen en haalde er wat kruiden uit. "Doe deze in zijn thee en je weet meteen of hij jou ook leuk vind." Een geheimzinnige lach kwam op het gezicht van Macy. "Hoe merk je dat dan?" vroeg Rosie, die meteen geïnteresseerd was. Wat nou als Florian haar niet leuk vond? En hoe merkte je het dan? "Oké Macy, maar hoe zie je dan of hij je leuk vind?" "Je merkt het gewoon meteen" en met een knipoog duwde ze de kruiden in de handen van Rosie. Rosie pakte ze aan en liep weg. Macy stond in de deuropening en mompelde in zichzelf 'Als je het maar geloofd meid, als je maar geloofd'.

En zo ging Rosie op weg, met de kruiden stevig weggestopt naar het huisje van de buren. Toen ze door de heg kroop kwam ze Kitty tegen, ze pakte het poesje op en liep naar de achterdeuren toe. Ze hoefde niet eens aan te kloppen, want Daisy deed de deur al open voor ze er was. "Kom binnen Rosie!" ze liepen naar de keuken waar aan tafel de vader en moeder van Daisy en Florian aan het praten waren. "Ah, hoi Rosie! Je zult wel honger hebben. Daisy loopt wel eventjes mee om een lekker broodje te maken voor je meid." zei hun moeder lief. Rosie en Daisy liepen de keuken in waar Rosie aanviel op een stuk ham en een maiskolf. Ze pakten beiden een glas melk en gingen aan de keukentafel zitten. Daisy was meteen stil om het gesprek tussen de vader en moeder niet te onderbreken. "Ja, er komt hulp vanuit het noorden. De Abolitionisten komen dichterbij, ze hebben legers, wat zal dat voor ons betekenen?" zei vader. "Ik weet het niet, ze proberen die koppige zuiderlingen hier er van te doordringen dat ze niet alleen aan zichzelf moeten denken dat is wel goed. Maar ik ben wel bang voor onze kinderen, wat als er nou echt oorlog uitbreekt?" vroeg moeder bezorgt. "Ik denk dat ze ons wel met rust zullen laten Lisa, wij hebben geen slaven en bovendien heb ik vrienden in Washington, mijn achterneef is senator, weet je nog?"


Lisa veerde op; "Hé, zo heet ik ook en ik ben vernoemd naar mijn overgrootmoeder. Ik wist alleen niet dat ze in Amerika ook zo heetten. Ik vind haar meteen leuk!" Oma glimlachte naar haar. " Ja meid, je hebt een mooie naam hoor!" "Oma wat is aboli.. abolo..uh.. datte dus?" "Abolitisme was een groep mensen die allemaal vonden dat de slavernij door de wet moest worden afgeschaft. Ze leefden vooral in het noorden van Amerika, maar de ouders van Daisy en Florian hoorden er ook bij, al had je in het zuiden niet een groepering." Lisa knikte wijs en Alex twijfelde, maar was te ongeduldig naar de rest om verder door te vragen.

"Ik moet nog maar eens zien. Rosie, pas maar op hè. Er zijn soldaten onderweg om een einde te maken aan deze wantoestanden. Vergeet niet dat jij net zo goed een meisje bent en niets minder hè?" Rosie knikte maar snapte nog niet helemaal wat ze er nou precies mee bedoelde. Kwamen er soldaten? Maar dat waren toch ook blanke mensen, uit het noorden van Amerika. Rosie wist over de verhalen van ontsnapte slaven die naar het noorden probeerden te komen, daar was de slavenhandel al afgeschaft. Zouden ze dat nu ook hier komen doen? Dat zou geweldig zijn, ze zou vrij zijn en kunnen doen wat ze zelf wil. Het feit dat er misschien een oorlog zou komen was haar compleet ontgaan. Rosie staarde wat voor zich uit en nam de laatste hap van haar maiskolf. "Ja, en dan die afschuwelijke epedimie die nu heerst. Ik hoorde dat de Mrs. Budd ernstig ziek is. Sir. Budd is alweer een beetje aan het opknappen, maar die mag van mij blijven liggen! Die arme slaven die ziek zijn vind ik veel erger. Heb jij ze al gezien Rosie? " Rosie schudde haar hoofd. "Eigenlijk moeten we binnenblijven, maar ik wilde graag naar Daisy toe." Het was een klein leugentje, ze wilde ook naar Florian toe. Haar moeder had haar vroeger echter altijd verteld dat sommige leugens niet echt liegen zijn. "Ik heb ze dus nog niet gezien." Daisy vond al het politieke gepraat maar stom en trok haar vriendin mee. "Kom Rosie, we gaan met de bonen spelen!"

Die middag zag Rosie Florian helemaal niet en zaten ze op de nieuwe kamer van Daisy. "Harder werken, jij lelijke kont, je plukt niet hard genoeg, jij bleekscheet!" Rosie ging helemaal op in haar rol als slavendrijver dat ze niet merkte dat de vader van Daisy in de deuropening was komen te staan. "Je mag dan ziek zijn, daar heb ik niks mee te maken, die bonen plukken zichzelf niet hoor!" Rosie zette haar zwaarste stem op en deed haar gemene meester na terwijl ze de boon liet buigen en op een neer gaan alsof hij bonen plukte. "Zeg dames, houden we het wel eerlijk. Rosie, ik weet dat je die man haat omdat hij jullie opdrijft als slaven, maar de rollen omkeren is ook niet eerlijk hè? Iedereen is gelijk aan elkaar, onthoud dat goed." Rosie knikte: "Ja meneer" maar Daisy stond op: "Maar vader, het is maar een spelletje en bovendien hij is écht gemeen tegen Rosie!" "Ja Daisy ik weet het, maar ik waarschuw alleen maar, het is niet aan jullie te oordelen." Na deze berisping speelden ze wat rustiger verder. Daisy pakte de boon erbij die Florian moest voorstellen - hij had krullen- en ging daarmee bij de boon van Rosie zitten. Zo speelden ze dat Rosie al heel goed kon schrijven. Om vijf uur werd er op de deur geklopt. Florian was terug en riep hen voor het eten. Rosie snelde naar de keuken waar haar werd verteld dat ze mocht mee-eten. Rosie zat als eerste aan tafel omdat ze niet mee mocht helpen met de tafel dekken. Iedereen had vaste plekken en dus stopte ze wat van de kruiden in het kopje van Florian en vulde voor de zekerheid alvast alle kopjes met thee. De maaltijd was lekker maar Rosie was op van de zenuwen. Florian zat naast haar, zou hij haar leuk vinden? Hij had nog niet gedronken. Na de zoute soep kreeg iedereen echter dorst en Florian nam een grote slok. Nou zou het komen, ze zou merken of hij haar leuk vond. Onder de tafel kreeg ze ineens een zachte schop. "Oh sorry Rosie" verontschuldigde Florian zich en hij gaf haar een knipoog. De rest van de maaltijd kreeg ze geen hap meer door haar keel; hij vond haar leuk! Ze durfde haast niet meer opzij te kijken en staarde maar wat naar de kip die op haar bord lag. Na het eten bedankte ze de moeder van Daisy en vluchtte snel terug naar haar hutje, deels omdat ze anders betrapt kon worden met de avondronde, deels omdat ze niet goed wist wat ze met Florian aan moest.


