De volgende dag begon het ritueel al vroeg. Het hele dorp was bij de Zwaardvechtschool, niemand wilde het ritueel missen. Jake was met Ayden meegegaan. “Goed. Het ritueel is een vrij heilig gebeuren hier. Doe gewoon precies wat de meester zegt, en alles moet goed gaan.” “Ok.” De meester kwam nu ook de kamer binnengelopen. “Ah Ayden, je bent er, mooi, mooi. Lekker geslapen?” Ayden knikte. “Mooi, mooi. Dit wordt een mooie dag.” De meester glimlachte. “Goed, goed. Laten we maar beginnen. Ben je klaar?” Ayden knikte. “Ik ben klaar.”
Ayden en de meester kregen een groot applaus van de dorpsbewoners. “Dames, heren. We zijn hier bijeen om een ritueel uit te voeren. Ayden hier was tot voor kort nog een normale jongen, maar over enkele uren, zal hij een Wyrdfreca zijn!” het publiek juichte harder. Ayden wist wat een Wydrfreca was. Het was een soort elite van dit dorp, en elders in deze wereld. Wyrdfreca werden gezien als de dapperste, sterkste krijgers. “Laten we beginnen.” Zei de meester met een glimlach en hij liep naar achter.
De meester kwam terug met iets wat nog het meeste leek op een glazen urn. In de urn vloog een klein blauw bolletje heen en weer. Ayden herkende het. Het was een ziel. “Ayden, dit is de ziel van een Wyrdfreca. Deze Wyrdfreca is gestorven op het slagveld, net zoals jij ooit zal sterrven op het slagveld, het slagveld des levens. Neem deze ziel en laat de kracht van de Wyrdfreca de jouwe worden.” Ayden nam het potje aan. Zielen eten was niet moeilijk, maar het was vrij gevaarlijk als je het niet goed deed. Eerst moest je het flesje naar je mond toe brengen, zodat de ziel niet kon ontsnappen. Vervolgens kon je het flesje openen, waarna de ziel je mond in schoot. Ayden had wel eerder de ziel van een konijn op, waarmee ze geoefend hadden, maar deze ziel was anders. Ayden voelde zijn lichaam warmer worden, en plots voelde hij zich sterker en sneller dan ooit tevoren. De meester gebaarde hem te knielen en pakte het zwaard van de muur.
Ayden knielde, en de meester hief het zwaard op. “Bij deze verklaar ik U”, hij sloeg zachtjes op de linker schouder en hief het zwaard opnieuw op. “Tot een van de Wyrdfreca.” De meester sloeg met het zwaard op de rechterschouder van Ayden en gebaarde hem omhoog te komen. “Ayden, neem dit zwaard, Wyrmsweord, aan als geschenk. Moge Wyrmsweord je leiden door moeilijke tijden. Laat dit zwaard het licht zijn aan het eind van de tunnel. En vergeet nooit. Waar je ook bent, wat je ook doet. Wij staan achter je.” Ayden glimlachte. “Bedankt.” Jake kwam aangelopen en sloeg Ayden op zijn schouder. “Zo, een echte Wyrdfreca! Wat je nog wel niet voor mekaar kan krijgen als je ergens tegen je wil bent, niet? Wel, ik heb meer goed nieuws voor je. Ik heb een manier gevonden, we kunnen je thuis krijgen! Kom mee, dan leg ik het je uit.” Jake liep weg en Ayden volgde hem. Samen liepen ze naar het dorpshuis, waar Charles al bij de deur stond te wachten. “Ah, Ayden. Gefeliciteerd! Een echte Wyrdfreca, wow. Goed gedaan jongen! Kom, volg me naar de bibliotheek.”
De bibliotheek was groter dan Ayden ooit had gezien. De boekenkasten reikten tot het plafond, dat zeker 5 meter hoog was. “Je kan je misschien wel voorstellen dat het even duurde voordat we het juiste boek gevonden hadden, maar hier is het dan.” Charles wees naar een boek dat op de tafel lag. “Het is het dagboek van Brian Robinson. Het wordt door veel mensen gezien als een sprookjesboek, maar nu we het beter gelezen hebben lijkt het meer waarheid te bevatten dan we dachten. Het is niet geheel ondenkbaar dat deze man ooit in dezelfde situatie zat als jou, Ayden. We hebben de informatie in dit boek vergeleken met informatie uit anderen boeken, en we zijn er vrij zeker van dat er een portaal is in het bos, dat je weer terug zal brengen naar je eigen wereld. Jake weet waar het is, hij zal je leiden.” Charles gaf Ayden een vriendschappelijke tik op de schouders. “Het is zover jongen. Je gaat naar huis toe!” Charles wachtte even, alsof hij nadacht. “Maar weet wel, dat je hier altijd welkom bent. Het ga je goed, Ayden.”
