Nieuws:

Je vindt onze discordserver hier!

Hoofdmenu

Shaddow & Kaasje

Gestart door Jnusch, 24 augustus 2009, 11:36:44

Vorige topic - Volgende topic

Jnusch

In de verte zag hij dan eindelijk hun bestemming liggen. Hoeveel nachten waren ze nu al onderweg? Hij wist het niet - de tel was hij al dagen geleden kwijtgeraakt. De stekende pijn in zijn been was naarmate hun reis vorderde steeds erger geworden en hij hoopte dat er in het dorp iemand zou zijn die het kon genezen. De afgelopen week waren ze gedwongen een aantal keer per dag te stoppen, enkel om zijn verbanden te verschonen. Ook nu voelde hij het bloed aan zijn been plakken, nat en warm. Als het aan Jokull had gelegen was hij vervoerd op de wagen, iets waartegen hij hevig had geprotesteerd. Hij was zich er terdege van bewust dat het hen ernstig zou afremmen en uiteindelijk was dat dan ook het enige wat de rest ervan kon weerhouden hem niet eenvoudig weg vast te binden. Tijd was kostbaar en ze waren niet rijk. In tegendeel, elke dag leek korter dan de voorgaande en dat was goed voelbaar aan de stijgende spanning. Wat als ze niet op tijd waren?

Kaasje

Aiden verzamelde al zijn wilskracht en probeerde zijn pas te versnellen. Ze moesten sneller zijn. Het dorp kwam dichterbij en de wond in Aidens been begon meer pijn te doen. Jokull zag het. "Aiden, het gaat niet zo. We moeten langzamer gaan, leg je been op de kar". "Daar hebben we geen tijd voor. We moeten hem zien, hij is de enige die ons kan vertellen wat er aan de hand is!". Ze liepen door het dorp en weer versnelde Aiden. Af en toe keek hij in een huis, maar het dorp was verlaten. Aan het einde van het dorp doemde een kerk op. Hun eindbestemming... De pijn in Aidens wond leek verdwenen. Hij rende met volle snelheid de kerk in en hield pas op met rennen toen hij bij het altaar was. Jokull liep rustig achter hem aan. "We zijn op tijd. Hij kan elk moment komen." Op dat moment klapten de deuren van de kerk dicht. "Wat gebeurt er?" zei Aiden, en hij wilde naar de deur toe lopen. Jokull hield hem tegen. "Wacht. Hoor jij dat ook?" Aiden luisterde. Een zoemend geluid leek vanuit de richting van de deur steeds dichterbij te komen. "Zoeken jullie iemand?" Met een ruk draaide Aiden zich om en keek hij recht in de ogen van een jongen die achttien jaar oud leek. "Het orakel." Stamelde Jokull en de jongen grijnsde. "Aangenaam kennis te maken, en jullie zijn?" "Aiden en Jokull. We zijn hier voor antwoorden." Het orakel knikte. "Dat had ik al begrepen." Aiden greep naar zijn been. Hij voelde de pijn weer, en hij was erger dan ooit tevoren. Het orakel keek naar de wond. Liep erheen en raakte de wond aan. Even werd het zwart voor Aiden's ogen. In een flits dacht hij terug aan wat er gebeurd was. Het ging allemaal zo snel.

Er was weer een aanval geweest, maar hij was anders dan de andere aanvallen. De meeste aanvallen had hun stad makkelijk kunnen afslaan. Hun stad was bekend als een van de best verdedigde steden. Misschien dat ze daarom hun stad hadden aangevallen. Aiden was er goed van afgekomen. Iedereen behalve hij en zijn broer was bruut afgeslacht en verbrand. De geur van brandende lijken en menselijk vlees was onverdraagzaam geweest, maar Jokull en hij waren ontsnapt. Door één van de geheime gangen van het paleis, waar zij opgesloten waren. Iedereen die ze gekend hadden was dood, niet alleen hun vrienden, maar hun hele ras. De duistere wezens hadden hen gemarteld, hen een pijnlijke dood laten sterven en laten schreeuwen hen te vermoorden. Ze waren goed voorbereid. De ontsnappingspoging was dan ook bijna mislukt, want toen Aiden de geheime gang in liep, schampte een pijl van één van de wezens zijn knie. De pijlen bevatten een gif, zo sterk dat je er jezelf op kapotmaakt. Je wilskracht wordt zal er groter door worden en dat zal dan ook je dood worden. Vadere ad letum, noemde ze het: Gaan tot de dood.

De jongen haalde zijn vinger van de nu geheelde wond af en dacht na. "Jullie willen weten waarom deze aanval zo goed voorbereid was, nietwaar?" Zei hij na een tijdje. Jokull en Aiden knikte en de jongen dacht weer na. "Jullie magie vervuilt de wereld" Antwoordde hij toen, volkomen onverwachts: "Kennen jullie de oorsprong van de wezens?". "Ja, ze komen uit het Chaosrijk" Kwam er als antwoord na een tijdje nagedacht te hebben. "Juist!" De jongen glunderde: "Dat heb je heel goed gezien! Chaosrijk! Kun je me vertellen, wat weet je over dit duistere rijk?". Aiden en Jokull waren even stil. Wat was dit? Waarom leek het orakel hen niet te helpen? Ze dachten even over de vraag na en haalden toen hun schouders op en er viel een stilte. "De duistere wezens die jullie ras uitgemoord hebben, zijn doden. Lijdende doden", De jongen verbrak de stilte. "Dus... Dus daarom martelde ze iedereen? Omdat iedereen die lijdt voor het sterven zich bij het Chaosrijk aansluit?" Concludeerde Jokull: "Wat kunnen wij hiertegen doen?". De jongen glimlachte weer naar de twee. "Je moet begrijpen, dat hun laatste levensuren uit niets dan lijden bestonden. Als een mens zo lang lijdt en dan sterft, kan hij zich niet meer herinneren hoe het is om zonder pijn te leven. Als ze dan zien dat er mensen zijn die niet lijden, vinden ze dat zij ook moeten lijden. Ze zijn constant erop uit om anderen hun pijn te laten voelen. Stop met jullie magie. Magie schijnt de ergste vorm van de dood te veroorzaken, dus ook personen die jullie doden zullen zich bij het schaduwrijk voegen" De jongen scheen langzaam te verdwijnen: "Leer een nieuwe soort magie en gebruik hetgeen wat jullie nu hebben met mate, pas dan is het Chaosrijk kwetsbaar".
De jongen werd steeds vager. Met open mond keken Aiden en Jokull toe. Zelfs toen er niets meer over was van het orakel, stonden ze daar nog, zij aan zij, op elkaar aangewezen.




176 + 824 = 1000
DIES IRAE DIES ILLA
CALAMITATIS ET MISERIAE DIES MAGNA ET AMARA VALDE