16276+3264=19450 (9787+1937=11724)

Brokie

De kleinkinderen Clement zaten lekker op de bank in de schuilkelder tegen Opa en Oma aan toen ineens nog een harde klap volgde. Zelfs door de kieren tussen het hout konden de kinderen de flits zien en het stapelbed wiebelde van de dreun. "Oh gut..." onderbrak oma het verhaal en slaakte oma een gilletje. Iedereen zweeg totdat Opa zei "Zo jongens, volgens mij moeten we hier nog langer blijven. Gezellig he?" Alex was gerustgesteld en nestelde zich terug in zijn oude comfortabele positie. Lisa keek bedenkelijk "Maar Opa, onweer is meestal toch met regen? Ik hoor helemaal geen regen." Oma gaf haar een blik; pas op je woorden betekende het en Lisa had door dat ze niet verder moest vragen. "Ja onweer, ja dit is speciaal, waarschijnlijk heeft het vannacht geregend en is het zo warm buiten dat er nog flitsen zijn jongedame." trachtte Opa te verklaren. "Nou ik vind het onweer anders helemaal niet erg hoor Opa en Oma, ik ben reuze benieuwd naar Rosie en Florian!" zei Alexandre enthousiast. "Dat lijkt mij ook het beste jongen, want Rosie heeft nog een hoop voor de boeg! Waar was ik gebleven....?"

"Met een nog grotere glimlach dan normaal werd Rosie deze ochtend wakker. Ze had afgesproken om bij Florian langs te gaan om weer te kunnen leren schrijven. Ze keek naar Francey, maar hij sliep nog. Buiten was het nog donker, niemand zou haar zien als ze nu weg zou sluipen. Ze deed haar jurkje aan en gaf Francey nog een klein kusje op zijn voorhoofd. Als hij zo lag te slapen was hij echt lief. Zijn lange donkere wimpers veerde op en neer bij elke ademhaling en af en toen zuchtte hij bijna onhoorbaar. Rosie deed de deur open en sloop met zo weinig mogelijk geluid richting de heg. Ze stapt door de heg en zag dat in verschillende kamers van het huis al licht brandde. Ze liep langs de heg richting de veranda, toen ze besprongen werd door iets warms dat haar begon te likken. Door de kracht waarmee het tegen haar opsprong viel ze achterover en slaakte een gilletje "Aaah". Ze pakte het gevaarte vast om het van zich af te krijgen toen ze merkte dat het Kitty was. Kitty had zich goed vastgeklemd aan haar jurk, ze kreeg de kat dan ook nauwelijks van haar af. "Hé, Kitty. Kom dan, ik heb lekker eten voor je." Klonk er een mannenstem terwijl er met een bakje met brokjes gerammeld werd. Kitty sprong van Rosie af en wist niet hoe snel ze op de veranda moest zijn. Rosie volgde het beestje en zag in de schemering van de opgaande zon een jongen op de veranda staan. "He Rosie, wat ben jij vroeg! Kom binnen dan gaan wij ook wat lekkers eten." Pas nu zag en hoorde ze wie het onbekende silhouet op de veranda had veroorzaakt. Florian had haar geholpen om de kat weg te lokken. Hij kwam nu naar haar toegelopen met een uitgestrekte arm om haar weer overeind te helpen. "Dank je, Kitty mag me dan wel aardig vinden, maar dit was wel iets te aardig." Lachte ze terwijl ze zelf het trapje van de veranda opliep. "Ik lust inderdaad ook wel wat lekkers." Vervolgde Rosie. "Dat komt goed uit. Ik heb in ons studeer kamertje de boeken en schriften al klaar gelegd en de bakker en de melkboer hebben net bezorgd. Kunnen we gezellig met z'n tweetjes ons onbijt opeten." De vlinders in de buik van Rosie ontwaakten weer en begonnen hevig te vliegen. Florian pakte de hand van Rosie en trok haar mee naar de studeerkamer. Samen aten ze broodjes op die Florian's moeder Lisa gesmeerd had. Rosie dacht aan de gruwel die zij elke dag te eten kregen en benijde Florian heimelijk voor de goede maaltijden die hij kreeg voorgeschoteld. Ze bedacht dat ze later elke dag lekker zou ontbijten, het liefst met Florian ernaast natuurlijk. Rosie droomde weg bij haar geidealiseerde toekomstplaatje totdat ze opschrok van een vraag van Florian. "Wat was het laatste dat ik je geleerd had?" vroeg Florian terwijl hij de borden in een hoek zette toen ze klaar waren met eten. "Je had me geleerd om mijn eigen naam te schrijven en zelfs een hele zin: "Ik ben Rosie." " Rosie begon helemaal te stralen, het was best al veel wat ze kon vond ze zelf. "Oh, dan zijn we al best ver, je kan al een korte zin! Probeer mijn naam maar eens te schrijven, je kent het alfabet al, dus dat moet lukken." Rosie oefende en oefende. Na een tijdje was het dan eindelijk zo ver en kon ze ook Florian zijn naam schrijven. "Je bent een snelle leerling hoor!" zei hij trots en hij gaf haar een kus op de wang. "Zo, die heb je wel verdiend. Je bent ook zo goed!" Rosie werd rood en wist niet wat ze ermee aan moest. Ze probeerde het onderwerp maar weer op het schrijven te krijgen. "Kun je me nu leren om een paar zinnen te maken?" "Natuurlijk, maar ik moet zo wel weg. De rest van de week kan ik je nog wel les blijven geven hoor." "Ja, lijkt me leuk. Dankjewel Florian"