Het duurde niet lang voor Ayden en Jake voor de ingang van het bos stonden. Jake was nog even langs de magieschool gegaan om kruiden te halen, en Ayden had nog even afscheid genomen van de Meester.
In het bos was het, in tegenstelling tot de vorige keer dat Ayden het bos bezocht, niet donker. Het duurde dan ook niet lang voordat Jake plots stilstond. “Het is hier vlakbij. Wacht hier.” Jake liep iets verder, keek om zich heen en gebaarde Ayden dat hij kon komen. Het pad waarover ze heen waren gelopen had plaatsgemaakt voor dichtgegroeide bossen. “We moeten hier doorheen. Kom op, laat je zwaardvechtkunsten eens zien!” zie Jake enthousiast en al snel hakte Ayden zich een weg door de struiken, met Jake vlak achter hem. Na een paar minuten hakken, kwamen ze aan bij een open plek. “Ah, de open plek. Hier ergens moet het zijn.” Jake liep verder, de open plek op. Even dacht Ayden iets te zien in zijn ooghoeken, even dacht hij geritsel te horen in de bosjes aan de overkant… Nog een seconde later bleek dat hij gelijk had. Uit de bosjes kwamen zwarte wezens gerend, die Ayden maar al te goed herkende… “WEERWOLVEN!” riep Jake hard, en hij rende Ayden’s kant op. Ayden grijnsde. Open plek. Weerwolven. Dit kon nog leuk worden. Hij drukte zijn handpalmen tegen elkaar en richtte de opening die ontstond naar de wolven. “FYRWYLM!” schreeuwde hij en hij voelde zijn handen heter worden. De weerwolven keken hem enigszins verbaasd aan. Het kon toch niet dat hij vuur ging gebruiken? Wist hij dan niet dat de huid van weerwolven geen brand kon vatten? Aydens handen werden warmer, de wolven kwamen dichterbij. Ayden grijnsde. Vlug maakte hij het gebaar dat nodig was om de spreuk te activeren. Het was vrij simpel, een beetje draaien met handen, wat mikken, en klaar. Een vlaag van vuur schoot uit zijn handen, richting de wolven. De wolven leken te schrikken, ze wilden vluchten, maar het vuur was sneller. Jake kwam naar voren gesneld, met zijn zilveren dolk in de aanslag. Het vuur had plaats gemaakt voor een rookgordijn, maar Jake wist goed genoeg waar hij op moest letten. Binnen een paar seconden zag hij het eerst silhouet van een weerwolf, een paar tellen later zat zijn dolk in diens hart. Ayden had nu ook zijn Wyrmsweord gepakt. Het was een wapen was ook van zilver gemaakt, in tegenstelling tot de meeste andere wapens en kon dus ook aanzienlijke schade aanrichten aan de wolven. Het duurde niet lang voordat alle weerwolven dood waren en de rook weer weg was. “Goed. Je zei dat het in de buurt was, weet je waar?” Jake liet zijn blik gaan over de open plek. “Hier ergens moet het zijn. Je kan het herkennen aan de tekens in de grond. Ayden, gebruik anders je magie.” Ayden keek naar de lucht en sloot zijn ogen. “geosceaft” mompelde hij zachtjes, en hij herhaalde het, steeds harder, tot hij het uiteindelijk zo hard als hij kon uitschreeuwde. Pas toen opende hij zijn ogen. Hij zag Jake iets verder knielen in het gras. “Hier is het!” riep hij, en Ayden liep op hem af.
Het portaal bestond uit een paar vreemde tekens op de grond, geplaatst in cirkels. “Dus, dit is het portaal. Hoe activeren we het?” Jake keek om zich heen. “Laat mij maar.”
