Weerwolven van Wakkerdam

Alleen voor de beheerders => Verhalenwedstrijd => Verhalen => Prullenbak => Archief => Topic gestart door: Lianne op 16 januari 2009, 17:11:04

Titel: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 16 januari 2009, 17:11:04
Proloog:

Lang gerekte paden strekte zich voor haar uit, ze gingen vele kanten op, bevatte vele kronkels. Snel haastte ze zich over de paden, vluchtend voor het gevaar dat haar achterna kwam. Zelfverzekerd sloeg ze het ene pad na het anderen. Paden waar mensen dagen,weken, misschien maanden rond hadden gezworven, voor ze de dood hadden gevonden. Haastig rende ze door en door, niet lettend op de verschrikkingen die naast het pad lagen, niet wetend of het gevaar haar nog achtervolgde.
Eindelijk bereikte ze de kern, een grote donkere plas sierde de binnenplaats van de zwarte vlakte. Het water strekte zich voor haar uit, water dat was vergiftigd door het afval van de fabrieken. Chemisch afval. Het afval vernietigde alles, ook de paden waar ze door heen was gevlucht. Het was namelijk niet wanhoop, voedsel gebrek of uitdroging, wat de mensen hadden gedood. Neen, het waren de giftige, vernietigende stoffen die uit de pijpen van de zovele fabrieken kwamen. De ooit zo mooie aarde, had een ijzeren harnas gekregen. Deze duistere, vervuilde plek was een goed voorbeeld van wat de fabrieken hadden veroorzaakt, tevens was het haar thuis. 

by Amilmarith
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 16 januari 2009, 17:35:10
  Vluchtig keek ze om zich heen, niemand was te zien. Toch wist ze dat ze niet alleen was. Er waren ogen op haar gericht, niet één paar, vele paren. Ze waren stuk voor stuk verbinden met elkaar. Geritsel verder op in het gras verraadde waar één van de zovele verborgen zat. Ze nam niet de moeite om die ene te besluipen, hij wist waar ze was. Geruisloos pakte ze haar twee zwaarden, die daarvoor gekruist op haar rug hadden gehangen. In een snelle flits lagen er twee ijzeren helften sissend en knetterend op het gras. Er kwam donkere rook vanaf. Ze zuchtte. Echt een oefening waren ze niet. Ze zouden nu tijdelijk verzwakt zijn door het uitvallen van één van de ijzeren schepsels, tijdelijk zouden ze niet in staat zijn om zich te verroeren. Van die extra tijd maakte ze snel gebruik om weg te komen. Voorbij het zwarte water. Ze werd in het bos opgeslokt, althans, wat daarvan over was. Onvindbaar.Haar doel was bereikt. Het begin van de geheime oorlog was begonnen. De eerste vlag had vlam gevat. Mochten er nog vele volgen. 


by Amilmarith
woorden: 371
 
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 17 januari 2009, 12:40:25
Begin van verhaal:

Met zijn hoofd nog bij de groep waar hij net van weg was gegaan liep hij over de gore paden. Overal lag afval, geen groen grasprietje te bekenen. Overal waar hij keek was rook van fabrieken, de lucht, die ooit blauw was geweest met witte wolken, was nu een grijs geheel. Hij haalde zijn pijl en boog van zijn rug, de boogschietbaan lag voor hem, aan het eind de roos. Hij legde aan, keek, keek nog eens, mikte en schoot. Net niet in de roos. Boven de baan wapperde een vlag, die van de regering, waar iedereen bang voor was. Hij haalde zijn pijl terug en ging verder met oefenen, die roos, dat was zijn doel. Een keer in de roos, dan zou hij weggaan. Maar in plaats van in de roos te schieten liep het anders. Zijn carriëre als ondergronds verzetsstrijder, liep in het duizend. Hoewel de autoriteiten wisten dat hij lid was van de verzetsbeweging hadden ze nog geen aanleiding gehad om hem op te pakken. Nu wel.
Zijn pijl was verdwaald en in de vlag blijven steken. Een schok ging door zijn lijf, hij rende weg, zijn boog nog in zijn hand. Wetend dat hij niet ver zou komen.
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 18 januari 2009, 21:56:45
Achter hem waren schoten te horen, niet dichtbij, maar ver genoeg om hem binnenkort te raken. Hij wist dat het geen zin had om een pijl op zijn boog te leggen en hem af te schieten, het was nutteloos. De mensen die op hem jaagden hadden meer van robots weg dan van mensen. Volledig ingepakt met veiligheidsvesten en platen, zorgden ervoor dat ze onverslaanbaar waren. Neen, dat waren ze niet, maar wel voor enkel een pijl en boog. De wapens die ze bezaten had het verzet vanaf het begin af aan afgekeurd, het waren dezelfde producten van de fabrieken. De fabrieken die alles vernietigden. Nordin keek naar het pad onder hem. Zwart van het roet, vergiftigd door de stoffen. Zijn voeten vlogen eroverheen, zo snel als hij kon. Wetend dat hij zo snel mogelijk het bos moest zien te bereiken, het bos bij het meer.
Weer hoorde hij schoten, ze waren dichterbij. Slechts een paar seconde later voelde hij een vlammende pijn door zijn arm trekken. Het was waar, hij was getraind op pijn, getraind om het te negeren en door te gaan waar hij mee bezig was, maar deze pijn. Hij kon het nergens meer vergelijken. De huid eromheen brandde, hij voelde het bloed uit de wond komen. Zonder te stoppen gunde hij zich een snelle blik op de wond. Er zat een gat in zijn arm, zijn arm waarmee hij zo vertrouwd de pees van zijn boog spande voor een schot. Nu was zijn arm geraakt door een schot, door een wapen dat veel meer schade aanrichtte dan zijn boog. Dit was het moment dat zijn noodplan in werking gesteld moest worden, ze mochten hem niet krijgen. Nog steeds werd erop hem geschoten.
Hij gilde, gilde zo als hij nog nooit gedaan had. Gilde als een meisje, als een vrouw in doodsnood. Dat alles zonder dat hij stilhield. Hij rende langzamer, enkel om het bedrog op te houden, zodat zijn voetstappen niet horen waren. Het duurde lang voordat het effect van zijn geschreeuw merkbaar werd. De schoten werden minder. Ze dachten dat hij dood was, of in ieder geval zwaar verwond. Toen het uiteindelijk helemaal stil was gunde hij zichzelf de rust om zijn shirt van simpel linnen uit te trekken. Hij wond het om zijn geworden arm heen, verbeet zich tegen de pijn. Langzaam zette hij zijn weg voort, het meer voorbij, het bos in. De schuilplaats van het Verzet.

