Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.

Gestart door Lianne, 16 januari 2009, 17:11:04

Vorige topic - Volgende topic

Amilmarith

Het was op die plek dat ze wat uitrustte. Rust die lange tijd was ontkent, maar nu echt nodig was. Nordin besefte dat het geen nut had om aan te dringen op de rest van het verhaal, het zou komen, maar nog niet nu. In de opening van de grot rustte ze twee dagen. Ze profiteerde daardoor door het beetje licht dat door de opening naar binnen viel, voordat ze totaal de duisternis ingingen. Nordin merkte dat Avelin vriendschappelijke met hem omging, minder afstandelijk dan eerst. Het verschil zou voor iemand van buitenaf niet te merken zijn geweest, zo klein was. Toch voelde Nordin zich er beter door. Na die twee dagen van rust gingen ze verder. Het duurde niet lang of de tunnel werd helemaal zwart. Ze liepen met hun handen tegen de wand, zodat ze wisten waar ze heen gingen. Om hun handen niet kapot te maken, handen ze hun handen gewikkeld in stukken leer. Al snel bleek hoe slopend de stenenwand was. De twee lagen leren waren na enkele dagen door gesleten. Ze waren gedwongen om nieuwe te maken van delen van hun kleren. 's Avonds probeerde ze wat eten klaar te maken bij een klein vuurtje, dat nooit langer dan een uur brandde. Ze wisten niet hoelang ze nog in de tunnel zaten, dus ook niet hoelang ze met het eten, drinken, hout zouden moeten doen.
Na een paar dagen merkte Nordin dat hij de moed begon te verliezen. Hij werd wanhopig. Depressief. Al die tijd was het donker geweest, behalve die enkele schaarse momenten van licht van het vuur. De duisternis begon vat op hem te krijgen. Zijn gedachten werden negatief. Hij snapte niet waarom hij er nog mee door ging. Het was een tunnel zonder einde. Juist op dat moment begon Avelin tegen hem te praten. Alsof zij zijn stemming aan kon voelen. Nordin besefte dat, dat het misschien ook wel was.
"Je moet niet denken dat je de enige ben. Ik voel de duisternis ook op me drukken. Waarschijnlijk nog erger dan jij, maar we lopen goed. Ik voel het. De Zwaarden roepen me." Het waren slechts enkele woorden, toch maakte het juist die woorden dat Nordin zich zoveel beter voelde. Die kleine steunbetuiging. Hij besefte dat het niet het goeie woord was. Het was meer iets in de richting van dat hij niet alleen was, maar voor haar was het nog veel erger. De openheid van haar gevoelens lieten echter wel zien. Tegen de middag, in ieder geval dat dachten dat dachten ze, besef van tijd waren ze enkele dagen geleden al verloren, begon Avelin te vertellen.
"Ik was het niet die de Zwaarden verstopte. Neen. Ik heb een tweeling zus. Moge iedereen haar vervloeken. Op de bewuste dag had ik de eerste vlag in de brand gezet. Hij brandde mooi. De oorlog was begonnen. Ik was op weg naar de schuilplaats. Hij was niet zoals jij hem kent, hij was toen nog stukken kleiner. Slechts geschikt voor twee personen. Ik en mijn zus." Ze zweeg. Er viel een pijnlijke stilte. Nordin merkte in het donker hoe Avelin probeerde zichzelf weer in de hand te krijgen. Hij hoorde een traan vallen op de stenenvloer.
"Het was het domste wat ik ooit gedaan heb." Sprak ze zachtjes met verstikte stem. "Ze stond me op te wachten. Niet zoals normaal, vriendelijk lachend, vragend hoe het was gegaan. Neen. Er lag een kwaadaardige grijns over haar gezicht. Toen ik eenmaal binnen was sloot de deur zich automatisch. Iets wat voorheen nog niet kon. Ik besefte meteen dat er iets mis was, maar ik kon er niets aan doen. Ik kon niet meer weg. Vanaf het plafon zakte een drietal mannen naar beneden. Ze bonden me vast, maar bleven van de Zwaarden af. De kracht die daarin verscholen lag, maakte ze niet instaat om de Zwaarden aan te raken. Ze waren aan mij gebonden. Tot mijn verbazing kon mijn zusje ze wel pakken. Geboren uit hetzelfde bloed." De laatste woorden kwamen bitter uit haar mond. "Soepel zwaaide ze met de Zwaarden voor mijn ogen langs. Gewoon om mij te pesten. Ze lachte me uit. Hoonde over het feit dat ik ook maar iets goeds wou doen, dat ik ook maar dacht dat ik zelfs maar iets kon doen. Al die tijd lag ik daar. Gekneveld, verlamd van de pijn. Denkmaar niet dat ze zachtjes met me omgingen. Neen. Daarna weet ik niets meer. Ik moet bewusteloos zijn geraakt." Avelin zweeg. Nordin voelde de pijn die ze met zich mee droeg. Pas nu begon hij goed te beseffen hoe zwaar ze het had gehad. Voorzichtig kwam hij naast haar lopen.
"Ik werd wakker. De pijn sneed door mijn hele lichaam. Het enige voordeel was dat ik niet meer gebonden was. Het waren kennelijk dure, kostbare touwen geweest. Ook kon ik naar buiten. Waarschijnlijk dachten ze dat ik dood was. Ik begon opnieuw, maar in het begin wantrouwde ik iedereen. Uiteindelijk groeide het verzet weer. Ik sloot me af, had geen behoefte aan de mening of ideeën van andere mensen. Had voldoende aan mijn eigen pijn. Echter toen jij de pijl in de vlag schoot deed mij dat denken aan mijn eerste eigen daad. Ik besefte dat we op weg moesten gaan, opzoek naar de Zwaarden." Avelin zweeg en het bleef stil. Haar verhaal was klaar. Nordin pakte voorzichtig haar hand. Om te laten zien dat ze niet alleen was, om zijn steun aan haar te betuigen. Nu, nu ze het nodig had. "Je bent niet alleen. Het komt allemaal goed." Fluisterde hij zachtjes. Meer tegen de rosten om hem heen dan tegen Avelin.

Enkele minuten later zagen ze licht. "Avelin. Kijk!" Schreeuwde Nordin. Hij begon alvast te rennen, hij wou licht, geen duisternis meer. Maar Avelin hield hem tegen. "Ik denk niet dat dit de opening is die we zoeken." Was haar enige commentaar. Nordin ging langzamer lopen. De lichte gloed breidde zich langzaam uit.


Woorden: 988
Totaal: 7595