De hele week glunderde Rosie dat het een lieve lust was. Iedere dag sloop ze naar Florian toe om te kunnen leren schrijven. Iedere dag zaten ze steeds iets dichter bij elkaar. Ook de laatste dag had Rosie er weer zin in om Florian te zien en was ze dan ook al vroeg vertrokken. De vader van Florian zat al op de veranda met de krant en een broodje. "Florian is er vandaag niet, die moest nog wat belangrijke dingen in het dorp doen. Hij is er aan het begin van de middag wel weer. Maar ik denk dat Daisy je ook wel wilt helpen hoor. Ze is in haar kamer. Ga maar naar haar toe." Rosie schoot het huis in, de trap op en gooide de deur van haar kamer open. "Hé, wat ben je aan het doen?" vroeg Rosie lichtelijk buiten adem. "Aan het kleuren. Zin om mee te doen?" Rosie begon hard nee te schudden. "Ik heb een beter idee. Florian gaf mij nu altijd schrijfles, maar hij is er niet. Heb je zin om mij nu dingetjes te leren?" Daisy kreeg een glimlach op haar gezicht, dat leek haar wel leuk: "Ja, lijkt me leuk om anderen eens iets te leren in plaats van dat anderen mij altijd iets leren. Ga maar zitten." En Daisy pakte een stoel en zette deze naast de hare neer. Rosie maakte zich gemakkelijk terwijl Daisy op zoek ging naar schrijfgerei. "Wat wil je leren schrijven?" zei ze terwijl ze de schriften klaar legde en een krijtje aan Rosie gaf. "Ik kan al een paar zinnen, maar ik wil meer zinnen kunnen maken. Kun je me dat leren?" "Ja, is goed, dan schrijf ik een zin voor en dan moet jij hem naschrijven oké'?" Rosie luisterde goed naar Daisy en probeerde haar na te doen maar eigenlijk kon Daisy niet zo goed uitleggen. Rosie probeerde maar wat maar het schoot niet heel erg op. Rosie deed extra haar best, ze wilde haar vriendin niet teleurstellen maar ze vond het wel jammer dat Florian er niet was. Nadat een zin al tien keer was mislukt zei Daisy ineens: "Ik heb eigenlijk wel dorst, zal ik wat te drinken halen? Dan kun jij vast verder gaan met proberen deze zinnen te schrijven." Rosie was zo geconcentreerd op de zinnen te laten lukken dat ze alleen 'ja' knikte. Met veel precisie maakte ze de zinnen af. Zo zonder de drukke Daisy erbij ging het een stuk beter, ze voelde zich niet zo bekeken. Na een tijdje was ze klaar maar was er nog geen spoor van Daisy te zien. Uit verveling begon Rosie maar een klein tekeningetje te maken op de rand van het bord. Het werd een hartje waarnaast ze de twee meest bekende woorden zette: Rosie <3 Florian. Ze was net dromerig naar het resultaat aan het staren toen op dat moment Daisy binnen komt zetten. Zonder dat Rosie het doorhad keek die over haar schouder mee naar haar vorderingen en ziet de tekst over haar broer staan. "Pfjieuwpfjieuw" floot Daisy terwijl ze het blad onder de neus van Rosie weg griste. "Dat ga ik aan Florian laten zien." En ze ging op de trap staan zodat Rosie er niet meer bij kon. Beneden werd de voordeur open gedaan en de stem van Florian hoorden ze tegen zijn vader aan praten. "Hij is al thuis. Ik laat het gelijk aan hem zien." Daisy stoof lang de verbijsterde Rosie de trap af naar haar broer toe. Rosie zat daar nu alleen op de kamer, in verstomde paniek. Wat moest ze nu? Ze kon toch niet nu naar hem toe gaan en zeggen dat het waar was wat er stond? Nee, ze moest weg hier, dan zou ze later nog wel een keer met Florian praten erover. Eerst moest ze er eens goed over nadenken. Ze stond op en zette het op een lopen richting haar huisje. Daar plofte ze neer op het bed en begon zachtjes te huilen.



19450 + 1532 = 20982 (11724+1341=13065)

Jowelle

Oma pauzeerde eventjes om op adem te komen. Ze legde haar hand op de knie van haar man en werkte de kleine Jean-Pierre van haar schoot af. "Weer eventjes iets drinken hoor." Oma liep naar de kraan en dronk een glas koud water in een teug leeg. "Zo u heeft dorst!" vond Alex. "Ja dat klopt jongen en ik krijg ook best wel honger. Oma liep naar de stellingkast waar de kinderen de conservenblikken hadden opgesteld en pakte er eentje. "Wat dachten jullie van sardines jongens? Die zijn best wel lekker toch?" Ze draaide het blik open en gooide het meteen van aar af. Iedereen rook de stank; de visjes waren bedorven. "Nou, zelfs al zie ik het niet; die kunnen we beter niet eten.. hebben we nog iets anders hier beneden staan?" Opa had ook honger gekregen maar na de stank van bedorven vis had hij geen zin meer in vis. "Nee lieverd, dat was het laatste blik.."  Oma liep naar Opa toe en besprak kort iets met hem wat de kinderen niet hoorden. "Ja dat lijkt me ook beter. Maar wees voorzichtig." besloot Opa het gesprek. Oma liep naar de deur en de trap toe "Jongens Oma gaat eventjes boven kijken of het noodweer al weg is getrokken." en ze deed voorzichtig de deur open onzeker over wat aan te treffen.

De huiskamer stond er nog net zo bij als ze hem twee dagen geleden hadden achtergelaten; keurig opgeruimd. In de keuken echter aan de voorkant van het huis waren de ramen gesprongen door de klap en was het een ravage. Oma liep naar de voordeur toe om te kijken hoe de staat buiten op de straat was. Op de mat lag een pamflet.

"Herr/Frau,
Heute, 14 Juni, ist Paris ein Mitglied des "Dritten Reiches".
Morgen sind drei Deutsche Soldaten hier stationiert.
Wir danken Ihnen für Ihre Hilfe.
Deshalb können Sie Essensmarken zu die Polizei bekommen."

Eronder stond vertaald in het Frans de vertaling van het Duitse briefje. Langzaam drong de inhoud ervan door tot Oma. Parijs was bezet door de Duitsers.. drie soldaten zouden ze moeten opvangen. Als dank.... dank jahoor alsof ze het als een vriendendienst deden.. zouden ze voedselbonnen kunnen ophalen bij het politiebureau. Oma ging op de trap zitten om niet in te storten. Parijs bezet... wat wilden die Duitsers nou? Wisten ze niet dat ze de geest van Parijs nooit klein kregen, de kunstenaars, de romantici die hier woonden, nooit zouden ze buigen voor die starre Duitsers. Oma legde het pamflet opzij en liep de straten op. Er was haast niemand te bekennen en overal waren de ramen gesprongen of zelfs dichtgespijkerd. Ze belde bij haar buren aan, aardige, nette mensen waar ze normaal vrij vaak een praatje mee maakte. Het gordijntje werd voor de ruiten weggeschoven en twijfelend werd de deur open gedaan. "Oh mevrouw Clement, wat ben ik blij u te zien! Sorry dat het eventjes duurde, maar ik vertrouw niemand meer." Oma keek naar de vrouw die tegenover haar stond. Ze zag er angstig uit en haar anders zo nette kapsel zat door de war. "Mevrouw Herschberg, wat is er allemaal aan de hand. Heeft u ook zo'n naar pamflet gekregen?" vroeg Oma. "Erger nog, heeft u de poster al gezien die overal ophangen. We mogen het café aan de overkant niet meer in en slechts naar een winkel vier blokken verder. Ze willen zelfs dat ik zo'n lelijke gele ster op alle kleren vast naai maar ik vertik het!" Oma begreep er niets van. "Wat bedoelt u, u mag de winkels niet meer in? Waarom niet?" "Verboden voor alle joden. Bespottelijk, die Hitler is een gevaarlijke gek ik zeg het u. Voordat je het doorhebt mogen we niet eens meer de straat op!" Mevrouw Herschberg was zich duidelijk aan het opwinden. "Kom kom, zo'n vaart zal het vast niet lopen. En bovendien, ik wil u best helpen met boodschappen doen hoor." Oma probeerde opgewekt te klinken maar was duidelijk aangeslagen door deze woorden. Oorlog, Parijs bezet, voor Joden verboden, het spookte allemaal door haar hoofd. Hoe konden mensen elkaar zulke dingen toewensen alleen maar omdat ze een andere religie hadden? "Ik dank u hartelijk voor het aanbod buurvrouw maar we redden het wel, we hebben het immers altijd gered." Haar buurvrouw stond ineens kaarsrecht in de deuropening en keek haar trots aan. "Die man krijgt ons niet  zomaar klein." Oma groette de buurvrouw en liep haar eigen woning weer binnen en begon de scherven op te ruimen voordat ze de kinderen naar boven haalde. Ze zette de radio aan en kon uit de Duitse berichten die daar alleen nog maar te horen waren ontcijferen dat de treinen niet meer reden, de rails waren stuk of zo.