Totaal woorden: 975
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 20 januari 2009, 19:30:14
Voor zijn netvlies wapperde nog steeds de vlag, vuurrood en zwart met de pijl erdoor. De vlag terroriseerde al eeuwen het leven van iedereen, het was een soort symbool van onvrijheid. De onvrijheid waar hij al sinds zijn twaalfde tegen vocht. Nu had hij een groot probleem, de autoriteiten zouden niet rusten tot ze hem te pakken zouden hebben. Hij moest ondergronds blijven, stoppen met boogschieten. Zijn naam veranderen, zijn haar anders laten knippen. Alles moest anders, hij begon al met zijn oude ik af te stropen.
De grond onder zijn voeten werd steeds meer bladeren, hij liep het bos in. Naar de geheime schuilplaats waar hij al zo vaak was geweest, die van het Verzet. Hij liep nu rustiger, de pijn in zijn arm was erg. Hij probeerde het te negeren, dat ging niet erg goed. De kogel brande. Het leek alsof ze de kogels steeds gemener maakten.
Met zijn handen zocht hij de bodem af naar de ingang van de ondergrondse tunnel die naar hun open ruimte leidde. Na even zoeken voelde hij de vertrouwde sensoren zijn handen aflezen, toen kon hij het deksel opentrekken en zich naar binnen laten glijden.
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 20 januari 2009, 20:05:40
De tunnel duurde nog even voort, ijzeren balken ondersteunde de betonnen bovenkant. Het was iets waar veel protest over was geweest, evenals de sensoren. Het was technologie. Na lange discussies hadden ze uiteindelijk besloten dat het noodzakelijk was voor de bescherming van het Verzet. Dus nu was ook hun schuilplaats beveiligd met super moderne technologie.
Van beneden hoorde hij geschuifel en gerommel, zachte stemmen in een hevige discussie. Beneden aangekomen keken ze allen op. Licht geschrokken blikken namen hem op, enkele schoten meteen weg om verband te halen. Ze gebaarde hem te gaan zitten. Nordin deed wat hem was opgedragen. Hij liet zich zakken in één van de weinige stoelen. Mensen schoten naar hem toe, maakte zijn shirt voorzichtig los van de wond. De pijn brandde ontzettend. Een kleine verdoving. Enkele minuten was zijn arm gevoelloos. Hij voelde nog wel dat er mijn in zijn arm zaten te porren en te pielen. Ze moesten de kogel zien te vinden, voordat ze hem weer konden verbinden. Hij liet ze hun gang gaan, er was niets wat hij kon doen. Later moest hij zijn verhaal houden, dat was duidelijk. Zijn blik ging door het vertrek, klein, maar toch ook niet. Leeg zou het een reusachtige ruimte zijn geweest, maar nu herbergte het veel mensen. Het was de leefruimte van het Verzet, een keuken en een paar tafels en stoelen. Het was lang niet genoeg, meestal zaten mensen daarom op de grond. Aangrenzend van de leefruimte waren twee slaapkamers, één voor jongens en één voor meisjes. Niet iedereen van het Verzet leefde er, dat zou onmogelijk zijn qua ruimte. Ook zouden ze dan geheel afgesloten zijn van de rest van het Rijk. Geen nieuws. Het was algemeen bekend dat de kans op verraad ook kleiner zou zijn, maar dat moesten ze maar voor lief nemen. Een groot aantal mensen hielpen hun namelijk wel, maar wisten niet waar de schuilplaats was. Zo bleven de echte geheimen verborgen. Zijn ogen vonden een meisje, achterin. Ze was slechts een jaar jonger dan hijzelf. Klein, zwart haar, maar zo knap. Nordin wist heel goed dat hij geen kans maakte bij haar, hij was echt niet de enige jongen in het Verzet die haar aandacht wou.
"Wakker worden jongen, we zijn klaar met je arm." Zei één van de mensen. Hij knikte dankbaar. "Dank, ik zal eens de leider gaan zoeken. Ik heb nieuws voor hem." Snel stond hij op, voordat hij vragen kon verwachten.
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 23 januari 2009, 22:50:00
Gespannen keek Nordin de Leider aan. Hij had zojuist zijn verhaal gedaan, nu was het wachten op het oordeel.  Het maakte niet uit wat hij ging zeggen, het waren altijd wijze woorden. Hij zou zich er dan hoe dan ook naar schikken. Ongeacht wat het hem zou kosten. Het bleef een lange tijd stil. Hij twijfelde, was hij dan toch te erg in de fout gegaan? Hij kon er niets aan doen, de pijl vloog uit de richting, een ongeluk dat was het. De Leider schraapte zijn keel, Nordin keek hem gespannen aan.
"Je moet hier weg. Het is te gevaarlijk om je hier te houden. Door je vlucht heb je al een hint gegeven naar onze schuilplaats." Het duizelde Nordin. Het kon toch niet echt? Hij zou toch niet worden weggestuurd? Nog niemand was ooit weggestuurd. Hij wou protesteren, maar de man legde hem met een hand gebaar het zwijgen op.
"Ik stuur je niet zomaar weg, ik stuur je weg met een opdracht. Je zult lid blijven van het Verzet, maar deze schuilplaats is niet meer jou thuis. Je zult je orders ontvangen van mensen van buiten. Je uiteindelijke doel zal zijn om de Twee Zwaarden te vinden." Nordin trilde op zijn benen. De Twee Zwaarden, ze waren legendarisch. Hij had de eer om ze te mogen zoeken, maar toch zat het hem niet lekker. Er werden hem teksten voorgelegd, tekeningen. Dat alles moest hij bestuderen, over twee dagen zou hij vertrekken. Voor goed.