Er klonk gerits in de bosjes. “Hoor jij dat ook?” Ayden keek Jake strak aan. “Meer weerwolven. We moeten opschieten.” Jake had gelijk. Van alle kanten kwamen nu weerwolven aangerend. “Ayden, kijk of je ze van me vandaan kan houden. In de verhalen staat dat dit kan gebeuren. Als het portaal geactiveerd is, zullen ze vluchten.” Ayden keek om zich heen. Hoe ging hij dit doen? “BEWERIAN” riep hij zo hard als hij kon, en een groen uitziende bol van energie begon zich om hen heen te vormen. Het zou vormen als schild, en de Weerwolven even tegen houden, maar niet voor lang. Hopelijk was het genoeg…
De wolven vochten verder. Het schild begon steeds meer deuken te krijgen, en Ayden werd steeds vermoeider; lang kon hij dit niet meer volhouden. Jake was druk bezig met vreemde woorden prevelen, heen en weer lopen, tekens met elkaar te verbinden en dergelijke. Ayden voelde zijn energie minder worden. Hij moest iets doen en snel, anders kon het niet doorgaan. Hij keek om zich heen. Daar. Een lijk, van een Weerwolf. Hij moest het proberen. Hij rende op het lijk af, met moeite zich nog op het schild concentrerend. Eindelijk kwam hij daaraan. Goed, de ziel, het moest eruit. Maar als hij dit deed, zou hij het schild los moeten laten. Het moest maar. Ayden haalde diep adem.
“Beon.” Het lijk van de weerwolf begon iets te gloeien. Het schild verdween, de wolven kwamen dichterbij.
“Freo.” Een plek iets onder het hart van de weerwolf gloeide rood op. De wolven waren nauwelijks een paar meter verwijderd van Jake.
“SAWOL!” een rood bolletje vloog uit het lichaam van de weerwolf. Ayden ving het in zijn mond en slikte het door. Plots voelde hij zich ineens een stuk wakkerder, alsof al zijn energie weer terug was. Hij moest snel zijn. “OFOST AGALAN!” schreeuwde hij en hij rende met onmenselijke snelheid naar voren. Hij kwam net op tijd aan bij Jake, net voordat de wolven aangekomen waren. Hij moest een spreuk gebruiken, en snel. De wolven moesten weg. Ayden voelde hoe een woord door zijn keel omhoog ging. Hij voelde zijn lichaam warmer worden. Het was net als of hij niet meer de controle had over de magie, maar de magie de controle nam over hem.
De wolven kwamen dichterbij. Het duurde niet lang of de wolven waren dichtbij genoeg om Ayden en Jake aan te vallen.
“AFARAN!” Ayden schreeuwde het woord met al zijn kracht. Even leek het alsof er niks gebeurde. De wolven grinnikten en kwamen dichterbij. Toen voelde Ayden een klein windbriesje door zijn haren. Er klonk een knal, een explosie. Een enorme lading energie vloog uit Ayden. Ineens was al zijn energie weg. Door de enorme energie vlogen de wolven door de lucht. Sommige wolven landden iets verder op het open veld, andere wolven vlogen ver door de lucht, het bos in. Jake glimlachte. “Het is klaar.” Jake en Ayden zetten een paar stappen naar achter. De tekens op de grond gloeiden rood op en leken op te stijgen uit de grond. Ze cirkelden om elkaar heen, steeds sneller, tot het uiteindelijk leek alsof ze helemaal stil stonden. De cirkels leken nu een soort poort te vormen. De ruimte tussen de runen verdween en maakte plaats voor niets meer dan pure duisternis.
“Daar zijn we dan. Je kan weer naar huis.” Jake glimlachte voldaan.
“Bedankt. Bedankt voor alles. Zonder jou was dit nooit gelukt.”
“Ach, geen dank. Wel, ik denk dat dit het is, niet. Ik denk niet dat we elkaar ooit nog zullen zien.”
Ayden dacht even na. Hij voelde in zijn zak en haalde zijn portefeuille eruit. Na even zoeken haalde hij er een amateuristisch uitziend visitekaartje uit.
“Mocht je ooit in mijn wereld komen, dan kan je me opzoeken.” Ayden glimlachte en stapte naar het portaal toe. “Vaarwel.”
Jake knikte. “Vaarwel.”
EINDE
Proloog: 597 woorden.
Hoofdstuk 1: 904 woorden.
Hoofdstuk 2: 1137 Woorden.
Hoofdstuk 3 (sortoff): 1145 Woorden.
Hoofdstuk 3 (vervolg, sortoff): 710 Woorden.
Hoofdstuk 3, 4 & einde: 1927
Totaal: 6420 woorden.