"Kinderen, kom maar naar boven. Opa en ik moeten jullie iets vertellen." riep Oma ernstig het trapgat af naar beneden. Alex stormde de trap op maar Lisa hielp haar grootvader en kleine broertje naar boven. De drie kinderen gingen op de bank zitten en Opa ging in zijn schommelstoel zitten naast Oma. Opa legde zijn hand op de arm van Oma en gaf haar een bemoedigend knikje. "Jongens, wat ik jullie nu ga vertellen is heel ernstig. Luister eerst goed, daarna mogen jullie vragen stellen." Het drietal zweeg en keek Oma vragend en serieus aan. "Buiten is het oorlog. De Duitse soldaten hebben Parijs bezet, er is een meneer in Duitsland die graag de macht over de hele wereld wil en daarom heeft hij Parijs aangevallen. De Duitse soldaten hebben gewonnen en daarom moeten wij nu hen luisteren. Het zou voor jullie veiliger zijn terug te gaan naar papa en mama maar de treinen doen het niet. De rails zijn stuk gegaan tijdens het, hum, onweer. Vanaf morgen zullen er Duitse soldaten hier logeren, en jullie moeten beleefd doen naar hem ook al zijn ze niet aardig begrepen?" Lisa's mond was opengevallen en Jean was bij het woordje mama en papa in huilen uitgebarsten. Alex trooste hem en voor het eerst toonde hij zich als een bezorgde grote broer. "Oorlog Oma, bezet?" vroeg Lisa. "Ja, Frankrijk is nu in handen van Duitsland of het Dritte Reich, zoals ze het zelf noemen." verklaarde Oma. Opa sprong bij. "Ja Lisa, al langere tijd was Duitsland ongehoorzaam. Ze hebben veel wapens verzameld en nu is het zover; ze hebben ons in de tang.Ik wist het.. Ik had het nog gezegd...." en hij mompelde een tijdje boos verder. Jean's tranen waren plotseling gestild nu hij ineens een knuffel kreeg van zijn grote broer. Oma keek er vertederd naar, blijkbaar schuilde er toch nog een lieve broer in die jongen. "Maar nu moeten er eerst een aantal dingen gebeuren. De avondklok geld nu; dat betekend dat de gordijnen ten alle tijden dicht moeten wanneer het donker is." de schemering begon al in te vallen dus liep Lisa naar de achterkant om overal de gordijnen dicht te trekken. "Alex, zou jij met Opa de ramen aan de voorkant willen dichttimmeren? De ruiten zijn kapot." Alex sprong op, zo'n klusje wou hij wel doen met zijn opa. Oma nam Jean mee naar de keuken om eten klaar te maken. Ze lette goed op dat ze geen blik vis pakte en controleerde nog eens extra goed of het niet bedorven was. De avond verliep verder rustig en tegen de tijd dat de avond viel waren de kinderen al bijna vergeten dat de wereld om hen heen zo was veranderd en ze sliepen rustig in.

20982 + 1240 = 22222, (13065+0=13065)

Jowelle

Die volgende morgen stond Opa heel vroeg op om naar het laatste nieuws te luisteren. Echter alles wat hij binnen kreeg was ruis met tussendoor af en toe stukken "Duits gezwets" zoals hij het noemde. Wel wist hij de nieuwe verordeningen op te pikken. Je kon nergens meer gewoon voedsel halen, alles moest met bonnen. Overal in de stad zaten Duitse soldaten gelegerd bij mensen thuis. Oma moest denken aan de drie mannen die bij hen zouden intrekken. Ze klom uit bed en trok haar jurk aan. Ze moest nog bedden in orde maken voordat die mannen hun eigen bed zouden inpikken. Ze liep naar boven naar de logeerkamer en wekte de kinderen. "Jongens jullie moeten me helpen, er komen drie soldaten en die moeten ergens slapen. Vinden jullie het leuk om in de kelder te slapen? Jullie mogen dan in het stapelbed!" Lisa en Alexandre sprongen uit bed en begonnen hun spullen al bijeen te rapen. Zodra ze klaar waren zette oma thee en aten ze hun ontbijt in de woonkamer omdat de keuken nou niet heel gezellig meer was met die dichte ramen. Na het ontbijt ruimde oma af en de kinderen bleven nog eventjes zitten. Oma kwam er weer bij zitten "Nou zal ik het verhaal dan maar verder vertellen? Die soldaten kunnen elk moment binnenvallen maar ik weiger mijn dag te laten verpesten." lachte ze. De kinderen fleurden helemaal op en gingen op het puntje van de stoel zitten terwijl oma begon met vertellen.