Twee dagen later was het zover, alles wat de Leider over de Twee Zwaarden wist, wist hij nu ook. Nu was de tijd om zijn spullen te pakken, veel had hij niet. Één extra paar kleren, voedsel voor een paar dagen en wat medicijnen was het enige wat hij meenam. Tekeningen of teksten van de Zwaarden was voorboden, stel dat hij het niet redde? Dan waren die voorgoed verloren, hadden ze geen aanknopingspunten om ze te vinden. En nog belangrijker, de natie wast ze dan misschien te vinden. Nordin stopte de laatste spullen in zijn tas. Hij voelde dat hij op zijn schouder getikt werd. Verrast draaide hij zich om, hij had van iedereen al afscheid genomen. Avelin zag hij staan. Langzaam kleurde hij rood.
"Ik wou eigenlijk zo vertrekken." Stamelde hij. Hij wist niet goed hij met de situatie om moest gaan. Hij had nog nooit echt met haar gepraat, slechts van afstand bewonderd. En nu, nu stond ze zomaar voor hem, praatte tegen hem.
"Dat weet ik, ik wou alleen zeggen dat je niet alleen gaat." Ze had een zachte, mooie stem. Niet zangerig, maar rustig en zuiver. Verward keek hij haar aan. Wat bedoelde ze daarmee. Pas toen hij goed naar haar keek, merkte hij dat ze niet haar gebruikelijke kleren aan had.
"Jij gaat ook mee." Merkte hij traag op. Ze knikte slechts, draaide zich om.
"Vannacht wil ik vertrekken."

Totaal: 2055
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 24 januari 2009, 19:56:56
Hij had afscheid genomen van iedereen, deze mensen zou hij waarschijnlijk nooit meer zien. Het deed hem pijn, deze plek was als een huis voor hem geweest, deze mensen waren als een familie voor hem geweest. Nu moest hij hen verlaten, maar hij wist dat ze elkaar niet zouden vergeten.
Hij wachtte tot Avelin klaar was met haar spullen pakken, ondertussen wierp hij nog een laatste blik door de kamer waar hij zo vaak had gezeten, lachend, huilend, kaartend.
Het meisje knikte, ze was klaar. Ze ging hem voor door het gat omhoog, het deksel eraf en dan het bos in. Met hun cape's dicht om zich heen geslagen liepen ze het bos in. Zij leidde, hij had totaal geen idee welke kant ze op moesten. Over haar werden verhalen verteld, wat er van waar was wist hij niet, maar het scheen dat de Zwaarden ooit van haar waren geweest.
Het was koud, de cape was waterdicht, maar niet winddicht. Het ding fladderde om hem heen als een grote zwarte vogel. De kap ervan had hij over zijn hoofd getrokken, de enige knoop ervan zat goed dicht. Ze moesten opschieten, zorgen dat ze voor het licht werd ver buiten de stad waren. Hij werd nog steeds gezocht.
De twee gedaantes liepen verder, als schimmen door de nacht. De rust in het bos werd alleen verstoort door hun voetstappen en af en toe de roep van een uil, die net op jacht was geweest.
Al snel liepen ze door de eerste buitenwijken van de stad. Het bos was klein, en werd steeds kleiner gemaakt. De industrie eiste zijn tol. Met grote haat keek hij naar de schoorstenen van de fabrieken waar hij tussen door liep. Zelfs s'nachts rookten ze. Boven de huizen hing een wolk van smok die je van kilometers afstand al kon zien. Het stonk, de ratten schoten weg het riool in. Ooit was deze plek een bos geweest met een watertje en vogels die floten. Ooit. Ooit was dit land mooi en levendig geweest, nu was het lelijk, vol fabrieken. Dat was waar hij zich tegen verzette tot zijn dood.
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 1 februari 2009, 10:20:15
Ze liepen snel, zo voorzichtig mogelijk de voeten neerzettend. Ze liepen in de schaduwen van de huizen en fabrieken. Nergens was er nog licht, wat maar goed was ook. Als ze gezien werden... De Dienst zou hen meteen op het spoor zijn en binnen een vijf minuten zouden ze helemaal weg zijn. Op een plek waar hij een paar dagen geleden nog voor was gevlucht. Het was verboden om tussen tien uur s'avonds en zes uur s'morgens op straat te zijn. Iets om mensen onder de duim te houden, om verzet tegen te gaan. Je kon niet meer even bij iemand langs na je werk, om half tien was je klaar en dan moest je weg, eten koken en lichten uit. Het leven was moeilijk, maar ze waren er aan gewend geraakt.
Veel mensen van het verzet werkten ook gewoon, mensen ontmoeten was belangrijk en zonder dat zouden ze sneller worden opgemerkt als leden van het verzet.
Een lichtje sprong aan op de hoek van de straat. Avelin trok hem in de schaduw van een huis. Verkeerd. Een hand greep naar zijn arm. Geschrokken rukte hij zich los, het meisje trok hem mee. Ze rende met hem, als een klein kind bij zijn moeder aan de hand, naar het einde van de straat. In de val, een man met blikkerende tanden in het felle licht dat hij had ontstoken grijnsde gemeen naar hen. Hij hield een hond aan de riem. Naast hem waren meer mannen, met honden. Een busje stond geparkeerd om de hoek, de deuren met tralies erin al open voor hen. 'Wat moet dat, om deze tijd op straat?'
Het was duidelijk dat er een tip was geweest, waarschijnlijk de man die hem had vast gepakt bij het huis. Hij zei niks, te bang om zijn stem te verraden die ze zouden herkennen van 'het misdrijf met de vlag', zoals het in kranten werd genoemd.
Avelin zette rustig een stap naar voren, hij bewonderde haar, hij stond te trillen op zijn benen, het was een wonder dat ze nog niet waren vast gezet. 'Waarom zouden twee ambetenaren van het Regiem niet om deze tijd buiten mogen zijn? U bent toch ook buiten.'
'Uw persoonsbewijs?' Het kwam spottend uit de mond van de man. Persoonsbewijzen, alles stond of viel met een persoonsbewijs. Bij een goede leugen hoorde een goed vervalst persoonsbewijs. Hij graaide in zijn zak, zoekend naar het mapje dat ze daarin hadden gestopt. 'Laat maar, ik heb de jouwe hier ook.' zei Avelin tegen hem, ze gaf de twee mapjes af. De man keek ze met grote argwaan door. Toen bromde hij: 'In orde.' Ze liepen door, de mannen stapten in het busje en reden weg. Zijn hart bonsde nog steeds als een gek. Dit stond niet in de planning. 'Bedankt,' mompelde hij, maar Avelin beduide hem stil te zijn. Ze leek te luisteren naar de geluiden van de nacht. 'Rennen.' siste ze.
Meteen trok ze hem mee, de nacht in, de straaten door op hoop van zege. Achter hem hoorde hij nu ook duidelijk een busje rijden. De mannen waren dus niet zo dom als ze hadden geleken. Zijn benen gingen steeds sneller, het meisje liep al voor hem. Ze hadden een groot probleem als ze zo gepakt werden, dan was er geen leuke uitweg meer met een mooie leugen. Hij rende alsof zijn leven er van af hing, en dat hing het ook. Als ze nu gepakt werden... De staatsgevangenis zouden ze niet eens halen, een pistool tegen het hoofd en dood. Hij had het vaker gehoord, van andere leden, ook ternauwernood ontsnapt, of net niet...
Zijn hart bonsde, zijn adem ging jachtig, straatje in, straatje uit. Niet omkijken, door rennen. Hij hield het niet meer, zijn benen werden moe en zijn adem begon moeilijk te gaan. Avelin trok hem mee aan zijn arm, 'Nog even.' hoorde hij haar hijgen. Hij had geen idee waar ze liepen, gewoon ergens, in de stad. Maar waar en hoe kwamen ze hier weg?
Weer een steegje in, de autogeluiden achter hen waren al lang verruild voor rennende voetstappen. Ze hadden nog een voorsprong, maar geen grote. De mannen waren er op getraind om hard te lopen. Hij voelde zijn voeten al niet meer. Door rennen, door rennen, door rennen. Speelde het door zijn hoofd, op dat ritme zette hij ook zijn voeten neer, door rennen, door rennen. Iets hing aan zijn cape, hij rukte, een hond hield vast. De ogen schitterden vervaarlijk. Met een wel gemikte trap naar achteren probeerde hij te zorgen dat het beest los liet. Mislukt, het beest was razend, en los. Bijna had hij de tanden in zijn been gehad, bijna. Op Avelin na. Die redde hem, al weer. Ze had de hond tegen zijn mond getrapt, in het donker zag hij een rood druppeltje bloed uit de mond vallen.
Weer renden ze door, door de hond waren ze opgehouden. De voetstappen van hun achtervolgers waren dichtbij. Heel dichtbij. Toen trok Avelin hem een steegje in, doodlopend. Ze hielp hem over een muurtje en klom er zelf achterna. Dit was het einde van de stad. Een vrije weg lag voor hen, de Dienst zou hen hier met moeite vinden. Ze liep een stukje en ging toen in een greppel liggen, haar cape over zich heen. Ze sliepen in.

3291 woorden
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 1 februari 2009, 13:04:44
Het slaapmomentje duurde niet lang. Avelin porde hem in zijn zij zodat hij wakker werd. Ze hadden geen tijd om niks te doen, ze moesten verder, verder weg van de stad met zijn Dienst, verder weg van de bewoonde wereld waar hij herkend zou worden. Hij had nu twee strafbare feiten gepleegd, twee ernstige strafbare feiten. Het Regiem zou hem op de lijst van belangrijke tegenstanders zetten, hij was vogelvrij verklaard. Dat was hem niet officieel verteld, maar het was hem wel duidelijk.
Hij stond op en trok de mantel weer aan, Avelin gaf hem een boterham die ze mee had genomen uit de schuilplaats. Ze liepen verder. De weg was verlaten. Het voelde onveilig, hij was het liefst gaan rennen, tot de stad uit zicht zou zijn. Maar hij wist dat dat zou opvallen, er stonden camera's op de muren, die zouden te snelle bewegingen registreren. Dan zouden ze alleen maar sneller weg zijn. Want hij wist wel zeker dat dit alleen uitstel van de vroegkomende dood was. Hij verwachtte niet dat ze het langer dan drie dagen zouden uithouden, niet na de chaotische vlucht uit de stad.
Avelin liep hard door, ook zij wilde weg. Hij merkte het aan alles, haar gezicht stond gespannen, haar stappen waren groot en krachtig. Ze wist wat ze wilde. Ze had hem nu al vaker gered. Hij keek eens goed naar haar, ze was knap, dat zeker.
Niet naar kijken, vermaande hij zichzelf, je moet zorgen dat je die Zwaarden vindt, niet de liefde van je leven.
Hij richtte zijn hoofd naar de grond en liep verder, ze spraken niet, allebei verzonken in hun eigen gedachten. Als ze zouden praten zouden ze het hebben gehad over de afgelopen nacht. Maar dat kon niet, het mocht niet opgemerkt worden dat zij misdadigers waren tegen het Regiem.
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 7 februari 2009, 13:34:01
De tocht zette zich voort, en voort, en voort. Ze liepen nu al enkele dagen. De eerste stad was allang uit het zicht verdwenen. Zelfs de zwarte rookpluimen die boven de stad hingen waren niet meer te zien. Het land waar ze doorheen trokken was verrot, uitgedroogd, vernietigd.
"Hier groeit de komende eeuw helemaal niets..." Hoorde hij Avelin fluisteren. Het klonk gekwetst, verdrietig. Hij besefte dat ze gelijk had. Er zou niets meer groeien, de grond was door alle chemicaliën zo verontreinigd dat leven onmogelijk was. Zelfs op deze afstand van de stad. Nordin huiverde. Hij snapte niet dat mensen zo blind konden zijn. Hoe konden ze de aarde zo vernietigen? Ze hadden nergens respect voor. Zwijgend liepen ze verder. Hoe graag hij ook een gesprek zou willen beginnen, het kon gewoon niet. Tegen de stilte van het verwoeste land was niets opgewassen, er waren geen woorden om Avelin te beschermen of te troosten tegen dit verdriet. Met die gedachten in zijn hoofd liepen ze nog enkele dagen voort. Er leek geen einde aan de vlakte te komen.
Het werd kouder. Verbaasd merkte Nordin op dat de grond van kleur veranderde. Van het grijsbruine dat het was geweest, naar koperrood. Hij maakte er een opmerking over naar Avelin, om haar erop attent te maken. Hij kreeg enkel een bot antwoord. "Chemicaliën." Hij zweeg weer, teleurgesteld. Hij mocht dan slechts opzoek zijn naar de Zwaarden, een beetje liefde, een beetje geluk, een beetje vrolijkheid mocht toch wel? Of verafschuwde Avelin hem zo erg? Nordin schudde zijn hoofd. Zo had het niet geleken toen ze weggingen. Hij dacht terug aan de afgelopen dagen. Avelin had zich slechts dominant, leidend, praktisch opgesteld. Geen enkel signaal dat ze hem zelfs ook maar aardig vond. Hij zuchtte, hij wist het wel. Hij was gewoon gedoemd om alleen te blijven, altijd. Op gezadeld met de stomme taak naar de Zwaarden. Plotseling had hij er zoveel voorover om weer gewoon terug te zijn bij het Verzet. Zijn thuis, zijn vrienden, zijn familie. Omdat hij zo in verdachten verzonken was geweest had hij niet gemerkt dat de grond was gaan trillen. Heel zachtjes, nauwelijks merkbaar, was het begonnen. Nu trilde het steeds heftiger. Nordin merkte dat hij moeite had om te blijven staan. Ook Avelin, die voor hem liep, scheen er moeite mee te hebben.
"We moeten gaan liggen." Schreeuwde hij haar toe. "We kunnen zo niet verder lopen, we zullen vallen." Eindelijk tevreden dat hij een keer de leiding had genomen, wou hij zich al op de grond laten vallen. Nog net op tijd zag hij dat Avelin haar hoofde schudde. Ze bleef stevig doorlopen. Radeloos liep hij maar achter haar aan, niet goed wetend wat hij met de situatie moest. Kon hij dan nooit iets goed doen? Plotseling zag hij Avelin vallen. Ze stapte mis. Door de beving was de grond iets verzakt waardoor ze haar evenwicht verloor. Hij schoot naar haar toe, hopend dat hij haar zou kunnen opvangen. Net voordat ze op de grond viel wist hij haar op te vangen. Het plotselinge gewicht op zijn armen was meer dan hij had verwacht, ze viel als nog. Wat voelde Nordin zich stom. Met een zachte plof kwam Avelin neer. Ze draaide zich om en keek hem aan.
"Misschien kunnen we toch beter hier blijven wachten tot het over is." Ze glimlachte even. Wat was ze mooi. Blij dat hij toch iets goed gedaan had, kwam hij voorzichtig naast haar zitten. Wachtend tot de beving over was.