"Rosie zat in haar hutje te huilen terwijl Francey wakker werd van het gesnik. "Zus wat is er? En vertel me nou eindelijk eens wat je daar al die dagen uitspookt." Hij legde zijn arm om haar schouder heen en veegde de traan weg. De tranen bleven echter vloeien en het duurde een paar minuten voor Rosie enigszins verstaanbaar werd. "Nou het zit zo, de hele week lang sinds we toch niks te doen hebben ga ik bij Daisy spelen." Francey keek haar aan wachtte op wat er komen ging maar er kwam niks. "Ja en je maakt de kat wijs dat je daarom zo aan het huilen bent. Ik ken je Rose, wat is er echt?" Rosie sloeg haar ogen neer en kwam met het hele verhaal op de proppen. "Schrijven dus. En zo is Daisy erachter gekomen dat ik Florian leuk vind en ....toen ik ben hard weggerend." beëindigde ze tussen twee snikken door. "Dus je bent verliefd?" Francey keek Rosie recht in haar ogen en ze knikte en hij begon te lachen. "Waarom lacht iedereen mij toch uit? Wat weet jij ervan, jij bent een jongen!" ketste Rosie terug. Francey trok zijn arm weg en stond op. "Ja hallo, ik ben niet als een bang lammetje weggerend hoor. Ik zou dat heel anders aanpakken. Een bloem voor haar plukken of zo en een gedicht verzinnen!" Francey romantiseerde nog eventjes door maar Rosie wilde er niets van weten. "Ja zeg. Alsof jij zo'n held bent. En bovendien vind jij helemaal niemand leuk! Trouwens het kan ook helemaal niet. Natuurlijk ziet hij mij niet staan, ik ben immers maar een slaaf.." en het snikken begon weer van voor af aan. "Rosie, dat mag je nooit meer zeggen. Jij bent net zo goed een meisje, best wel mooi zelfs, nouja ik ben je broer natuurlijk, maar ik zie wel eens hoe anderen naar je kijken. Die jongen heeft alle geluk dat jij hem leuk vind en beter maar dat hij jou ook leuk vind, anders zal ik hem eens de waarheid gaan zeggen." Francey wond zich al helemaal op en bij Rosie kon er weer een lachje van af. "Nou, ik had wel kruiden gehad van Macy en hij had me daarna een zoen op de wang gegeven. Ik denk dat ik gewoon hier blijf wachten." Francey knikte. "Ohja voor ik het vergeet. Mrs. Budd is heel erg ziek geworden. Heather zei tegen Macy en Macy zei weer tegen mij dat ze misschien wel bijna dood is." Francey keek blij maar Rosie vond het geen leuk nieuws. Mrs. Budd was dan nooit echt aardig voor haar geweest maar ze zag er altijd zo eenzaam en ongelukkig uit en echt gemeen was ze allang niet meer. Bovendien, niemand wenste je de dood toe, ook al was ze je meesteres. Francey keek meteen blik die Rosie niet zo goed kende. Hij ging door met zijn verhaal "Ja en de geruchten doen de ronde dat Sir Budd alweer een nieuwe vrouw op het oog heeft. Een weduwe uit het dorp met een zoon die een paar jaar ouder is dan wij." Rosie keek op. Zo snel al? Geen wonder dat Mrs. Budd er altijd zo ongelukkig uit had gezien, haar man hield vast al heel lang niet meer van haar. "Nog voor ze dood is? Wat een gemene man!" vond Rosie. Op dat moment werd er op het deurtje geklopt en kwam Heather binnen. Ze veegde een lok voor haar ogen weg en keek kort rond. "Ja, Mrs. Budd is dood. Vanmiddag is ze gestorven. Verder zijn er geen nieuwe zieken bij gekomen afgelopen week dus vanaf morgen moeten jullie weer gewoon aan de slag begrepen?" Ze zette de twee kommetjes eten neer en liep verder naar het volgende hutje om de onheilsboodschap te verspreiden.

De volgende ochtend werd Rosie vroeg wakker maar moest moeite doen om Francey wakker te krijgen, hij was al gewend om lekker te blijven liggen elke ochtend. "Francey wakker worden, we moeten weer plukken." Met moeite stond hij op en sjokte achter Rosie aan het veld op. Het plukken ging langzamer dan verwacht en de lunchpauze kwam later dan ooit. Toen de gong ging was iedereen uitgeput en de lunch wat meer water dan pap. Rosie zuchtte, ze vond de afgelopen week zo fijn, en dan nu dit. Die middag plukten ze zwijgzaam, iedereen was nog onder de indruk van de dood van Mrs. Budd en de plotselinge aanvang van het werk. Het plukken ging ook niet makkelijker; alles was in een week zo hard gegroeid dat het overvol was. Die avond vielen Rosie en Francey afgemat in slaap om de komende dagen hetzelfde straffe tempo op te pakken. Elke dag keek Rosie hoopvol naar het gat in de heg maar nooit ving ze een glimp op van Daisy of Florian. Ze verlangde ernaar om vrij te zijn en wachtte met smart op Florian. Enerzijds hoopte ze hem niet tegen te komen maar aan de andere kant miste ze hem ontzettend. De hele dag dacht ze aan zijn mooie krullen en zijn schaterende lach. Aan het moment waarop hij haar die kus had gegeven en overal dacht ze zijn stem te horen, maar nooit was hij het echt.

Op de vierde dag na het bericht dat Mrs. Budd dood was, was de begrafenis. Sir Budd had het hele kerkgenootschap uitgenodigd en hij liep de hele dag in een triest pak, bijna onherkenbaar met zijn grote zwarte hoed op. Rosie dacht aan haar oude meesteres en zei kort een gebedje voor haar terwijl ze in de keuken mee moest helpen hapjes klaar maken. Heather joeg het tempo flink op binnen en de worstjes en lekkere broodjes gingen in een hoog tempo de kamers rond. Rosie had haar overgooier weer aan die ze had gekregen voor de markt en bracht ook hapjes rond aan de gasten van de receptie. In de grote stoel midden in de woonkamer zat een mooie vrouw die verveeld om zich heen keek. Naast haar zat een mollige jongen met knalrood haar en sproeten die van verveling met zijn vingers aan het tikken was en alle slavinnen recht in de ogen aanstaarde als hij al niet naar andere delen van hen keek. Rosie voelde zich heel ongemakkelijk worden terwijl de jongen haar beval hem aan te kijken. "Hoezo kijk je me niet aan slavinnetje als je me iets aanbied? Oh oeps." en hij sloeg met zijn hand het dienblad om zodat Rosie moest bukken om alles op te rapen. Beteuterd verontschuldigde ze zichzelf en veegde snel de boel bijeen. De vrouw was amusant aan het kijken hoe Rosie snel de keuken weer binnen vluchtte en stuntelde met de situatie. Daar deed ze haar beklag tegen Heather. "Hij duwde zomaar mijn dienblad om. Kijk nou eens wat zonde van de broodjes!" Heather keek verongenoeglijkt. "Heb je je beleefd gedragen tegen deze jongeman Rosie?" vroeg ze streng. "Ja Heather, echt het was niet mijn schuld." Rosie stond op het punt om weer in tranen uit te barsten toen Heather zei "Dat heb je dan goed gedaan. Die jongen is een pestkop en je kunt maar beter bij hem uit de buurt blijven al zal dat lastig worden." Rosie keek Heather vragend aan. "Meneer heeft me gevraagd de vertrekken in orde te maken voor hun komst. Die jongen, Brad, en zijn moeder, Miss Gallanger, zullen vanaf morgen hun intrek nemen bij ons. Binnenkort zal zij de nieuwe Mrs. Budd worden, dus pas maar op voor die twee. Ze staan erom bekend hun slaven heel slecht te behandelen." Rosie nam de boodschap zwijgend in zich op en nam zichzelf voor de twee te mijden voor zover dat ging. "Oh en Rosie, die broodjes..." Heather tikte haar op de schouder. ".. eet maar lekker op als je wilt. Daarna rondgaan met koffie oké?" Rosie knikte en viel aan om de broodjes met beef en tuna. Ondanks dat ze op de grond hadden gelegen smaakte ze haar meer dan prima.