Woorden: 4177
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 10 februari 2009, 19:16:48
Door de beving waren er scheuren in de grond ontstaan. Niet van de kleine barsten, maar grotere. Sommige kloven hadden wel meer dan een halve meter er tussen zitten. Door die ontwikkelingen kwamen ze langzamer vooruit. Ze moesten continu oppassen of ze niet op een verborgen spleet stapten. Dat had Nordin al een gekneusde voet opgeleverd, maar hij zette door. Hij merkte dat hij niet op Avelin wou overkomen als een watje, een opgever, nee, hij zou een doorzetter zijn. Waarbij kwam dat ze al de nodige vertraging hadden opgelopen. Nu wist hij eigenlijk nog niet waar hij heen moest, maar er was hem duidelijk verteld dat alle haast geboden was. De Zwaarden moesten er komen.
Op het moment stonden ze stil. Niet omdat ze moe waren, niet omdat ze moesten eten. Nee, voor hem gaapte een enorme kloof. Het was de grootste die ze tot nu toe gezien hadden. Hij was meer dan twee meter, wat het onmogelijk maakte om eroverheen te springen. Met aanloop zou het misschien net lukken, maar dat risico wouden ze niet nemen. Een gapende diepte keek hun aan, lachte hun uit. Nordin vroeg zich af hoe zo'n kloof had kunnen ontstaan in zo'n korte tijd. Avelin had de kaarten erbij gepakt. Samen zaten ze te kijken of ze een andere weg konden vinden, zodat ze de kloof konden omzeilen. Nordin zuchtte het leek onmogelijk.
"Kijk, we zijn nu hier" Hoorde hij Avelin op een alleswetende toon zeggen. Hij was toch geen klein kind meer, kaart lezen kon hij ook wel.
"Dat weet ik. Hier zouden we ook langs kunnen. Ik denk alleen dat we er weinig mee opschieten. We weten niet hoelang de kloof doorloopt." Avelin knikte. Haar wenkbrauwen stonden laag, er waren rimpels in haar voorhoofd te zien.
"Ik weet het niet, we moeten er gewoon overheen."
"Hoe dan, er is hier in de verste verte niets te gebruiken waardoor we ook maar een brug of iets in die richting kunnen bouwen."
"Weet ik ook wel." Zuchtte Avelin. Ze klonk vermoeid, boos, geïrriteerd. Meteen had Nordin spijt van zijn uitval. Ze wisten allebei wat ze moesten doen. Alleen de manier hoe ontbrak.
"Sorry" Fluisterde hij.
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 19 februari 2009, 09:17:03
Ongelukkig probeerde hij na te denken. Nu waren ze hier, voor een kloof, een onneembare kloof. Hij keek er droevig in. Hoe kwamen ze hier ooit langs. Ze waren tot nu toe overal langs gekomen, langs de mannen met hun honden, over de weg. Ze waren hier gekomen en konden niet verder. Dat beseften ze beiden heel goed.
Hij ging zitten en liet zijn benen in de kloof bungelen. Even overviel hem een gevoel van angst dat hij erin zou vallen. Onder zijn benen was het zeker nog twintig meter tot de grond. Twintig meter... Ze konden er niet zomaar in springen en dan naar de andere kant lopen. Dat zou hun dood worden. Toch wilde hij de gene zijn die een oplossing bedacht, laten zien aan Avelin dat hij ook wat waard was. Dat hij geen dom kind was waar zij voor moest zorgen, geen blok aan haar been.
Hij zag dat Avelin heen en weer liep voor de rand van de kloof, ook zij dacht na. Ze schopte een steentje weg richting de kloof. Hij keek het ding na. Maar wat hij verwachtte gebeurde niet, het steentje begon niet te vallen. In plaats daarvan rolde het ergens in, een tunnel. Avelin scheen het niet gemerkt te hebben, ze had geen aandacht meer voor het steentje.
Hij stond op en liep naar de plek waar hij het steentje had zien verdwijnen. Het toeval had gemaakt dat ze hier misschien toch weg zouden kunnen. Hij hurkte neer en onderzocht de bodem. Overal zand en steentjes, geen weg, geen leven hier. Onder zijn handen voelde hij wat zand wegvallen, hij keek en zag dat er een tunnel vrij was gekomen. Een diepe, erg schuin naar beneden lopende tunnel.
'Avelin!' riep hij, het echode, 'Avelin, kom eens kijken.' Het meisje kwam op hem toe gelopen. Hij voelde zich goed, hij had de oplossing gevonden. Welliswaar met haar hulp, onbedoelde hulp. Maar ze hadden weer een uitweg.
Het meisje staarde in de tunnel. 'Hoe ver zou deze doorlopen?' vroeg ze zich hardop af. Hij wist dat de vraag niet aan haar gericht was, toch antwoorde hij: 'Het lijkt mij dat het wel doorloopt... Het ziet er niet als een onbedoelde tunnel uit... Wat denk jij?'
Avelin ging met haar hand over het begin van de tunnel, hij kon best wel eens gelijk hebben, dacht ze. Meteen duwde ze het respect voor Nordin weg. Het was maar gewoon een jongen, gewoon een jongen zoals alle anderen. Zíj was Avelin. Dé Avelin. Zij had de Zwaarden in bezit gehad. Ze minachte anderen nog steeds. 'Ik denk dat we het erop moeten wagen.' zei ze, alsof zij de tunnel had ontdekt. Meteen voegde ze woord bij daad en pakte de bagage. Daarna gleed ze als eerste de tunnel in.
Weer een poging om wat respect van haar kant te krijgen mislukt, Nordin voelde zich weer dom. Zoals hij zich had gevoeld voordat hij de tunnel had ontdekt, net zo dom als hij zich van het begin af aan in haar aanwezigheid had gevoeld. Heel dom.
Hij liet zich achter haar de tunnel in glijden en merkte dat hij kon staan. Gelukkig, de kloof had er breed uit gezien en heel lang kruipen of gebukt lopen trok hem niet erg.