Na de lekkere broodjes pakte Rosie de grote kan met koffie en liep de deur weer door. Ze meed angstvallig de hoek waar Brad en Miss Gallanger zaten en schonk de gasten nog koffie bij. De meeste gasten schonken haar echter geen blik waardig en na een tijdje kon ze dan ook eventjes rondkijken. In de hoek bij de veranda stonden de ouders van Daisy en Florian! Zenuwachtig deed ze haar schort goed, ging met haar vingers door haar haren heen en liep op hen af. "Nog koffie mevrouw, meneer?" vroeg ze beleefd en de twee draaiden zich om naar haar. "Ah Rosie, goed je te zien meid, we waren al eventjes bang dat je niet meer leefde." zei de vader. De moeder van Daisy en Florian porde hem in zijn zij. "Wat is er Lisa?" "We zijn hier op een begrafenis. Totaal ongepast. Leer je rare grapjes eens in te houden." en ze wendde zich tot Rosie. "We zijn heel blij je te zien Rosie. Is alle in orde met je?" vroeg ze bezorgd. "Ja mevrouw, alles is in orde. Ik heb alleen geen tijd gehad om langs te komen. We moeten nu weer werken ziet u..." Lisa keek haar man aan. "Dat bedoelden we niet helemaal lieverd. Je stormde de laatste keer zo ineens naar buiten. Daisy was heel erg geschrokken en Florian is de hele week al boos op haar. Gaat het al weer goed met je? Wat is er nou allemaal aan de hand?" Die vraag had Rosie niet verwacht. Ze stamelde wat en liet de koffiepot bijna uit haar handen vallen ware het niet dat Lisa hem van haar overpakte. "Je hoeft niet te antwoorden hoor. Florian is naar je op zoek, hij is bij de hutjes aan het kijken." Rosie pakte de koffiepot weer over en excuseerde zichzelf. De liep snel naar de keuken en zorgde ervoor niet langs de zithoek te lopen. Daar zei ze dat ze naar het toilet moest en glipte de deur uit.

Ze rende naar de hutjes en vloog de deur door en keek verbaasd om zich heen. Er was helemaal niemand. Ze liep de deur weer uit en keek om zich heen. Vanaf achter het huisje hoorde ze stemmen en ze probeerde te luisteren wie het waren. "Kijk, deze plant heeft witte bonen én zwarte bonen. We hebben hem zelf gezaaid zes jaar geleden" hoorde ze iemand zeggen. "Ja vreemd. Meestal zijn het óf zwarte óf witte." ze hoorde wat gestommel en iemand hard 'au' roepen. "He waarom deed je dat?" ze herkende nu duidelijk de stem van Florian. "Nou. Dat gaat best wel samen hoor. Zwarte en witte. En je moet niet zo doen tegen mijn zusje, ze is echt heel erg gek op je weetje." Francey. Rosie wist niet wat ze hoorde, waar haalde hij ineens het lef vandaan om zo tegen Florian te praten? Ze liep de hoek om en keek Francey recht in de ogen en Florian in zijn rug. "Ja. En ik op haar. Die kleuren maken helemaal niets uit. Het is vast een teken dat het bij deze plant kan. Ik weet zeker dat Rosie en ik samen ook kunnen. Als ze me nog wil tenminste..." hij klonk een beetje verdrietig en Rosie stond ademloos te luisteren naar wat hij zei. Ineens realiseerde Florian zich dat Francey langs hem heen keek en draaide zich om. "Rosie!" zei hij en liep op haar af. Rosie wist niet of ze nou gedroomd had wat hij zojuist zei maar ze kon zich niet verroeren. "Rosie!" zei hij nog een keer en toen ze zijn armen om zich heen voelde wist ze dat ze niet droomde. Florian stond er echt en hij vond haar echt leuk. Het maakte hem niet uit dat ze zwart was en hij blank. "Oh het spijt me zo Rosie." en Rosie voelde zijn adem in haar nek en zijn handen in haar haren. Francey stond er nog steeds. "Nou uh.. ik ga maar weer eens werken he." en hij liep weg. "Het spijt mij ook Florian, dat ik ben weggelopen..." wist ze eindelijk uit te brengen. Florian haalde zijn armen van haar schouders af en keek haar in haar ogen. "Rosie, voor mij ben je de allermooiste en allerliefste en slimste. Je mag nooit meer bij me wegrennen he!" en hij kuste haar teder op haar mond. Rosie kuste zachtjes terug en ze wist niet meer hoe ze het had. "Nooit.." wist ze zachtjes uit te brengen. Zo stonden ze nog een tijdje samen buiten totdat Heather op de veranda stond. "Rosie waar blijf je. Het is storm binnen, kom terug." Het begon al te schemeren toen ze afscheid van elkaar namen. "Ik kom je opzoeken Rosie, maar aankomend jaar wil mijn vader me naar het Noorden sturen, naar de Democraten, naar een goede school. We hebben nog een paar dagen." Rosie snikte zachtjes en gaf hem een laatste kus en met pijn in haar hart liep ze weer naar binnen om alle gasten te verzorgen. Eindelijk hadden ze elkaar en nu zouden ze elkaar weer lang kwijtraken. Het leven was soms zo oneerlijk..


22 222 + 2 429 = 24651, (13 065 + 2 181 = 15 246 )