5081 woorden
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Lianne op 19 februari 2009, 10:58:08
In de tunnel was het koud, kouder dan het daarboven was geweest. Want daarboven was het ook koud geweest. De zon kon al tijden niet meer normaal doorbreken, Nordin had in zijn hele leven de zon nog niet een keer kunnen zien. Alleen als stralen van warmte die af en toe door de deken van smok heen braken. O wat haatte hij die smok. De laatste keer dat de zon gezien was, was misschien wel zestig jaar geleden. Sindsdien had de smok zich alleem maar opgestapeld en waren er kinderen geboren die de zon nooit meer zouden zien. Vreselijk.
De tunnel deed hem denken aan de tunnel die hij door moest als hij naar het Schuilhol ging. Zwijgend liep hij achter Avelin aan, het meisje liep zelfbewust voorop. Waarom kon ze hem toch niet gewoon respecteren zoals hij was. Waarom bleef ze hem zien als een dom varken dat niks snapt. Waarom. Hij raakte door haar houding steeds meer van zijn zelfbewust zijn kwijt. Hij voelde zich dom in haar aanwezigheid, hij begon zich bijna het domme varken te voelen zoals Avelin hem zag. Vreselijk.
Bijna net zo vreselijk als het was om nooit de zon te zien. Hij zou nu ook een tijd geen daglicht zien. Want hij had zo het gevoel dat ze over de tunnel wel langer dan een dag zouden doen. Het beeld van slapen in de tunnel trok hem niet erg, maar het zou wel moeten...
Opeens begon hij te twijfelen aan de eerlijkheid van Avelin. Het meisje liep al die tijd voorop, nam de routes. Heel logisch natuurlijk, maar zij moest toch weten waar de Zwaarden waren, hoe ze er moesten komen. Zij had ze zelf weggebracht, verstopt. Waarom moest die kloof dan zo'n moeilijkheid voor hen zijn? Om hem op de proef te stellen? Om te kijken of hij ook iets kon? Hij kon het niet geloven. Haar reactie was niet respectvol, niet blij geweest toen hij had laten zien dat er zich een tunnel bevond die hen over de kloof kon leiden. Hij besloot zijn twijfels uit te spreken.
'Avelin, kunnen we even stoppen?' vroeg hij, net hard genoeg zodat het meisje hem kon horen. 'Ben je nu al moe?' vroeg ze, zonder dat ze haar hoofd draaide. 'Ja.' zei hij, zonder dat er ook maar een kern van waarheid in dat woord zat. Hij was niet moe, hij wilde praten. 'Oke dan.' zei het meisje nukkig en ze ging tegen de wand zitten. 'Wat is er?' vroeg ze, nog even nukkig.
Ook hij ging zitten. 'Ik vroeg me af, hoe kan het dat ik deze tunnel moest zoeken, jij zou toch de weg moeten weten, jij hebt de Zwaarden zelf nog verstopt.' Hij keek haar afwachtend aan, wetend dat dit een lastige vraag was.