Jowelle

"Dat lijkt me een mooi stukje voor nu." eindigde oma het verhaal. Nog voordat de kinderen konden gaan protesteren kwam ze met een nieuw voorstel: "Zullen we bij de bakker wat lekkers gaan halen?" Alex en Lisa zagen het wel zitten en Opa stelde voor dat hij en Jean thuis bleven omdat Jean nog wat hangerig was. Oma wist de echte reden van opa wel; hij wilde thuis zijn als die soldaten kwamen, maar zei er niets over. De drie liepen de deur uit, de zon in en eigenlijk was de dag zo gek nog niet. De zon brandde en er werd weer op de straten gespeeld en gelopen. Oma, Lisa en Alexandre bedachten onderweg wat voor lekkers ze allemaal konden halen. "Ah toe oma, zullen we een paar bonbons meenemen?" smeekte Alex en oma gaf hem een knipoog. Of het nou ja of nee betekende kwam hij niet achter omdat er bij de bakker een grote rij buiten stond. "Wat is er aan de hand meneer?" vroeg oma aan een van de wachtende. "We kunnen niets zomaar meer afnemen blijkt. Heeft u de bonnen al opgehaald? Anders kunt u dat beter eerst gaan doen..." zei de man vriendelijk. "Nou kinderen, we gaan nog een stukje lopen. Die bonnen schijnen echt belangrijk te zijn... Kom op naar het politiebureau." en ze liepen de andere kant op. Op verschillende plekken kwamen ze Duitse soldaten tegen die aan het patrouilleren waren of gebouwen bewaakten. Alex keek zijn ogen uit naar hun glimmende laarzen en hun opzichtige uniformen. Hij glunderde helemaal en toen verderop een paar soldaten aan het marcheren waren deed hij ze trots na. De soldaten lachten erom maar Oma gaf hem een uitbrander. "Alexandre Clement. Dat wil ik nooit meer van je zien begrepen!? Die mannen zijn onze bezetters. Je behoort je beleefd te gedragen en val in godsnaam niet op!" berispte ze haar kleinzoon. Alex leek de boodschap begrepen te hebben want de rest van de tocht zei hij geen woord meer. Bij het politiebureau aangekomen gingen ze achter aan de rij staan en wachtten geduldig op hun beurt. Vooraan bij het loket zat een jongen die nauwelijks 16 kon zijn in een militair uniform de administratie bij te houden. Hij deed zijn best om stoer te klinken maar mevrouw Clement zag aan hem dat hij zich eigenlijk heel ongemakkelijk voelde in zijn nieuwe positie. "Näme und Adresse bitte." zei hij en een minuutje later stonden ze weer buiten met de voedselbonnen. "Oké Lex, ik vrees dat bonbons niet langer op het lijstje staan." en Alex' gezicht ging naar de half-zeven-stand. '8 Personen' stond er op het briefje. "Nou ja zeg Lisa, nou moeten we ook nog eens voor die soldaten gaan koken! Alsof het al niet genoeg is dat ze bij ons in huis komen." Oma keek verontwaardigd en bestudeerde de bonnen. "Vlees, vis, aardappelen en brood. Dat is alles. Ach, we hebben thuis nog wel wat jam en suiker. Bovendien hebben we een fruitboom achter in de tuin. We zullen geen honger lijden, maar leuk is anders."

Na anderhalf uur kwamen ze eindelijk thuis met het brood en de rest van de bonnen. Opa deed de deur open en zijn gezicht stond niet vrolijk. "Ze zijn er." was alles wat hij zei. Enerzijds nieuwsgierig, anderzijds boos liepen Oma, Lisa en Alex de woonkamer binnen. Binnen zaten op de bank drie soldaten in uniform. Twee hadden hun smerige laarzen op de koffietafel gelegd en rookten sigaretten, maar de derde stond meteen op toen ze binnenkwamen. Hij liep op hen af en gaf iedereen een hand, zelfs de kinderen. Alex keek vertwijfeld, mocht hij nou met ze praten of niet? Oma legde een hand op zijn schouder en trok Lisa naar zich toe. Ze stelde zichzelf voor als Mevrouw Clement. "Hallo Frau Clement." begroette hij haar netjes. Hij wees op zichzelf en zei dat hij Hanz heette. Hij wees op de twee op de bank en stelde hen voor als Kristoffer en Fritz. Lisa wees op zichzelf en haar broertjes en vertelde hun namen. Haar verlegenheid was echter op slag verdwenen toen de man lief naar hen lachte en ze een snoepje aanbood. Oma twijfelde of ze moest ingrijpen, maar haar man vond het beter dat ze er geen problemen om maakte. Immers de man deed zijn best om kennis te maken. "Excusiert" zei hij vervolgens nog eens en wees op de andere. Oma knikte stug en besloot de kinderen mee te nemen naar de tuin om ze uit de buurt van de rook te houden van de soldaten. Opa stak echter een pijp op en ging pront midden in de kamer zitten, alsof deze alleen van hem was en zette de grammofoonplaat aan met een opera. Buiten in het gras zette oma een stoel voor zichzelf neer en spreidde een kleed uit voor de kinderen om op te zitten en begon met het verhaal verder te vertellen. De kinderen deden zich tegoed aan het verse brood met jam en waren gewillige luisteraars. Oma was nog steeds boos maar ze besloot dat ze zich niet van slag liet brengen door zo'n stel onbenullige Duitsers!

""Waar was je nou de hele tijd? Ik dacht dat je alleen naar het toilet moest!" Heather was boos op haar, en terecht. Ze was ook veel te lang daar blijven staan voor haar gevoel, waren het minuten of uren geweest? "Daar heb je toch geen kwartier voor nodig?" tierde Heather door. Ah, gelukkig een kwartiertje maar dacht Rosie. "Het spijt me Heather, ik was gestruikeld en ze keek naar haar knie alsof die pijn deed. "Nouja, hup aan het werk dan maar. De gasten gaan nu bijna weg." Rosie liep naar binnen, hielp de vertrekkende gasten in hun jas en begeleide ze naar buiten. Het was fijn dat de dag er bijna op zat, nu kon ze verder nadenken over wat ze nou moest met Florian. Ze voelde zich ineens een stuk vrolijker maar ook ouder. Ze wist nu dat hij haar ook leuk vond, ze kon inmiddels schrijven maar nu ging Florian voor een jaar weg. Zijn vader had hem naar een goede school willen sturen in het Noorden vanwege de oorlog die hier gaande was. Rosie had er nog niet veel van gemerkt maar het scheen een paar staten verderop al erg heftig te zijn. Misschien was het maar beter ook dat Florian ging, dan was hij tenminste veilig. Een van de nadelen van de steeds leger wordende kamer, was dat Rosie niet langer om Brad heen kon. Ze sneakte snel de keuken in en begon aan de afwas om maar uit zijn buurt te blijven. Toen ze de helft van de berg had weggewerkt kwam Heather weer binnen. "Goed werk Rosie. Iedereen is vertrokken binnen behalve Miss Gallanger en haar vervelende zoon. Die blijven dineren. Zal ik de afwas van je overnemen dat jij gaat opdienen?" vroeg ze haar. Rosie schudde snel haar hoofd, voor geen goud wou ze bij die ijskoude tante en die gluiperd in de buurt komen. Na een uurtje was ze klaar en sjokte afgepeigerd naar haar hutje. Daar op haar hoofdeinde vond ze een briefje met erop 'Florian <3 Rosie' geschreven in een heel vertrouwd handschrift en al glimlachend viel ze snel in slaap.