5544 woorden
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 22 februari 2009, 23:33:35
Nordin zag de twijfel over haar gezicht trekken. Haar zelf verzekerde blik verdween. Hij begon te twijfelen. Was het wel goed dat hij die vraag het gesteld? Hij vermaande zichzelf, hij kon nu niet terug. Hij bleef haar aankijken. Het meisje dat hij bij het Verzet zo had bewonderd herkende hij niet meer. Ze twijfelde, er kwam angst naar boven, er was zelfs pijn in haar ogen te zien.
"Jij zou de weg moeten weten..." Herhaalde ze op zachte fluister toon. Haar stem was vol kwelling. Nordin kreeg medelijden met haar. Ondanks de verandering in haar houding, was het nog steeds het meisje dat hij een lange tijd leuk had gevonden. Hij liet het niet merken. In plaats daarvan knikte hij zelfverzekerd, de rollen waren nu omgedraaid. Hij zou laten zien dat hij niet dom was. Dat hij ook kon denken. Dat hij ook initiatief durfde te nemen. Er rolde een traan langzaam over haar wang. Vlak daarna werd haar gezicht weer vlak. Ze kreeg haar zelfvertrouwen weer terug, kreeg zichzelf weer in de hand.
"Ik weet de weg niet. Het waren inderdaad mijn Zwaarden. Ik wil er niet over praten, we moeten verder." Ze stond al op. Er van verzekerd dat hij haar zou volgen, zomaar zonder antwoorden te hebben. Nordin besefte dat ze gelijk had. Een paar uur geleden zou hij er genoegen mee hebben genomen. Zou hij zo op zijn gestaan, braaf achter haar aan gelopen. Maar nu, door dat ene steentje, er was iets in hem geknapt. Hij dacht zelf na, luisterde niet meer zomaar naar alles wat hem werd voor gekauwd. Hij bleef zitten. Avelin had al een paar stappen gezet toen ze merkte dat hij haar niet volgde. Verbaasd keek ze om.
"We moeten verder, de tijd dringt." Hij schudde zijn hoofd.
"Nee, ik ga niet. Ik wil antwoorden. De Zwaarden zijn van jou geweest, jij hebt ze verstopt. Jij hoort te weten waar ze zijn. Waarom? Waarom wist je dan niet waar deze tunnel zat? Was het om mij te testen? Of om te hopen dat ik het niet zou merken dat er een tunnel zat? Waarom lopen we er niet gewoon heen?" Heel even zweeg hij, gewoon voor het effect, om de woorden die hij zo juist had gesproken op haar in te laten werken.
"Ik ga niet verder Avelin. Ik wil antwoorden. Antwoorden van jou." De zelfverzekerdheid waarmee hij haar naam uitsprak, het voelde goed. Hij zou laten zien wat hij waard was. Ze brak weer, makkelijker dan de eerste keer. Hij snapte het niet. Zo moeilijk kon het toch niet zijn? Toch? Ze zuchtte, ging zitten op de plek waar ze was blijven staan.
"Nodrin..." Het was weer op diezelfde zachte toon. Het raakte hem. Nee, het was niet de toon die hem raakte. Wat hem raakte, was zijn naam. Dit was de eerste keer, de aller eerste keer dat ze zijn naam uitsprak. Het was niet als snauwend bevel bedoelt, of om hem iets op te dragen. Nee, het was zacht, lief, wanhopig met een ondertoon van vergeving erin.
"Je snapt het niet, het is moeilijk. Pijnlijk. Ik kan het niet..." Ze keek hem smekend aan. Nordin had het gevoel of zou bezwijken. Net nu hij sterker dacht te zijn geworden, taste Avelin hem aan op zijn zwakke plek. Hij wou haar niet zo zien leiden, ook al had ze hem genegeerd, beschaamd, behandeld zonder respect. Al die jaren had hij met verlegen ogen naar haar gekeken. Gekeken hoe ze kaarten bekeek. Hoe ze plannen uit stippelde, hoe ze met een vork eten naar haar mond bracht en het op at. Al die jaren had ze geen aandacht voor hem gehad en ook op deze reis had ze het niet gewaagd om zijn naam uit te spreken. Hij schoof langzaam naar haar toe. Hij wou zijn hand over de hare leggen, maar ze trok hem weg. Even kwam die oude blik weer terug, een vleug van boosheid, zelfverzekerdheid, maar al snel was die weer verdwenen.
"Je hebt recht om het te weten, maar je moet geduld hebben." Ze zweeg even. Iets triomfantelijks kwam tot leven in Nordin. Niet heel veel, hij besefte dat het zo weer de grond in gedrukt zou kunnen worden, maar wel wat. Hij had eindelijk iets bereikt. Iets wat hem niet meer afgenomen kon worden.
"Er zijn een aantal misvattingen. Misvattingen die ons twee hier gebracht hebben." Weer zweeg ze, nu voor een langere tijd.
"De Zwaarden waren van mij, maar ik heb ze niet verstopt." Nordin zag een traan over haar wang lopen. Ze deed nu geen moeite om zich in te houden, om zichzelf weer in de hand te krijgen. Hij kreeg het gevoel dat ze veelte lang alleen met deze informatie had rond gelopen. Informatie die haar langzamerhand te veel zou zijn geworden. Hij knikte haar bemoedigend toe.
"De Zwaarden zijn aan mij gebonden, dat zijn ze vanaf het begin al geweest. Met die Zwaarden ben ik het Verzet beginnen. Het doet pijn, Nordin, pijn. Je hebt geen idee hoe het voelt om van iets gescheiden te zijn waaraan je gebonden bent. Vanaf het begin branden mijn handen. De leren banden waarin ik mijn Zwaarden bond zijn leeg. Na het verstrijken van de jaren is het minder geworden, maar ik voel het nog steeds." Ze zweeg. Inmiddels rolde de een na de andere traan over haar wang heen. Ze zweeg zolang dat Nordin bang was dat ze niet verder zou gaan. Hij schoof nog wat dichter naar haar toe. Hij wou haar tegen zich aan drukken, zeggen dat alles goed komt, maar hij wist dat het niet kon. Nog zachter dan eerst ging ze weer verder.
"De lichamelijke pijn nam af, maar de druk op mijn geest nam toe. In het Verzet was ik alles. Ik kon me niet tonen als iemand die het geestelijk moeilijk had. Langzaam vormde ik een mantel, zelfverzekerdheid, onverschilligheid, blindheid voor de gevoelens van anderen." Heel even keek ze hem verontschuldigend aan. Nordin merkte dat hij haar vergaf. Maar nog steeds had hij geen antwoord op zijn vragen, maar hij drufde ze ook niet te herhalen. Avelin had al zoveel verteld, een verhaal dat ze nog nooit had verteld. Hij wou nu niet aandringen, nog niet.
"Het komt goed." Fluisterde hij daarom alleen. Hij hoopte dat hij door die mantel van onverschilligheid heen was gedrongen. Eindelijk na al die jaren.

Woorden: 6607
Titel: Re: Amilmarith&Lianne: Een verhaal zonder titel.
Bericht door: Amilmarith op 28 februari 2009, 00:36:16
Het was op die plek dat ze wat uitrustte. Rust die lange tijd was ontkent, maar nu echt nodig was. Nordin besefte dat het geen nut had om aan te dringen op de rest van het verhaal, het zou komen, maar nog niet nu. In de opening van de grot rustte ze twee dagen. Ze profiteerde daardoor door het beetje licht dat door de opening naar binnen viel, voordat ze totaal de duisternis ingingen. Nordin merkte dat Avelin vriendschappelijke met hem omging, minder afstandelijk dan eerst. Het verschil zou voor iemand van buitenaf niet te merken zijn geweest, zo klein was. Toch voelde Nordin zich er beter door. Na die twee dagen van rust gingen ze verder. Het duurde niet lang of de tunnel werd helemaal zwart. Ze liepen met hun handen tegen de wand, zodat ze wisten waar ze heen gingen. Om hun handen niet kapot te maken, handen ze hun handen gewikkeld in stukken leer. Al snel bleek hoe slopend de stenenwand was. De twee lagen leren waren na enkele dagen door gesleten. Ze waren gedwongen om nieuwe te maken van delen van hun kleren. 's Avonds probeerde ze wat eten klaar te maken bij een klein vuurtje, dat nooit langer dan een uur brandde. Ze wisten niet hoelang ze nog in de tunnel zaten, dus ook niet hoelang ze met het eten, drinken, hout zouden moeten doen.
Na een paar dagen merkte Nordin dat hij de moed begon te verliezen. Hij werd wanhopig. Depressief. Al die tijd was het donker geweest, behalve die enkele schaarse momenten van licht van het vuur. De duisternis begon vat op hem te krijgen. Zijn gedachten werden negatief. Hij snapte niet waarom hij er nog mee door ging. Het was een tunnel zonder einde. Juist op dat moment begon Avelin tegen hem te praten. Alsof zij zijn stemming aan kon voelen. Nordin besefte dat, dat het misschien ook wel was.
"Je moet niet denken dat je de enige ben. Ik voel de duisternis ook op me drukken. Waarschijnlijk nog erger dan jij, maar we lopen goed. Ik voel het. De Zwaarden roepen me." Het waren slechts enkele woorden, toch maakte het juist die woorden dat Nordin zich zoveel beter voelde. Die kleine steunbetuiging. Hij besefte dat het niet het goeie woord was. Het was meer iets in de richting van dat hij niet alleen was, maar voor haar was het nog veel erger. De openheid van haar gevoelens lieten echter wel zien. Tegen de middag, in ieder geval dat dachten dat dachten ze, besef van tijd waren ze enkele dagen geleden al verloren, begon Avelin te vertellen.
"Ik was het niet die de Zwaarden verstopte. Neen. Ik heb een tweeling zus. Moge iedereen haar vervloeken. Op de bewuste dag had ik de eerste vlag in de brand gezet. Hij brandde mooi. De oorlog was begonnen. Ik was op weg naar de schuilplaats. Hij was niet zoals jij hem kent, hij was toen nog stukken kleiner. Slechts geschikt voor twee personen. Ik en mijn zus." Ze zweeg. Er viel een pijnlijke stilte. Nordin merkte in het donker hoe Avelin probeerde zichzelf weer in de hand te krijgen. Hij hoorde een traan vallen op de stenenvloer.
"Het was het domste wat ik ooit gedaan heb." Sprak ze zachtjes met verstikte stem. "Ze stond me op te wachten. Niet zoals normaal, vriendelijk lachend, vragend hoe het was gegaan. Neen. Er lag een kwaadaardige grijns over haar gezicht. Toen ik eenmaal binnen was sloot de deur zich automatisch. Iets wat voorheen nog niet kon. Ik besefte meteen dat er iets mis was, maar ik kon er niets aan doen. Ik kon niet meer weg. Vanaf het plafon zakte een drietal mannen naar beneden. Ze bonden me vast, maar bleven van de Zwaarden af. De kracht die daarin verscholen lag, maakte ze niet instaat om de Zwaarden aan te raken. Ze waren aan mij gebonden. Tot mijn verbazing kon mijn zusje ze wel pakken. Geboren uit hetzelfde bloed." De laatste woorden kwamen bitter uit haar mond. "Soepel zwaaide ze met de Zwaarden voor mijn ogen langs. Gewoon om mij te pesten. Ze lachte me uit. Hoonde over het feit dat ik ook maar iets goeds wou doen, dat ik ook maar dacht dat ik zelfs maar iets kon doen. Al die tijd lag ik daar. Gekneveld, verlamd van de pijn. Denkmaar niet dat ze zachtjes met me omgingen. Neen. Daarna weet ik niets meer. Ik moet bewusteloos zijn geraakt." Avelin zweeg. Nordin voelde de pijn die ze met zich mee droeg. Pas nu begon hij goed te beseffen hoe zwaar ze het had gehad. Voorzichtig kwam hij naast haar lopen.
"Ik werd wakker. De pijn sneed door mijn hele lichaam. Het enige voordeel was dat ik niet meer gebonden was. Het waren kennelijk dure, kostbare touwen geweest. Ook kon ik naar buiten. Waarschijnlijk dachten ze dat ik dood was. Ik begon opnieuw, maar in het begin wantrouwde ik iedereen. Uiteindelijk groeide het verzet weer. Ik sloot me af, had geen behoefte aan de mening of ideeën van andere mensen. Had voldoende aan mijn eigen pijn. Echter toen jij de pijl in de vlag schoot deed mij dat denken aan mijn eerste eigen daad. Ik besefte dat we op weg moesten gaan, opzoek naar de Zwaarden." Avelin zweeg en het bleef stil. Haar verhaal was klaar. Nordin pakte voorzichtig haar hand. Om te laten zien dat ze niet alleen was, om zijn steun aan haar te betuigen. Nu, nu ze het nodig had. "Je bent niet alleen. Het komt allemaal goed." Fluisterde hij zachtjes. Meer tegen de rosten om hem heen dan tegen Avelin.

Enkele minuten later zagen ze licht. "Avelin. Kijk!" Schreeuwde Nordin. Hij begon alvast te rennen, hij wou licht, geen duisternis meer. Maar Avelin hield hem tegen. "Ik denk niet dat dit de opening is die we zoeken." Was haar enige commentaar. Nordin ging langzamer lopen. De lichte gloed breidde zich langzaam uit.


Woorden: 988
Totaal: 7595