De volgende dagen waren een hel voor Rosie. Brad was een echte pestkop en treiterde Rosie op iedere mogelijke manier. Ze kon die jongen ook niet ontwijken want overal en nergens dook hij op met zijn stekende opmerkingen en nutteloze klusjes. Het was alsof hij er een sport van maakte om haar te vernederen en hij liet haar zelfs de grond voor zijn voeten vegen zodat hij zich niet kon bezeren aan een steen. Rosie wenste dat hij degene was die naar het Noorden vertrok in plaats van Florian. Helaas was de baas een trouwe zuiderling en zag hij er niets in om zijn stiefzoon naar het 'hol van de leeuw' te sturen zoals hij het zelf noemde. Eigenlijk konden de opmerkingen haar niet echt deren want het enige waar ze echt verdriet om had was het naderende afscheid van Florian. Hij zou veilig zijn voor die oorlog, dat wist ze wel, maar toch? Ze hadden elkaar net gevonden, waarom moest hij nu ineens vertrekken. De oorlog kwam steeds dichterbij en het zou hier binnenkort gevaarlijk worden. Rosie merkte het aan Sir Budd en aan de dorpelingen als ze weer het dorp mee in moest. Iedereen was onrustig en proviand aan het inslaan voor als het ineens hier tot gevechten zou komen. Overal hingen pamfletten met daarop kreten als 'Het zuiden is van ons' en andere leuzen. Op het marktplein werden af en toe redes gehouden door waaghalzen die voor de afschaffing waren. Miss Gallenger was een kei in deze mannen zo vuil mogelijk aan te kijken en tierde en vloekte thuis als een kerel als ze zich beklaagde over haar dorpsgenoten tegen haar man. "Schande!" vond ze het dat fatsoenlijk blanken hun wilden ruïneren en ze wenste ze alle kwaads toe. Wanneer Rosie in de buurt kwam van zo'n redenaar probeerde ze altijd te luisteren maar je moest niet betrapt worden. De woorden van Heather waren helaas maar al te waar, Miss Gallanger hield ervan haar slaven te straffen. De slaaf die ook maar een ogenblik naar de prediker had gekeken was onmiddellijk en plein public afgeronseld. Hij had naar huis gedragen moeten worden en was als voorbeeld in een stoel op de veranda neergezet. Rosie werd al misselijk bij de gedachte aan dat soort praktijken. Miss Gallanger was een gemene en ze paste er voor op niet op te vallen. Wanneer ze op het marktplein waren en de wind goed stond hoorde je in de verte schoten en rook je de kruitdamp. Heel binnenkort zouden de gevechten hier komen en wanneer Rosie de geluiden hoorde trilde ze van huivering en ontzetting.

Nog een keer hadden Rosie en Florian afgesproken voordat ze elkaar voor een lange tijd niet meer zouden zien. De normale routine was weer aangenomen op de plantage, dus meer tijd dan haar pauze had ze niet om hem te zien. Ze sloop eventjes voor de gong zou klinken naar de heg en schoof de takken opzij. Florian had haar al verwacht en was druk bezig om de tafel in de tuin te vullen met het schrijgerei en lekkere broodjes. Ze stapte door de heg heen en liep op hem af. "Hallo Florian. Wil je me nu laten schrijven?" ze klonk enigszins teleurgesteld. Dat was niet wat ze van hun laatste moment had gehoopt. "Hallo lieve Rosie!" Hij rende op haar af en knuffelde haar. Een kleine glimlach van Florian deed het gezicht van Rosie al laten schijnen als de zon en nu stond ze in vuur en vlam. "Ik wil je leren een brief te schrijven. Ik ga binnenkort dus weg, voor een best lange tijd. Maar ik wil je niet missen. Dus ik wil je eigenlijk veel gaan schijven en zou het leuk vinden als je me ook terug zou kunnen schrijven." Rosie begon helemaal te glunderen. Hij zou haar schrijven en hij wou dat zij hem terug ging schijven! Ze ging dicht tegen Florian aan zitten zodat ze goed kon zien wat hij deed. Rosie vond het ook totaal niet vervelend dat ze zo steeds die grote sterke armen per ongeluk kon aanraken. Ineens begon de grond te trillen en een grote knal klonk. Rosie keek bang op naar Florian. "Dat zijn de troepen die komen om jou te bevrijden. Het zal niet lang meer duren of je bent ook een vrije meid. Wees dus niet bang als je dit hoort, maar juist blij." Florian probeerde Rosie op te vrolijken, al wist hij ook wel dat het moeilijk zou zijn. Oorlog was nou eenmaal niet leuk en de kans was best aanwezig dat ze elkaar zouden kwijtraken, maar beiden hielden deze gedachte voor zichzelf. "Zal ik je nu leren hoe je zegt dat alles goed gaat?" Het was een subtiele overgang naar het schrijven om hun gedachtes bij iets positiefs af te leiden. Rosie knikte en ze gingen verder met schrijven. Ze leerde wat standaard zinnetjes en kreeg een bundeltje enveloppen en postzegels van Florian, waar hij voor haar al overal zijn adres had opgeschreven. "Ze moeten wel op hè Rosie. Ik wil alles van je weten als ik weg ben. Dan lijkt het net alsof je toch een beetje bij me bent." Rosie beloofde het maar was stiekem bang dat hij haar zou vergeten. Florian leek haar angst aan te voelen en zoende haar op het voorhoofd. "Ik vergeet je heus niet hoor..." en zo zaten ze nog eventjes tegen elkaar aangeleund in de zon. De schaduw van de bomen begon langzaam te verdwijnen wat voor hen een teken was dat de zon over zijn hoogtepunt heen was. De pauze zou snel weer ten einde zijn en Rosie zou terug moeten om naar het dorp te gaan. Florian opende het gesprek om een afscheid te forceren. "Rosie, je pauze is bijna voorbij. Je moet zo weer terug. Ik vind afscheid nemen heel moeilijk en eigenlijk kan ik er niks van. Toch wil ik je vaarwel zeggen. Ik zal je missen Rosie. Ik zal je veel schrijven. Een jaar is zo over. Ik wil je ook een belofte doen. Wanneer ik terugkom zal ik je nooit meer alleen laten. Samen gaan we ergens heen en maken het ons eigen thuis. Dat meen ik echt hoor Rosie. Ik hou van je en we gaan samen ergens naartoe waar we gelukkig kunnen zijn." Bij de laatste woorden van Florian hield Rosie het niet meer droog en viel snikkend in de armen van Florian. "Ik zal je zo missen..." bracht Rosie tussen de tranen uit. Florian gaf haar een kusje op haar zwarte krullenbol ten troost. "Rustig maar. Het komt allemaal goed. Ik ga leren daar in het noorden en kom snel weer terug, heel slim. Je moet alleen sterk zijn. Beloof je me dat? Zul je sterk zijn?" Rosie knikte. Ze deed een stap achteruit, haar hele wangen waren nat van de tranen. Ze keek eens lang in de mooie blauwe ogen van Florian. Plots gaf ze hem een zoen op de wang, draaide zich om en rende richting haar hutje. Ze zag niet meer hoe achter haar Florian ook in tranen uitbarstte en op de grond ineen zakte. Hij zou haar net zo missen als zij hem."


24 651 + 2 400= 27 051, (15 246 + 1 545 =16 791 )